Eén hand achter de rug
Eerst de Amerikanen en nu ook de Japanners overspoelen de valutamarkten met hun munt via de zogenoemde kwantitatieve versoepeling (QE) - een centrale bank koopt staatspapier op om de geldvoorraad te verruimen - maar de Europese Centrale Bank weigert tot dusver om dat ook te doen. Europa vecht een muntoorlog uit met één hand achter de rug.
Door Melvyn Krauss, senior fellow aan de Hoover Institution van Stanford University
De vreemde eend in de bijt zijn heeft Europa al een aardige duit gekost. Het heeft geleid tot de oncomfortabele combinatie van een sterke munt en een zwakke economie. Dat kan leiden tot deflatie Japanse stijl en een ‘verloren decennium’, als de ECB niet snel actie onderneemt om dat te remediëren.
Ja, de ECB heeft een reeks kleine stappen gedaan als verdediging tegen een dalende inflatie, maar helaas heeft dat niet veel opgeleverd. In november was de inflatie in de eurozone 0,3 procent, ver onder de ECB-doelstelling van net geen 2 procent, en wellicht wordt ze de komende maanden negatief. Dat op zich is bewijs genoeg dat de euro te sterk is voor het prijsdoel van de ECB.
De grote winnaar bij die Europese zelfbeteugeling zijn de Amerikanen. Zij hebben de goedkope dollar gebruikt om zich uit de economische malaise te trekken. De Japanners volgen nu agressief het Amerikaanse voorbeeld.
Nu de brute Japanse muntagressie de prijzen in de eurozone nog lager jaagt, moet Europa in actie schieten.
De Federal Reserve en de Bank of Japan moeten bovenal de Bundesbank dankbaar zijn. De Duitse centrale bank slaagt er al meer dan een jaar in een Europese QE op stal te houden, met haar ‘alles behalve QE’-strategie.
Maar Europa, en dan vooral Duitsland - dat direct concurreert met Japan in heel wat markten - kan het zich niet veroorloven de andere wang aan te bieden en doen geloven dat het niet geraakt wordt door de dramatische stijging van de euro tegenover de yen.
Nu de brute Japanse muntagressie de prijzen in de eurozone nog lager jaagt, moet Europa in actie schieten. Maar voor QE-neeknikkers als Jens Weidmann, de voorzitter van de Duitse centrale bank, is het blijkbaar nog niet erg genoeg. Ze willen dat de inflatie in de eurozone onder nul duikt vooraleer ze iets doen (ook al heeft de ECB een inflatiedoel van 2 procent). Het heeft veel weg van een EHBO-team dat weigert beademing toe te passen zolang het slachtoffer niet stopt met ademen.
Europa zou opgelucht moeten zijn dat de ECB vroeg volgend jaar - heel vroeg - de speelgoedwapentjes zal opbergen en de echte munitie zal bovenhalen
Achter de grote QE-‘surplace’ van de Bundesbank lag de hoop dat de globale economische context zou verbeteren tot op het punt waar QE niet langer nodig is. Wel, sorry, de context is niet verbeterd maar verslechterd. Met dank aan de Japanse centrale bank. Ook de terughoudendheid van de Federal Reserve om de rente te verhogen heeft de toestand verslechterd. De genadeslag was de forse daling van de olieprijs en wat dat betekent voor de prijzen in de eurozone.
De nieuwe inflatieverwachtingen van de ECB, gecorrigeerd voor de scherp lagere olieprijs, wijzen naar een negatieve inflatie de komende maanden. De surplace van de Bundesbank heeft zijn tijd gehad. Negatieve inflatie is te veel van het goede, dat kunnen de zelfvoldane Weidmann en zijn aanhangers niet naast zich neerleggen.
Europa zou opgelucht moeten zijn dat de ECB vroeg volgend jaar - heel vroeg - de speelgoedwapentjes zal opbergen en de echte munitie zal bovenhalen, net zoals de Bank of Japan.
Meest gelezen
- 1 85-jarige chirurg Jules Hayen koopt Antwerpse Stadsfeestzaal voor 50 miljoen
- 2 Magnette: 'Er zijn alternatieven, en dat gaan we tonen'
- 3 Tot 0 procent rente tijdens Autosalon: leen ik bij bank of autodealer?
- 4 Vakbonden verwachten tienduizenden betogers in Brussel, grote hinder in de maak
- 5 Raymond Cretskens, van beenhouwer tot supermarkttycoon: ‘Met een goeie biefstuk kan je klanten binden’