Advertentie

Hand in hand, kameraden

©RV

Sinds 1988 zetelen de PS en de sp.a haast onafgebroken in de federale regering. De PS hield electoraal stand, maar de sp.a dreigt aan de gevolgen van ’s lands leiding te bezwijken. De twee partijen trekken nu samen naar de kiezer. Een korte terugblik moet hen tot nadenken stemmen.

D e PS en de sp.a zijn sinds 1988 nauwelijks weg te denken uit de opeenvolgende federale regeringen. Volgens de fable convenue koos de sp.a destijds, tegen de zin van de PS, voor de liberalere ‘Derde Weg’. Toch bleef een sterke PS, ondanks alle affaires, voor de Vlaamse socialisten de beste verzekering om aan de macht te blijven. Zo gingen ze bij de sp.a helemaal door de knieën toen de PS erop aandrong om de al te hervormingsgezinde Frank Vandenbroucke uit de paarse regering te zetten. Naderhand schoten de Vlaamse socialisten pas echt in hun eigen voet door Vandenbroucke helemaal aan de kant te schuiven.

Terwijl de PS in 2007 wel toetrad tot de coalitie van Guy Verhofstadt en later die van Yves Leterme met christendemocraten en liberalen, koos de sp.a voor de oppositie. Maar de partijkaderleden en de leden van de kabinetten onderhielden nauw contact met de PS-kabinetten. De PS haalde daar in 2010 electoraal voordeel uit, terwijl de sp.a achteruit boerde. In mei 2014 zal blijken of een verzwakte sp.a zich de onevenwichtige alliantie met de machtige PS kan blijven veroorloven.

Advertentie

Sp.a-voorzitter Bruno Tobback, die dezer dagen hand in hand met PS-collega Paul Magnette door het land trekt, toonde zich vorige zaterdag in De Tijd alvast bijzonder combattief in de verdediging van de regering van premier Elio Di Rupo. De sp.a-voorzitter werd bijwijlen zelfs een tikkeltje overmoedig. Zo liet hij zaterdag in de aanloop naar zijn partijcongres weten dat zijn partij het zich geen tweede keer kan veroorloven ‘de shit van een bankencrisis te moeten opruimen’. Aangepord door kleinlinks, de PvdA in Vlaanderen en de PTB in Franstalig België, trachten de socialisten wat scherper uit de schors te komen. Een aanval op de bankiers doet het dan altijd. Daarom verzetten de PS en de sp.a zich tegen de bankenwet van minister van Financiën Koens Geens, want die zou onvoldoende bescherming bieden voor de kleine spaarders.

Maar misschien moet Bruno Tobback zich eens laten uitleggen dat de meeste Belgische banken, met de staatsbank Belfius aan de kop, nog volop worstelen met de naweeën van de crisis. De jongste cijfers van het Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen laten zien dat voor het eerst sinds augustus 2010 het verstrekken van lange- en kortetermijnkredieten door de banken is gedaald. Specialisten vermoeden dat die daling nog een poos zal aanhouden. Zoals emeritus Emiel Van Broekhoven in De Tijd al aangaf, zullen de Belgische en Europese bankhervormingen de kredietverschaffing nog duurder maken, vooral voor kleine en middelgrote bedrijven die het economisch herstel moeten aandrijven.

Gesubsidieerde banen

De economische vooruitzichten voor 2014 lijken erop te wijzen dat voor België en de meeste Europese landen de crisis, die in 2008 begon, stilaan achter de rug is. Al zijn er ook onheilspellende berichten over toegenomen armoede in Wallonië, waar een heuse sociale breuk dreigt, en de achterstand van de betaling van sociale bijdragen door zelfstandigen die ruim 1 miljard euro bedraagt.

Ook de Nationale Bank blijft bijzonder voorzichtig met haar voorspellingen. ‘En dat is maar terecht’, vindt ook ere-gouverneur Fons Verplaetse, die geregeld de economische indicatoren uitspeelt. ‘Want de groeivooruitzichten voor het komende jaar stranden op de helft van de groeipercentages die gangbaar waren tijdens het decennium voor de crisis.’

‘De eurozone kende de afgelopen jaren een licht negatieve groei’, berekende Verplaetse. ‘België hield het op een licht positieve groei die evenwel een kwart lager was dan het traditionele gemiddelde. Maar dat beeld moet worden bijgesteld voor de gemiddelde Belg, die de jongste zes jaar zijn reëel inkomen niet zag toenemen, maar lichtjes zag verminderen.’

Onlangs presenteerde de federale regering bij wijze van inleiding tot de verkiezingscampagne haar lijst met verwezenlijkingen. Het in stand houden van de werkgelegenheid was een van de pluimen op de regeringshoed. Verplaetse nuanceert dat meteen: ‘De jobcreatie waarvan sprake mag volledig worden toegeschreven aan de expansie van de sterk gesubsidieerde en semipublieke sector. Het stelsel van de dienstencheques, ingevoerd in 2004, vertegenwoordigt momenteel ruim 3 procent van het totaal aantal werknemers.’

Advertentie

Voor de PS en de sp.a, die de voorbije jaren de opeenvolgende regeringen aanstuurden, staat in het jongste nummer van het Economisch Tijdschrift van de Nationale Bank, een vervelende vaststelling. Zo blijkt uit die studie dat, in strijd met de Europese aanbevelingen, de marginale aanslagvoeten in België gunstig evolueerden voor de hoge en ongunstig voor de lage inkomens. Terwijl in Duitsland, onze belangrijkste handelspartner, het marginale tarief sterk daalde voor die lage inkomens, net als in Luxemburg en in Finland. In België staat die marginale aanslagvoet op maar liefst 65 procent van de loonkosten voor de werkgever. Wat het voorbije jaar wellicht heeft bijgedragen tot het verlies van 25.000 banen. De afgelopen twaalf jaar heeft geen enkele federale regering nog maar een poging ondernomen om die situatie recht te trekken.

Zo hebben de opeenvolgende regeringen ook nauwelijks een energiepolitiek gevoerd. Dat de inflatie in België in de periode 2008-2011 hoger lag dan in de overige geïndustrialiseerde landen, schrijft Verplaetse toe aan de energieprijs die hier in dezelfde periode gestegen is met 8,2 procent. Dat is bijna het dubbele van de stijging in de rest van de eurozone. ‘Die hoge energieprijzen verklaren voor het energiearme België niet alleen die inflatie, maar ook de minder riante lopende betalingsbalans.’

De btw-vermindering van 21 naar 6 procent op elektriciteit wordt door de PS en de sp.a verkocht als een maatregel die de koopkracht van de gezinnen moet bijspijkeren. In werkelijkheid is dat een nietgefinancierde poging om de indexaanpassing te vertragen, een verholen indexsprong.

Uitgewerkt

In 1994 werd door de regering van Jean-Luc Dehaene de gezondheidsindex ingevoerd. Die politieke vondst, aangereikt door PS-topambtenaar Michel Jadot, heeft jarenlang standgehouden. Maar het vertragende effect daarvan op de loonstijging lijkt te zijn uitgewerkt. Omdat de energieprijzen de afgelopen maanden sterk zakten, staat de vroeger gehanteerde nationale consumptieprijsindex sinds maart van dit jaar lager dan de gezondheidsindex waarop de loopbaanaanpassingen zijn gesteund. In november stond de gezondheidsinflatie op 1, de algemene inflatie bleef op 0,8.

De voorbije maanden ondernam vicepremier en minister van Economische Zaken Johan Vande Lanotte pogingen om met het inbrengen van uitverkoopprijzen de stijging van de gezondheidsindex af te remmen. Moeite voor niets. De oplossing ligt voor de hand. De modernere geharmoniseerde consumptieprijsindex die Eurostat gebruikt om de inflatiegraden van de EU-lidstaten te vergelijken en die de Europese Centrale Bank aanwendt voor haar monetair beleid, prijkt precies halfweg tussen de gezondheidsindex en de voordien gebruikte nationale consumptieprijsindex. Niet alleen geeft de geharmoniseerde consumptieprijsindex een juister inflatiebeeld, hij geeft ook sneller de goedkopere prijzen door dan die waar bij ons de sociale partners oeverloos over onderhandelen.

Er zal meer nodig zijn dan de georkestreerde schaduwdebatten met zijn PS-collega Paul Magnette in trendy Brusselse cafés en studentenaula’s, wil Bruno Tobback doen vergeten dat zijn kiezers meebetalen voor de opeenvolgende foute inschattingen en misrekeningen van zijn partij.

 

 

Tobback doen vergeten dat zijn kiezers meebetalen voor de opeenvolgende foute inschattingen en misrekeningen van zijn partij.

Advertentie
Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud