Bert Kruismans | Lenen bij een vriendin

Straks zijn Vlamingen en Walen nog gedoemd om eeuwig bij elkaar te blijven, voor een lening.

Hebt u het ook vernomen? They’re back, bitches! Het stond in De Tijd, het zal dus wel waar zijn. De Rothschilds komen naar Vlaanderen. De Zwitserse tak, de bank Edmond de Rothschild, opent een kantoor in Gent om zijn klanten beter te bedienen. Als u zich geroepen voelt, de Zwitsers mikken op Vlamingen met zo’n 2 à 10 miljoen euro aan overtallige liquiditeiten. Wie echt sympathiek is, mag met 1 miljoen euro misschien ook al binnen. Kortom, de Rothschild is er voor iedereen. Of het zouden Walen moeten zijn. Want de bank sluit haar boîte in Luik. Logisch. Sinds het gerecht de vlotte jongens van Publifin en Nethys naar Lantin heeft gestuurd, is de markt voor private bankers daar in elkaar geklapt.

Vlaanderen daarentegen vormt een goudmijn voor geldboeren. Enerzijds zijn er mensen met grote financiële problemen. Zij hebben ontzettend veel geld te veel en willen dat ergens ‘placeren’, zodat ze een jaar later ontzettend veel meer geld te veel hebben. Anderzijds zijn er zij die constant vers geld nodig hebben. Die noemen we de nationale en regionale overheden. Kortom, er is hier flink wat vraag en aanbod in de markt. Een mens zou zeggen: laat de bankiers maar komen. Maar boer let op uw ganzen, zeker als het een Rothschild is die de passie preekt. Of moeten wij hier nog eens het Dictaat van Calais oprakelen?

Koning Leopold

In 1831 bestaat België nog maar net en het zit al met een probleem. Het heeft - u raadt het nooit - geen geld. De belastingambtenaren hebben massaal verlof zonder wedde genomen en de patriottische staatsleningen, zeg maar de Leterme-bons van toen, worden gemeden als de pest. De Belg vindt zijn nieuwe land misschien wel fijn, maar het moet niet te veel kosten. De winkel is al meteen failliet. Koning Leopold, net in dienst, doet dan maar een beroep op de mevrouw Leemans van zijn familie, de gebroeders Rothschild.

Sinds het gerecht de vlotte jongens van Publifin en Nethys naar Lantin heeft gestuurd, is de markt voor private bankers in Luik in elkaar geklapt. Vlaanderen daarentegen vormt een goudmijn voor geldboeren.

Op 19 december 1831 schuiven Nathan en James Rothschild in Calais aan tafel met de Belgische ministers van Financiën en van Oorlog. Let op, er was ook nog een serieuze mens bij, François Rittweger, directeur van de Société Générale en stichter van de verzekeringsgroep AG. De heren komen snel tot een akkoord over een lening van 100 miljoen frank. De deal wordt achteraf door de regering bevestigd. Het parlement weet van niets. Toen al.

De rentevoet van de wurglening is belachelijk hoog. Na één jaar vormen de intresten al 35 procent van de overheidsuitgaven. De schuld loopt op. Geen probleem. De Rothschilds willen altijd helpen. Tenslotte hebben ze het monopolie bedongen op alle nieuwe staatsleningen. België moet ook plechtig beloven de volgende jaren geen oorlog tegen de Hollanders te voeren. De gebroeders hebben net 2,5 miljoen gulden geleend aan de Nederlandse koning. Twee grote klanten die bakkeleien, dat is zeer slecht voor de business.

Zouden De Croo en Jambon daar wel aan gedacht hebben, toen ze elk hun ideetje van een lening aan de Walen lanceerden? Vlaanderen en België hebben geen geld, laten we niet onnozel doen. Zij moeten het geld dat ze aan de Walen uitlenen dus zelf ontlenen bij mensen die wel geld hebben. Die mensen vinden het niet fijn dat het tot een grote ruzie zou komen tussen Vlaanderen en Wallonië. Dat is slecht voor de business. Want als het communautaire kot te klein is, betalen die Walen hun lening natuurlijk niet meer terug. De kleine Waaltjes willen nu al geen Nederlands meer leren, omdat ze ervan overtuigd zijn dat België eerstdaags barst. Straks zijn Vlamingen en Walen nog gedoemd om eeuwig bij elkaar te blijven, voor de lening. En daar weet de gemiddelde Belg dan weer alles van.

Elke week fileert Bert Kruismans vanuit Wallonië de kleine en grote actualiteit.

Lees verder
Gesponsorde inhoud