Redacteur Politiek

We dreigen het moment te beleven waarop de meerderheidspartijen in alle stilte hun historische ambitie begraven om de begroting in evenwicht te krijgen.

Eind dit jaar zijn de talrijke regeringen van ons land halfweg hun opdracht en zit de makkelijkste helft van het werk erop. De evidente vraag is of ze ook halfweg staan in het uitvoeren van hun ambitie om sociaal-economisch herstel te brengen. 

Normaal kan een dergelijke evaluatie pas maanden of jaren na de feiten worden gemaakt, omdat de resultaten van beleidskeuzes zich doorgaans maar traag laten zien. Maar op één punt kan je vroeger zien of de plannen op schema zitten: de begroting. 

Advertentie

De meerderheidspartijen buigen zich over de opmaak van het budget voor 2017. Daarbij moeten ze kleur bekennen over hoe menens het hun is met de ambitie om tegen het einde van de regeerperiode het budget in evenwicht te krijgen.

Zoals het nu loopt, wijst alles erop dat de meerderheidspartijen hun ambitie aan het begraven zijn. Toen centrumrechts in de zomer van 2014 aantrad, hadden alle Belgische overheden samen volgens data van de Europese Commissie een begrotingstekort - conjunctuureffecten niet mee gerekend - van 2,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat slinkt eind dit jaar naar 2,1 procent, wat betekent dat slechts om en bij een kwart van het werk is gedaan.

Het is met andere woorden nu of nooit om het budget in evenwicht te krijgen. De timing is des te prangender omdat 2018 een lokaal verkiezingsjaar is, wat nu al tot politieke hoogspanning in steden als Gent en Hasselt leidt. In 2019 volgt een nieuwe moeder van alle verkiezingen voor het federale, Vlaamse én Europese parlement, wat tot nog meer nervositeit leidt.

Dit is hét moment om de versnelling in te zetten. Maar niets doet vermoeden dat dat ook zal gebeuren.

Dit is hét moment om de versnelling in te zetten, maar niets doet vermoeden dat dat ook zal gebeuren. De meerderheidspartijen maken zich op om 0,6 procent van het bbp te saneren, wat te traag is om het evenwicht nog te bereiken. De Vlaamse regering is zelfs van plan in het rood te gaan omdat ze Oosterweel wil betalen zonder elders te besparen.

Er zijn twee goede redenen om dat toch te doen. De eerste is de vergrijzingsfactuur, in boekhoudtermen een schuld die buiten de balans staat. Je kan ze niet zien, maar ze is er. Cijfers van Econopolis leerden deze week hoe alleen al de ambtenarenpensioenen in tien jaar tijd met 1 procent van het bbp zijn gestegen. 

Advertentie

Anders gezegd: bespaar dat bedrag - in absolute cijfers op dit moment 4 miljard euro - en je maakt de begroting geen euro gezonder. En dan moet de echte vergrijzingspiek nog komen.

De tweede reden is dat de rente niet eeuwig laag zal blijven. En zelfs tegen de huidige lage niveaus betalen we meer aan rente dan aan politie, justitie en defensie samen. Wat moet dat worden als de rente verdubbelt of verdrievoudigt, weer naar de historisch normale niveaus?

De Belgische welvaartsstaat blijft bijzonder kwetsbaar. En we dreigen de ambitie te laten varen om daar eindelijk eens iets aan te doen.

Advertentie
Gesponsorde inhoud