‘Best of both worlds' is beter
Soms moeten we onze mening grondig herzien. Na een intense persoonlijke ervaring, een opzienbarende gebeurtenis, een beklijvend boek, een indrukwekkende ontmoeting , een onvergetelijke reis. Wat was uw kantelmoment, vroegen we onze opiniemakers.
Door Pieter Timmermans
Juli 2011. Ik verblijf twee maanden aan de Business School van Stanford University (Californië, VS). Samen met 140 managers van over de hele wereld neem ik er deel aan het Stanford Executive Program. Het programma met gerenommeerde proffen en colleges over bedrijfsmanagement, geopolitieke verschuivingen en hun impact op het bedrijfsleven en business ethics spreekt me niet alleen inhoudelijk enorm aan. Ik ben ook helemaal klaar om elke kans om een bevoorrechte getuige te zijn van de creativiteit en de innovatiekracht van het legendarische Silicon Valley met beide handen te grijpen.
Ik ben hier met een zekere vooringenomenheid naartoe gekomen. Hun recepten lijken te werken. Van kindsbeen af krijgen de Amerikanen het credo ‘Never let it rest, until your good is better and your better is best’ mee. Zo krijgen ze nog voor ze kunnen stappen al ingelepeld dat wanneer ze er hard genoeg voor gaan, ze alles kunnen bereiken. The sky is the limit. Ik voel me een bevoorrechte getuige om de American dream hier in dit broeinest van creativiteit en innovatie van dichtbij te mogen beleven. Twee maanden leven in de vallei van de succesverhalen.
De verhalen over hoe Hewlett en Packard en Steve Jobs die met hun ongebreidelde inzet hun stempel op de wereld wisten te drukken… Larry Page die met Google de wereld veroverde... Ze inspireren. Ze deden het. Dichterbij belichamen mijn twee Stanford-studiegenoten van Indiase afkomst - Raghavan en Anil - dat je met hard werk en inzet wel degelijk het verschil kunt maken. Beide computerfreaks kwamen een vijftiental jaren geleden samen met hun familie naar het computerwalhalla van de States. Wanneer ze me aanbieden om me op een vrije zaterdag op sleeptouw te nemen doorheen ‘the valley’ aarzel ik geen moment. Geheel onverwacht schetsen ze me op de plaats waar alle bomen tot in de hemel lijken te groeien - heel eerlijk - een erg genuanceerd beeld van het Amerikaans model.
Silicon Valley, de plaats waar men - iedereen kent de verhalen - in een paar jaar tijd multimiljonair kan worden. Maar nog veel belangrijker: het centrum van een Amerika dat erin slaagt een klimaat te scheppen, een vruchtbare bodem, waarin ondernemingszin enorm goed gedijt. Silicon Valley, gelinkt aan de universitaire omgeving, is ontegensprekelijk een broeinest van ideeën, creativiteit, ondernemerschap. Je wordt er gestimuleerd om je droom te realiseren. Je vindt er kapitaalkrachtige mensen of instellingen die jonge innovatieve ondernemers steunen om hun droom waar te maken.
Maar, de keerzijde is al even hard als de schoonheid van de droom. Veel, zoniet alles, draait er om succes. Succes uitgedrukt in dollartekens. Wie niet voldoet, wie de vooropgestelde standaarden niet haalt, vliegt er onverbiddelijk uit. Niet alleen de ondernemer in spe, ook de manager, de IT-ontwikkelaar, de pc-wizard. Hoewel sterk wordt gepromoot dat falen nu eenmaal deel uitmaakt van de harde leerschool op de weg naar het succes, vallen veel van die ondernemende mensen door de enorme gaten in het sociaal opvangnet keihard op de grond en blijven er uitgeteld liggen.
Kortom, de American dream bestaat. Ik vind hun droom nog steeds inspirerend. Het beste uit de mensen halen. De kracht en de durf die uitgaan van creatieve en ondernemende mensen ten volle versterken en ondersteunen leidt tot successen. Maar hoe impressionant mijn verblijf in Stanford ook was, de ervaring versterkte tegelijkertijd mijn overtuiging dat er net zo zeer nood is aan een vangnet. En daar faalt enigszins het Amerikaanse model, waarin mensen al te vaak louter en alleen op zichzelf aangewezen zijn. Ik droom dan ook van the best of both worlds. Een model waarbij ondernemerschap en creativiteit gestimuleerd worden en succesverhalen geschreven en ook zonder afgunst gelezen mogen worden, maar waarbij ook een ongewild falen opgevangen wordt. Vandaag zou zo’n omgeving een ongelooflijke verademing zijn voor onze ondernemers, wier ondernemerszin te vaak door wantrouwen en regeldrift beknot wordt.
Maar ik ben er ook van overtuigd dat we nood hebben aan een model waarin de juiste vangnetten worden uitgebouwd voor als het slecht gaat. Om mensen die vallen niet definitief voor de maatschappij verloren te laten gaan, maar hen de kans te bieden om weer aan te pikken en te tonen wat ze waard zijn. Tijd om in de komende legislatuur door middel van structurele hervormingen voor dat model te gaan. Zodat ons welvaartsmodel - waarbij zekerheid al te vaak individuele dynamiek en inventiviteit in de schaduw stelt - bijgestuurd kan worden en opnieuw aangedreven wordt door creatief ondernemerschap. Inderdaad, in die volgorde. Eerst business, dan groei en dan verdeling van de welvaart.
Pieter Timmermans is gedelegeerd bestuurder van de federale werkgeverskoepel VBO
Meest gelezen
- 1 Conner Rousseau stopt als Vlaams Parlementslid
- 2 Economen Koen De Leus en Philippe Gijsels: ‘De wereld staat op een kantelpunt’
- 3 Schatkist geeft in 2024 opnieuw eenjarige staatsbon uit
- 4 Rechter legt beslag op miljoenen van Proximus voor Edpnet
- 5 De Noordzee, Europa's energiecentrale? Voorlopig slechts een luchtkasteel