Vooruitgangsoptimisme
Zoals veel economen - het is wellicht aangescherpt door onze opleiding - hou ik van cijfers. Meten is weten, tracht ik ook in onze eigen organisatie als credo in te voeren. Het buikgevoel dat we het goed hebben gedaan, volstaat niet. Blijkt dat ook uit de tevredenheidsenquêtes bij onze leden, vraag ik dan. Gelukkig doorgaans wel.
Door Caroline Ven, gedelegeerd bestuurder van het Ondernemersplatform VKW
Onlangs werd ik gecontacteerd door een journalist. Of de toon bij onze ondernemers ook zo is verscherpt. De aanleiding is de zogenaamde scherpe kritiek van werkgevers op het beleid van de uittredende federale regering en de eis dat de volgende regering het roer moet omgooien. Die bitsige toon is men van werkgevers en hun organisaties niet gewend. Ik draai al een hele tijd mee in werkgeverskringen en ik moet vaststellen dat beleidskritiek van alle tijden is. Belangenorganisaties hebben tot doel zaken aan te kaarten die voor verbetering vatbaar zijn. En het zal nooit goed genoeg zijn.
Die kritische houding is eigen aan wie vooruit kijkt. Opportuniteiten zoeken die niet alleen onze welvaart en welzijn in stand kunnen houden, maar ze ook kunnen verbeteren. Ook al zijn we in ons land en zeker in Vlaanderen al tamelijk goed af. Er is altijd marge voor verbetering.
Dat alles belet niet dat de vraag van de journalist me wel bezighoudt. Ontwikkelt zich een gevoel van malaise? Zijn we pessimistischer geworden? Sprekend zijn de resultaten van een enquête die peilt naar hoe de Vlamingen de toekomst tegemoet zien. De recentste resultaten dateren van 2012. Het buikgevoel zegt me dat de toon intussen niet veranderd is.
Drie vierde van de Vlamingen denkt dat de volgende generatie een stap terug moet zetten. Een even groot aantal vreest dat de inkomensongelijkheid zal toenemen. Toegegeven, we hebben in dergelijke peilingen bijna nooit een roze bril op, maar rond de eeuwwisseling verwachtte slechts de helft van de ondervraagden een achteruitgang.
Het pessimisme blijkt er niet plots te zijn gekomen na het uitbreken van de financieel-economische crisis in 2008. Het gevoel heeft zich sluimerend en stelselmatig uitgebreid.
Minstens zo verontrustend is het gebrek aan toekomstvertrouwen in de kwaliteit van ons leefmilieu of onze voeding. Alle regelgeving, controles en innovaties ten spijt denkt slechts een vijfde van de Vlamingen dat we het op dat vlak in de toekomst beter zullen hebben dan vandaag. Ook hier is het vertrouwen gedaald tegenover 2000.
Er rest mij toch een sprankeltje hoop. Het vertrouwen in werkgevers en ondernemers staat nog steeds op de vierde plaats op een lijst van een twintigtal instellingen. Onderwijs scoort het hoogst. En om het pessimisme om te buigen zijn ondernemers het best geplaatst. Door hun streven naar de realisatie van hun droom durven ze risico’s te nemen, opportuniteiten te grijpen en te zorgen voor verandering en vooruitgang. Uiteraard lukt dat niet altijd, maar zolang er ondernemers zijn die de handschoen opnemen om uitdagingen aan te gaan, is er hoop op verbetering.
Misschien moeten we wat vaker uitpakken met inspirerende rolmodellen in plaats van alleen kritiek te hebben op wat beter kan. Op naar meer vooruitgangsoptimisme!
Meest gelezen
- 1 Formatie federale regering: landing nog niet in zicht, nieuwe taxcut valt slecht bij Vooruit
- 2 300 tot 400 jobs verdwijnen na doorstart Lunch Garden
- 3 5 favoriete aandelen van Yves Vaneerdewegh (Capricorn Partners): 'Deze marktleider in saunaproducten haalt dezelfde winstgroei als Microsoft'
- 4 Belgische ondernemers over Trump: 'Zijn plannen kunnen leiden tot nog hogere Amerikaanse lonen'
- 5 Bitcoin op recordhoogte na lancering eigen cryptomunt Trump