Loonvorming op anciënniteit is de olifant in de kamer

De band tussen loonvorming en anciënniteit moet geleidelijk worden doorbroken om de pensioenen veilig te stellen.

Door Andreas Tirez, kernlid van de liberale denktank Liberales. Blogt op economieblog.be

België heeft een probleem met de activiteitsgraad van werknemers. Gemiddeld zijn hier minder mensen aan de slag dan in vele andere landen. Dat probleem stelt zich niet zozeer voor de jongere werknemers en de werknemers op middelbare leeftijd , maar wel voor de oudere: vanaf 50-55 jaar doen we het een pak slechter, ook al zijn de laatste jaren meer 50-plussers aan het werk gebleven.

©RV DOC

Een belangrijke oorzaak van de lage werkzaamheidsgraad van oudere werknemers is de rol van anciënniteit in de loonvorming. In België stijgt het loon te veel automatisch met de leeftijd: hoe langer men ergens werkt, hoe meer loon men krijgt. Dat is in het begin natuurlijk logisch, omdat men ervaring opdoet, waardoor de productiviteit stijgt. Maar die productiviteitsstijging vlakt - gemiddeld gezien - af: als je ergens 15 jaar werkt, dan word je het 16de jaar misschien wel nog ietsje beter, maar wellicht onvoldoende om de loonstijging te verantwoorden. En na 25 of 30 jaar al helemaal niet meer. Maar je blijft meer kosten zonder dat je productiever wordt, en uiteindelijk prijst de oudere werknemer zich uit de markt.

Behalve in België en Frankrijk vlakt de loonstijging af naarmate men ouder wordt

Uit bijgaande grafiek blijkt voor België dat het loon blijft stijgen naarmate de werknemers ouder worden. In deze selectie van acht Europese landen is de Belgische vijftiger relatief gezien het beste verloond; een zestiger in België moet enkel de Franse zestiger laten voorgaan (maar in absolute termen ligt het loon van een Belgische zestiger nog steeds boven dat van een zestiger in Frankrijk).

Behalve in België en Frankrijk vlakt de loonstijging af naarmate men ouder wordt; in Zweden en zeker in het VK daalt de verloning zelfs. Doordat de productiviteit van een gemiddelde werknemer vanaf een bepaalde leeftijd of anciënniteit niet blijft stijgen, sluit de loonevolutie in de zes andere landen beter aan bij de evolutie van de productiviteit.

©Mediafin

De oudere Belgische en Franse werknemers worden dus alsmaar duurder. Een studie van de KU Leuven uit 2012 (Ageing and employability. Evidence from Belgian firm-level data, Journal of Productivity Analysis) bekeek dit voor België en besloot dat ‘de lagere productiviteit van oudere werknemers niet gecompenseerd wordt door lagere arbeidskosten, integendeel in sommige gevallen. We concluderen dat dit waarschijnlijk de vraag naar oudere werknemers doet dalen.’

Als de loonvorming effectief hervormd wordt zodat ze beter aansluit bij de productiviteit, mag men er op korte en middellange termijn niet te veel van verwachten

Door de loonvorming op anciënniteit zijn er in België (en Frankrijk) dus minder oudere werknemers aan de slag, waardoor de uitgaven voor werkloosheid en (brug)pensioen hoger zijn. En dat leidt op zijn beurt tot hogere pensioenuitgaven. Die uitgaven zijn goed voor ongeveer 10 procent van het bbp. Dat is niet extreem hoog in vergelijking met bijvoorbeeld Duitsland, maar de pensioenen die we kunnen uitkeren zijn wel relatief laag.

Om onze pensioenen veilig te stellen moet de link tussen loonvorming en anciënniteit worden doorbroken. Die maatregel staat niet in het rapport van de pensioencommissie. Niet omdat de commissie die hervorming niet nodig acht, maar omdat het een hervorming is van de arbeidsmarkt en dus niet onder de pensioenregels valt, ook al is de directe impact groot.

Als de loonvorming effectief hervormd wordt zodat ze beter aansluit bij de productiviteit, mag men er op korte en middellange termijn niet te veel van verwachten. Dit moet geleidelijk ingevoerd worden. Als het te snel gebeurt, zullen oudere werknemers minder verdienen dan gepland, wat hun spaar- en pensioenplannen negatief kan beïnvloeden. En die spaarplannen kunnen niet zomaar worden bijgestuurd, omdat het verleden belangrijk is. Geleidelijkheid in die hervorming lijkt me dan ook aangewezen.

Lees verder
Gesponsorde inhoud