Advertentie

Zoek geld voor de onderwijshervorming

De experts van het schaduwkabinet van De Tijd geven hun visie op de actualiteit en goede raad over welke maatregelen nodig zijn.

Door André Oosterlinck, voorzitter van de Associatie KU Leuven

Het recente Masterplan over het secundair onderwijs ontlokt discussie, maar geen commotie. Dat is goed. Commotie polariseert, en daar wordt niemand beter van. Discussie daarentegen genereert betrokkenheid. Daar hebben dit plan en ons onderwijs nood aan. De reacties in de media geven aan dat zelfs de meest uiteenlopende politieke strekkingen er hun gading in vinden.

Dat is ooit anders geweest. Onderwijspolitieke plannen gingen ooit gebukt onder een directieve uitstraling met partijpolitieke of zelfs doctrinaire inslag. Niet dat de huidige tekst plots olympische kwaliteiten vertoont, maar hij laat alleszins ruimte voor het creëren van een draagvlak van betrokkenheid, dé basis van elke verandering.

De onderwijswereld zal de uitnodiging tot geëngageerde gesprekken ongetwijfeld graag aanvaarden. Dat gesprek is ook broodnodig. Het plan geeft immers wel een resem grote en kleine doelstellingen aan, maar maakt lang niet altijd overtuigend duidelijk langs welke weg die bereikt moeten worden. Die weg zoeken is echter exact wat de onderwijswereld zélf het beste kan, in dialoog onderling en met de relevante overheden en andere betrokkenen.

De minister lijkt begrepen te hebben dat elke ingrijpende hervorming slechts kan slagen als ze gedragen wordt door ‘de basis’. Het alternatief is mislukking. Dat kan of wil de minister zich niet veroorloven. Hij zal het vervolg van deze legislatuur dan ook weldenkend aangrijpen om de gesprekken met die basis aan te gaan en aan te moedigen. Misschien zal later blijken dat de grootste verdienste van het voorliggende plan niet in zijn lange lijsten met doelstellingen en maatregelen ligt, maar in het feit dat het de onderwijshervorming op de maatschappelijke agenda gezet heeft zonder meteen vijandig ontvangen te worden.

Budgetneutraal

Zijn we niet te mild voor de minister? In het geheel niet. Het kost niet veel moeite er elementen in te ontwaren die, op zijn zachtst gezegd, ‘niet zo vanzelfsprekend’ zijn. Slechts enkele tamelijk willekeurige voorbeelden.

Neem de laatste bladzijde, waar boudweg gesteld wordt dat de hervormingen ‘budgetneutraal’ moeten zijn, dus geen extra geld mogen kosten. Voor een hervorming van de beoogde omvang lijkt dat ons minstens enigszins naïef. Zoals een vroegere rector van Harvard het uitdrukte: ‘If you think education is expensive, try ignorance.’ Anders gezegd: meneer de minister, zoék geld en durf u te onttrekken aan budgettaire kleurloosheid. De geloofwaardigheid van het plan kan er alleen maar wel bij varen.

Andere twistpunten vinden we in de klaarblijkelijke afwijzing van hiërarchie tussen en de stigmatiserende over- of onderwaardering van bepaalde studierichtingen. De bekende ‘schotten’ tussen aso, tso, bso en kso moeten plaatsmaken voor een ‘matrix’-structuur. Die wordt echter geheid op zijn beurt een basis voor nieuwe ‘schotten’ en betekent niet veel meer dan terminologische cosmetica.

Kan zo’n gedifferentieerde waardering trouwens wel zoveel kwaad? Ja, als het systeem sociale achteruitstelling in de hand zou werken. Maar evengoed ook neen, wanneer we spreken over intellectuele elitevorming. Een samenleving die ‘elite’ een vies woord vindt, ontzegt haar jeugd de uitdaging om tot die elite te willen behoren, en dat blijft een van de belangrijkste drijfveren voor vooruitgang.

Men kan redetwisten over de (volgens ons te geringe) plaats van de leraren in het masterplan. Men kan dit en men kan dat - maar men kan, na het masterplan, niet langer om de open en eerlijke discussie heen. Die wacht op de vele geledingen uit de onderwijswereld, op de minister, op de maatschappelijke vertegenwoordigers. Dáár ligt het belang, en dáár ligt de waarde voor ons toekomstig onderwijs.

Lees verder
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Advertentie
Gesponsorde inhoud