Tijd slopen
De werkgroep Welzijn van het Ellipsgebouw stelt voor dat Vlaamse ambtenaren vanaf 18 uur geen mails meer toegestuurd krijgen. Het ziekteverzuim is er erg hoog, vooral door burn-out en stress. De Vlaamse ambtenaar was in 2014 10,6 dagen ziek. De federale ambtenaren (5,7 dagen) en de werknemers in de privésector (5,12) zijn maar half zoveel ziek.
Frank Van Massenhove, voorzitter FOD Sociale Zekerheid
De vrouwenvereniging Femma (het vroegere KAV ) lanceerde een aantal maanden geleden het voorstel voor een 30 urenwerkweek omdat ‘een kortere (betaalde) werkweek een antwoord biedt op de moeilijke combinatie tussen betaald werken en onze onbetaalde arbeid en op de economische, ecologische en welzijnsuitdagingen.’
Beide voorstellen gaan uit van een juiste vaststelling. Voor één keer is er weinig tegenspraak tussen alle studies over de werkdruk en de gevolgen ervan. En toen Karel Van Eetvelt, de grote baas van Unizo, stelde dat het combineren van werk en gezin maar voor een minderheid van de vrouwen een echt probleem is, had hij duidelijk niet zijn beste moment. Zelfs een vluchtige lezing van het rapport van professor Ignace Glorieux voor het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen zou hem snel op andere gedachten brengen. Maar wat hem vooral beroerde, was de ongerustheid dat een beperking van de werkweek van 38 naar 30 uur de facto een loonlastenverhoging van 21 procent zou betekenen.
De twee analyses mogen dan wel correct zijn, de oplossingen zijn het veel minder. De belangrijkste reden is dat men blijft hangen in de tijd. Of juister, men blijft hangen in de tijd waar tijd de maatstaf was van alles wat arbeid is.
Als de mailbox dichtgaat, gaat men uit van de negen-tot-vijfdag en bestendigt men met de maatregel de vanzelfsprekendheid ervan nog verder. Dat is bevreemdend, want er zijn nogal wat aanwijzingen dat de onwrikbare werkweek een grotere bron van stress is dan het nog steeds uitdijende mail-, sms- en alle andere digitale dataverkeer.
Verstandige werkgevers weten dat de flexibiliteit ten voordele van het bedrijf niet ten koste kan gaan van de flexibiliteit van zijn werknemers.
De nog steeds prille wetenschap van chronobiologie heeft het bestaan van genetisch bepaalde ‘vroege’ en ‘late’ chronotypes vastgesteld. Vaste arbeidstijden houden geen rekening met ochtend- en namiddagmensen. Verstandige werkgevers houden daar wel rekening mee, omdat ze weten daardoor te kunnen rekenen op gezondere en gemotiveerdere werknemers. Dat soort werkgevers weet ook dat de flexibiliteit ten voordele van het bedrijf niet ten koste kan gaan van de flexibiliteit van zijn werknemers. Dus stapt hij af van zijn tijdsdenken en zijn prikklok en slaat resoluut de richting van resultaatsafspraken in.
Mensen die zelf kunnen beslissen wanneer ze werken, werken vooral wanneer ze geconcentreerd zijn. Dat is wanneer hun biologiechrono juist staat en de emotiebarometer, de preoccupatie voor kinderen, naasten, vrienden en zichzelf, stabiel is. Dan doet men in zes uur meer dan wat men in een negen-totvijfwerkdag kan presteren.
Femma zal de reële 30 urenweek sneller bereiken als het zich inzet voor resultaatsafspraken zonder tijdsbepaling dan voor een 30 urenwerkweek. Al blijkt uit lezing van het rapport Glorieux dat het helemaal niet zeker is dat mannen hierdoor meer zullen doen in het huishouden en meer met de kinderen zullen bezig zijn. Dat combineren ze liever met vrijetijdsbeleving, zoals de krant lezen en zijdelings een oogje houden op de kroost.
Dat is ook de raad die je de werkgroep Welzijn van het Ellipsgebouw kan meegeven. De druk op mensen wordt niet zozeer bepaald door het aantal mails, maar door de inhoud ervan. In platte organisaties die op afspraken draaien, wordt wel vastgelegd wanneer een werk af moet zijn maar niet wanneer eraan gewerkt moet worden. Dat zie je aan de frequentie, de inhoud en de toon van de mails. In hiërarchische organisaties zijn mails van leidinggevenden dringend en dwingend, ook als het in de feiten helemaal niet zo is.
Het is kiezen tussen tijdslopen of back to the future.
Door Frank Van Massenhove, voorzitter van de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid. Hij schrijft deze column tweewekelijks in eigen naam.