Ja, we kunnen nog groeien
Hoewel het vandaag moeilijker wordt om nog groei te vinden, is dat zeker niet onmogelijk.
Door Peter De Keyzer, hoofdeconoom BNP Paribas Fortis. Schrijft deze column tweewekelijks.
‘The one thing modern democracy will not bear without cracking is the substantial lowering of the standards of living in peacetime or even prolonged stationariness of its economic conditions.’ - Friedrich Hayek
Het gebrek aan economische groei op het Europese continent veroorzaakt in veel landen een toenemende maatschappelijke polarisering. In een economie die groeit, gaat de politiek of debatten vooral over de verdeling van ‘wat er bijkomt’. In een economie zonder groei komen we terecht in een zerosumgame met winnaars en verliezers: wat de ene groep extra krijgt, heeft de andere groep moeten opgeven. Het debat over de vermogensbelasting illustreert dat perfect. Los van het feit of en hoe die belasting er zou moeten komen, is het geen toeval dat het debat uitgerekend nu losbarst - na een jarenlange bijna-stagnatie van de groei. Expansie en vooruitgang maken dingen mogelijk, maken mensen gelukkiger en scheppen meer politieke en sociale stabiliteit. Spijtig genoeg valt die groei niet zomaar tevoorschijn te toveren, wat sommigen ons ook willen laten geloven. Meer nog: de welvaart vergroten wordt de volgende jaren structureel moeilijker dan in het verleden.
We zullen hoe dan ook de sociale tering naar de economische nering moeten zetten. Ofwel bouwen we ons sociaal model af, ofwel proberen we de groei op te krikken
Vier evoluties gaven de welvaartsgroei de afgelopen decennia vleugels: een sterke bevolkingsgroei, een forse productiviteitstoename, oplopende schulden en dalende rentes. Die vier bronnen van economische groei zijn vandaag niet langer beschikbaar. De krimp van de actieve bevolking en de afkalvende productiviteitsgroei zetten een domper op onze potentiële groei: het aantal mensen dat rijkdom kan creëren neemt af, net als de snelheid waarmee ze extra welvaart kunnen creëren. We hebben de hoge productiviteitsgroei en bevolkingsaanwas van de afgelopen decennia als een axioma beschouwd en er een sociaal model, maatschappelijke verwachtingen en groot overheidsbeslag bovenop gebouwd. Allemaal in de veronderstelling dat de groei permanent hoog zou blijven. Niet dus.
We zullen hoe dan ook de sociale tering naar de economische nering moeten zetten. Ofwel bouwen we ons sociaal model af, ofwel proberen we de groei op te krikken. Waar kunnen we groei vinden? Werkelijke groei en vooruitgang komen niet van de opbouw van schulden of het laag houden van de rente. Ze komen van ons vermogen om met nieuwe ideeën te innoveren, te ondernemen en welvaart te creëren. Twee denksporen lijken nodig.
Eerst en vooral moeten we zorgen voor beter en meer onderwijs, onderzoek en ontwikkeling en innovatie. Daar hebben we veel ruimte voor verbetering. In Europa tellen we ongeveer 110 patentaanvragen per miljoen inwoners, tegenover meer dan 400 in de Verenigde Staten. Onze schaarse topregio’s inzake innovatie en onderzoek zijn onder meer Baden-Württemberg, en de regio’s rond Parijs, London en Stockholm. Daar halen we meer dan 250 patenten per miljoen inwoners. In de VS zit zowat driekwart van alle staten boven dat niveau.
De wijdverspreide kunstmatige bescherming van bepaalde sectoren tegen concurrentie remt de groei van de welvaart af.
Een tweede prioriteit is het afbouwen van de regelzucht. De nog steeds wijd verspreide kunstmatige bescherming van bepaalde sectoren tegen concurrentie (taxi’s, openbaar vervoer, supermarkten, advocaten, apothekers, nationale vervoersmaatschappijen, hotels, telecom...) remt de groei van de welvaart af. Neem de Italiaanse economie. Dat die al 15 jaar lang niet groeit, heeft niets te maken met de te hoge rentes die ze moet betalen - integendeel - maar alles met een volkomen verstarde en corporatistische economie waar alle concurrentie en bijgevolg innovatie in de kiem wordt gesmoord.
Het laaghangende groeifruit hebben we de afgelopen decennia volop geconsumeerd: bevolkingsgroei, productiviteitsgroei, stijgende schulden en dalende rentes. Hoewel het vandaag moeilijker wordt om nog groei te vinden, is dat zeker niet onmogelijk. Het vereist wel dat we uit een ander vaatje beginnen te tappen: een veel grotere focus op concurrentie, innovatie en efficiëntie, een minder starre regelgeving en een efficiënte overheid.