Advertentie

Het grote hertengevaar

©rv

Hebt u ooit in de ochtendzon een hert gezien langs de Boomsesteenweg, de A12? Ik nooit. Elke dag rij ik over die superdrukke weg naar ons bedrijf, Studio 100 in Schelle. Vaak kijk ik zoekend rond. Maar nooit zag ik een grazend hert op de parking van dancing Carré of tussen de wrakken van de overal aanwezige autohandelaars. Zo’n hert is een schichtig dier. Als er daar al eentje rondloopt, dan lonkt het waarschijnlijk vanuit de verte door de struiken met grote angstogen naar de voorbijrazende auto’s.

Maar geloof het of niet, overal langs de A12 staan waarschuwingsborden: ‘Gevaar! Pas op voor overstekend wild.’ U kent die borden. Rood omrande driehoeken, met in het midden een sierlijk opspringend hert. Nooit zag ik iemand remmen in de buurt van zo’n bord, nooit zag ik iemand opkijken. Nooit zal een hert op uw motorkap belanden, daar op de A12.

Vaak heb ik, misschien u ook, in zo’n gevallen een snoeihard oordeel klaar. Zoals: hier is een of andere lobbyist, een ‘keizer van de wegwijzer’ aan het werk geweest. Het grote hertengevaar is in achterkamertjes aangepraat aan burgemeesters en tegelijk is steun beloofd voor nieuwe verkiezingscampagnes. Ik beken eerlijk: regelmatig rij ik knarsetandend van woede om zoveel verkwanseld belastinggeld over de A12. Of is dat mijn ochtendhumeur?

Een paar weken geleden was ik op een feest. Ik gooide het thema van het overstekend wild in de groep. Mijn vrienden waren het snel met mij eens. Eentje zei: ‘Ze maken die domme burgemeesters wijs dat zo’n borden toeristen lokken.’ Of ook : ‘Het is de schuld van Di Rupo. Die heeft te veel borden besteld voor de Ardennen. Nu staan ze hier.’ Een ander - hij was beschonken - vermoedde dat dergelijke waarschuwingsborden de herten wijzen waar ze moeten oversteken. Maar de consensus was: die borden zijn het zoveelste bewijs, alles loopt fout in dit land.

Toen sprak een man mij aan, een wildbeheerder. Hij had gezwegen. ‘Die borden staan er niet voor niets’, zei hij. ‘Een hertenbok kan 200 kilogram wegen. Als je daar met je auto tegenaan rijdt, ben je er geweest.’ ‘Maar toch niet langs de A12?’, vroeg ik verwonderd. ‘Toch wel.’ Hij bleek goed op de hoogte. ‘In de buurt van Meise zitten een 60-tal reeën. Als ze met te veel zijn, gaan ze vechten en zitten ze achter elkaar aan. Zo belanden ze op de weg. We registreren aanrijdingen en nemen in die buurt maatregelen. We plaatsen borden, of wildspiegels die het licht van de wagens naar het bos toe weerkaatsen. Dat schrikt herten af.’ ‘Gebeuren er dan zoveel ongelukken?’, vroeg ik verwonderd. ‘In ons land zo’n 50 ernstige per jaar’, zei hij. ‘En daarom staan er overal verspreid honderden van die borden.’ Daar had ik niet van terug. Ik droop stilletjes af.

Vorig weekend kregen mijn vooroordelen de genadeslag. Ik reed met de fiets in de Ardennen, ter hoogte van Winamplanche. Plots hoorde ik in het bos iets wat op tromgeroffel leek. Een hert met een gigantisch gewei kwam aangedonderd tussen de bomen. Fier, dampend, kruiste het de weg, vlak voor mijn neus. Zonder mij één blik te gunnen, verdween het stampvoetend aan de andere zijde terug in het bos. Ik kneep keihard mijn remmen dicht. Een aanrijding was op het nippertje vermeden. Trillend op mijn benen zette ik mijn fiets aan de kant… tegen zo’n rood bord met in het midden een opspringend hert.

En toen, in een flits, besefte ik: het gaat goed met ons land, het gaat goed met ons mooie vaderland.

Hans Bourlon is CEO van Studio 100

Advertentie
Gesponsorde inhoud