Waarom luchtbellen nodig zijn

Niet alle luchtbellen zijn verwerpelijk, argumenteert de econoom Koen Schoors.

Door Koen Schoors, professor economie aan de Universiteit Gent

Onze oren tuiten nog van de klap waarmee de bankenluchtbel in ons gezicht uit elkaar is gespat. Ondertussen hebben we met de onvermijdelijke stuiptrekkingen ook de euroluchtbel zien leeglopen. Vandaag maakt elke rechtgeaarde econoom zich stiekem een beetje zorgen over nieuwe luchtbellen in de financiële markten, aangeblazen door de centrale banken. Luchtbellen hebben zich niet echt in de gunst van het brede publiek weten te werken. En dat heeft geleid tot een volledig terechte oproep tot meer financiële stabiliteit.

We surfen op een golf enthousiasme naar een nieuw systeem en overbruggen een kloof waar we zonder manie nooit overheen zouden geraken.

Maar tegelijkertijd dreigen we het kind met het badwater weg te gooien, want niet alle luchtbellen zijn verwerpelijk. Men zou zelfs kunnen zeggen dat luchtbellen een noodzakelijke voorwaarde zijn om te komen tot echte technologische doorbraken die leiden tot sociaaleconomische vooruitgang. Veel economen en helaas ook heel wat modellen gaan uit van economische agenten die hun investeringsbeslissingen baseren op rationele optimalisatie, maar dat is niet hoe maatschappijen vooruitgaan. Vooruitgang is een schokkerig proces met lange periodes van kleine verbeteringen en occasionele reuzensprongen.

©RV DOC

De introductie van een spoorwegnetwerk met alle positieve effecten voor mens en maatschappij is niet gebeurd op basis van rationele economische beslissingen. Technologie komt maar tot stand wanneer men er effectief in investeert, en te weinig rationele individuen doen dat omdat het maar kan opbrengen als anderen ook investeren. Daardoor wordt de kritische massa die nodig is voor een doorbraak nooit op individuele rationele gronden bereikt. De private spoorwegen ontstonden in het VK in twee golven van absolute manie in de jaren 1830 en 1840, waarbij de kosten drastisch onderschat en de opbrengsten overschat werden.

Bekeken vanuit het perspectief van 1850 was zeker de spoorwegmanie van het midden van de jaren 1840 een totale financiële ramp. Andrew Odlyzko van de universiteit van Minnesota toont mooi aan hoe vrijwel alle investeerders in de tweede golf er bekaaid van af kwamen, inclusief beroemdheden als Charles Darwin, John Stuart Mill, en de Brönte-zusjes. Geen enkele rationele investeerder had het achteraf gezien moeten doen. De collectieve zelfbegoocheling van investeerders in combinatie met de soms doelgerichte manipulatie van verwachtingen door de spoorwegbedrijven maakte een dergelijke luchtbel en een financiële ramp mogelijk.

Zonder de dotcomluchtbel geen Google Maps, smartphone, Skype, Dropbox, YouTube, Gmail, webwinkels, Netflix, Facebook, Snapchat, Whatsapp, Spotify en noem maar op

Maar het gevolg was wel een spoorwegsysteem dat steden in een nieuw netwerk met elkaar verbond. Dat leidde tot enorme socio-economische en politieke veranderingen, spectaculaire economische groei en uiteindelijk de wereldwijde verspreiding van het concept. Van deze systeemwijde voordelen hebben de originele investeerders echter geen duit gezien. De manie van collectieve zelfbegoocheling en manipulatie is een maatschappelijke techniek om een probleem van collectieve actie op te lossen. We surfen op een golf enthousiasme naar een nieuw systeem en overbruggen een kloof waar we zonder manie nooit overheen zouden geraken.

Het zelfde geldt voor de elektrificatie van de maatschappij in de 20ste eeuw en voor de opkomst en verspreiding van het internet in de 21ste eeuw. Zonder de dotcomluchtbel geen Google Maps, smartphone, Skype, Dropbox, YouTube, Gmail, webwinkels, Netflix, Facebook, Snapchat, Whatsapp, Spotify en noem maar op. Kortom, vrijwel niks van wat nu het dagelijkse leven uitmaakt van de meeste tieners en heel wat volwassenen. Luchtbellen zijn soms uitzonderlijk nuttig om een doorbraak te forceren die anders onmogelijk is.

Misschien hebben we ook een luchtbel nodig voor de vergroening van de maatschappij. Massaal investeren in meer lokale productie, decentrale netwerken met batterijen in elk huis, elektrische mobiliteit, netwerken voor elektrisch tanken, hydro-, geo-, wind-, zonne- en getijdenenergie. Niet alle investeringen zullen renderen en niet alle keuzes zullen de juiste blijken. Maar als we over 50 jaar terugblikken zullen we beseffen dat in die gekke periode de doorbraak kwam naar het nieuwe en betere systeem.

Lees verder
Gesponsorde inhoud