Wat bezielt de Syriëstrijders?
Wat houdt opiniemakers en experts bezig buiten hun dagelijkse taak? Om dat te weten lieten we hen hun stokpaardje berijden. En schotelen we u hun ‘dada’ voor.
Door Johan Braeckman, hoogleraar wijsbegeerte aan de Universiteit Gent
Wie, zoals de jongeren die naar Syrië trekken, zonder enige militaire ervaring vanuit het veilige Mechelen of Vilvoorde naar een oorlogszone gaat, weet dat hij zijn leven op het spel zet. Meerdere van de Belgische Syriëstrijders zijn reeds gesneuveld.
Wat bezielt die mensen? Het kan met de specifieke situatie in Syrië zelf te maken hebben. Die jongeren trokken immers niet naar pakweg Libië, Tunesië of Egypte om er te gaan vechten. Het kan aan de timing van het ronselen liggen: de kopstukken van Sharia4Belgium riepen de ware moslims op om te gaan strijden, en het conflict in Syrië barstte los op het juiste moment. Of misschien doen ze het wel louter voor de kick en voor het avontuur?
Zoals vaak in dergelijke kwesties, wordt de rol van religie ook hier geminimaliseerd. Soms lees je zelfs letterlijk: ‘Met religie heeft dit niets te maken.’ Of men suggereert dat het in wezen gaat over ‘misbruik van religie’. Selectief denken, lijkt me dat. Religie is zo overduidelijk aanwezig in het hele Syriëdrama dat het onmogelijk is om de rol ervan niet te erkennen.
Religieus
Natuurlijk geven jihadisten een andere interpretatie aan de islam dan de uitbaters van het Turkse restaurant waar ik graag vertoef. En uiteraard kan men het vrome katholicisme van mijn grootmoeder niet verwarren met de geloofsopvattingen van de kopstukken van het Iers Republikeins Leger. Maar de godsdienstige denkbeelden van een terrorist of zogenaamde vrijheidsstrijder zijn niet minder religieus dan die van Mo van de pittatent of van Jozef die op zondag met de schaal rondgaat.
Het geloof in het hiernamaals speelt duidelijk een rol in de motivatie van de Syriëstrijders. Een jongen die terugkeerde, getuigde dat sneuvelen op het slagveld tot een voorkeursbehandeling leidt in het paradijs, met zeventig maagden en al. Dat veel moslims de verering van het martelaarschap afwijzen, doet geen afbreuk aan het feit dat het een belangrijk, en religieus, aspect is van de drijfveer van de jongeren die in Syrië gaan vechten. Een beruchte Belgisch-Syrische sjeik verloor twee zonen in de Syrische burgeroorlog. Hij liet weten daar blij om te zijn: ‘Ze hebben allebei het paradijs gewonnen. Voor ons is het een grote eer dat ze gevallen zijn.’
Groepscohesie
Religie heeft natuurlijk meerdere kenmerken en functies. Om de Syriëstrijders te begrijpen is één aspect van bijzonder belang: het bevorderen van de groepscohesie. Religie leidt ertoe dat men andere gelovigen als familieleden beschouwt, die men steunt door dik en dun, ook als hun opvattingen en gedrag in feite immoreel zijn. Men moet natuurlijk de juiste interpretatie aanhangen. Wie gelooft in een foute religie, stigmatiseert men als ongelovig, en is dus onbetrouwbaar. Religie voedt daardoor het wij-tegen-zij-denken, kweekt angst aan voor medemensen en kan andere groepen dehumaniseren. Net dat kan leiden tot immoreel gedrag dat de daders zelf, die tot de ‘juiste’ groep behoren, als ethisch zeer hoogstaand beschouwen.
In het evangelie van Matteüs zegt Jezus aan iemand die hem zei dat zijn moeder en broers buiten op hem stonden te wachten: ‘Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broeders?’ En met een gebaar naar zijn leerlingen zei hij: ‘Ziedaar mijn moeder en mijn broeders; want mijn broeder, mijn zuster en mijn moeder zijn zij die de wil volbrengen van mijn Vader in de Hemel.’ (12: 46-50).
Verwanten
Ook de Syriëstrijders beschouwen elkaar als broeders, belangrijker dan de genetische verwanten. Een Antwerpse bekeerling liet vanuit Syrië in een e-mail weten dat hij verder geen contact meer wou met zijn familie: ‘De gelovigen zijn mijn echte familie geworden.’ Mensen zijn groepsdieren, ze voelen een diepe nood om tot een groep te behoren, jongeren in het bijzonder.
Wie niet kan of mag meespelen met de ene groep, voelt zich automatisch sterk verbonden met de groep die hem wel een lidmaatschap aanbiedt. Hoe extremer het karakter van de club, hoe sterker de loyaliteit en het samenhorigheidsgevoel van de leden wordt. Het vermoorden van zogenaamde ongelovigen lijkt dan gerechtvaardigd.