Advertentie

Vollen bak

©Photo News

Het was tijdens dat interview met Gwendolyn Rutten eruit zonder dat ik het echt besefte. Een halve dag later bleek mijn woordkeuze een eigen leven te leiden op websites, hier en daar in de krant, en het ging er ook over in Villa Vanthilt. Al had dat vooral te maken met Jan Becaus.

Door Kathleen Cools, journaliste bij de VRT.

Zelf had ik in onze uitzending van dinsdag aan de voorzitster van Open VLD gevraagd of de campagne voor de verkiezingen nu vollen bak begonnen was. Mevrouw Rutten - in onze studio naar aanleiding van de onderwijssaga - was geenszins van haar stuk gebracht, en antwoordde gewoon, alsof ik helemaal niet vollen bak had gezegd, maar bijvoorbeeld wel ‘volop’, of ‘helemaal’. Ik bedoel daarmee: uit de aandacht die aan mijn omschrijving werd besteed, leek het wel alsof ik het woord poepeloerezat had gebruikt, of een minister had bestempeld als - ik zeg maar iets - een rare gaai.

De conclusie was dat ik een Becauske had gedaan. Jan legde minister Geens in het journaal onlangs voor dat de extra miljarden die hij zocht voor de begroting gene kattepis waren. Taalgoeroe Jan Becaus, de ongewone woorden proevend, om ze dan zo heerlijk formeel uit te spreken. Het fragment werd een internethit. Waarna Jan prompt z’n verontschuldigingen aanbood: in plaats van gene moest het natuurlijk géén kattepis zijn. Want de bescheiden heisa ging twee keer niet zozeer over de uitdrukking, dan wel over de verbuiging: gene, vollen.

Eerlijk gezegd viel ik van mijn (niet: mijnen) stoel dat dit akkefietje zoveel reacties uitlokte. Taalraadsman Ruud Hendrickx werd erbij gehaald, en ook in zijn Villa bleek de vinnige Vanthilt er tot mijn verrassing veel belang aan te hechten: elke neiging tot tussentaal op de openbare omroep moet een halt worden toegeroepen. De uitdrukking de boekskes viel ook als voorbeeld, nog zo’n aberratie blijkbaar die ze op de VRT te pas en te onpas gebruiken.

Humor

De discussie over onze taal is zoals die over ons onderwijs. Iedereen heeft ermee te maken en dus voelt iedereen zich een beetje expert, en dat leidt al eens tot een emotionele reactie. Maar eerlijk gezegd begrijp ik de commotie over die twee onbenullige woorden niet. Ook in een hyper-serieus programma als het ‘Journaal’ of ‘Terzake’ mag een sprankeltje humor af en toe toch? Even glimlachen te midden van alle tumult. Verder springen we op de nieuwsdienst met zo’n spielereien heel omzichtig om. Al geef ik toe, ik gebruik al eens graag een recht voor de raaps gezegde.

Zoals vorige vrijdag, toen ik Mark Descheemaecker voorlegde dat de Nederlanders nu met de gebakken peren zitten. Maar dat is niet meer dan een truukje, om een soms complexe materie terug te brengen tot het niveau van het gezond verstand. Maar ten slotte wil ik de kijker of lezer graag op het hart drukken: niemand hoeft zich zorgen te maken dat mijn taalgebruik verder zal afglijden.

Laat ik het maar bekennen, de reden is heel simpel. Voor wie dat nog niet had vastgesteld: ik ben van Antwerpse komaf. Groot geworden met platte a’s en scherpe i’s, blijf ik graag ver van de verraderlijke tussentaal, of het hek is helemaal van de dam. Geef mij maar het keurslijf van het keurige AN. Stel je voor dat ik mij vollen bak zou laten gaan, dat wilt u echt niet meemaken.

Lees verder
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud