Toen heb ik stop gezegd

Een doodgewone teammeeting bij Ericsson. Karel, een van mijn medewerkers, geeft een presentatie over de nieuwe regelgeving rond burn-out.

Door Saskia Van Uffelen, CEO van Ericsson en Digital Champion

Methodisch overloopt hij de verschillende punten. ‘We moeten de psychosociale risico’s voorkomen door risicoanalyses uit te voeren, het personeel te sensibiliseren en een meldingssysteem te organiseren’, legt Karel uit. De werkgever krijgt een jaar om het arbeidsreglement aan te passen. Net op dat moment gaat zijn gsm. Slecht nieuws, Karels zoon is van de trap gevallen en is er ernstig aan toe. Paniek in zijn ogen. Hij geeft instructies: bel een ambulance en verwittig de buren. Maar dan roept zijn plicht als werknemer hem weer tot de orde. Hij zou zijn presentatie afmaken en daarna wel naar huis komen.

Advertentie

Op elke werkvloer moet een plek gecreëerd worden waar iedereen naast werknemer ook mens kan zijn. Waar we even alles kunnen loslaten. Een plek waar we aan elkaar kunnen vragen hoe het is.

Toen heb ik stop gezegd. Ik heb Karel verplicht zijn laptop dicht te klappen en naar huis te gaan. ’s Avonds, toen ik naar huis reed, gleden mijn gedachten weer naar dat voorval. Wat drijft iemand ertoe zijn plicht als werknemer te verkiezen boven de noden van zijn kind? Werknemers beschikken over meer rechten dan ooit. Hun welzijn werd nog nooit zo hoog in het vaandel gedragen. En toch. Karel wilde zonder erover te twijfelen voortwerken, in plaats van zijn vadergevoel te volgen en naar huis te gaan.

Is Karel een slechte vader? Absoluut niet. Een andere reden ligt aan de basis van zijn beslissing: ook hij is het slachtoffer van onze algemene veeleisende cultuur. Goed presteren, uitstekende resultaten halen en vooral niemand teleurstellen. Bewijzen hoe sterk we zijn, geen zwakte tonen. We willen het allemaal. Ook privé. Onze cultuur is volledig gericht op prestatie en resultaat. Via sociale media wordt langs alle kanten een beeld van het perfecte leven op ons afgevuurd. En dat leven proberen we met z’n allen zo goed en zo kwaad als het gaat te imiteren. We willen professioneel en familiaal creatief bezig zijn, we willen sociaal bewogen zijn, we willen sporten en we willen de wereld zien. Tegelijkertijd. Want als dat niet lukt, hebben we op een of ander vlak gefaald. En wat zullen de mensen dan van ons denken?

Die levensstijl laat helaas steeds meer mensen balanceren op de rand van een burn-out. Steeds meer en harder werken eist zijn tol. Te veel hooi op de vork nemen. De innerlijke elastiek te ver rekken. Tot hij plots springt. Tot je plots uitgedoofd bent. Ik mag mezelf gelukkig prijzen dat ik nog nooit het slachtoffer geweest ben van zo’n gesprongen elastiek. Wat niet wegneemt dat grote vraagtekens de kop opsteken telkens als iemand in mijn omgeving zichzelf weer tot het uiterste drijft zonder de risico’s te overzien.

Is Karel een slechte vader? Absoluut niet. Een andere reden ligt aan de basis van zijn beslissing: ook hij is het slachtoffer van onze algemene veeleisende cultuur

Hoe kunnen we als mens overleven in die prestatiegerichte cultuur? De nieuwe regelgeving waarbij werkgevers alert moeten zijn voor een mogelijke burn-out bij hun werknemers is een stap in de goede richting. Het doorbreekt in elk geval het taboe rond het zevenkoppige monster dat ‘burn-out’ genoemd wordt. Veel relevanter lijkt me echter de vraag hoe we onze cultuur kunnen omvormen tot een aangename omgeving waarin ongezonde stress en frustratie naar de achtergrond verdwijnen.

Alles begint met het besef dat veel mensen uitgeput zijn. Als je de televisie aanzet. Als je de krant openslaat. Steeds opnieuw krijg je slecht nieuws naar je hoofd gekatapulteerd. Overal negatieve berichten, ook op het werk. Alles gaat slecht en de situatie lijkt uitzichtloos. Bij werknemers ontstaat de nood om hun hart te luchten. Voor hun spreekwoordelijke emmer overloopt. Voor hun innerlijke elastiek springt. Daarom pleit ik ervoor dat op elke werkvloer een plek gecreëerd wordt waar iedereen naast werknemer ook mens kan zijn. Waar we even alles kunnen loslaten. Een plek waar we aan elkaar kunnen vragen hoe het is. Waar we ons verhaal kunnen doen.

Maar zonder een mentaliteitsverandering zal zo’n plek geen effect hebben. Leidinggevenden moeten meer appreciatie tonen voor hun werknemers. En we moeten elkaar duidelijk maken dat het niet nodig is steeds hoger op te klimmen op de ladder. De horizontale ladder biedt evengoed kansen en ervaringen die ons nieuwe kracht kunnen geven.

Advertentie

Tot die mentaliteit overal is ingeburgerd kan ik alleen maar hopen dat vele andere werkgevers de Karels van deze wereld op tijd naar huis sturen, als hun kind hun vader nodig heeft.

Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
In afwachting van een doorstart met 42 van de 62 vestigingen, zijn alle Lunch Garden-restaurants dicht.
Lunch Garden failliet verklaard, meeste restaurants voorlopig dicht
De Brusselse ondernemingsrechtbank heeft de restaurantketen Lunch Garden dinsdag failliet verklaard. De meeste vestigingen zijn dicht in afwachting van de doorstart.
Gesponsorde inhoud