Advertentie

Brexit

©Saskia Vanderstichele

Niemand is gebaat bij een Europese Unie zonder de Britten, ook België niet. Net daarom is het zo zorgwekkend dat Londen schoorvoetend in de verkeerde richting blijft gaan.

De grootste Europese verrassing van de dag kwam gisteren niet uit Straatsburg, waar Jean-Claude Juncker met een ruime meerderheid werd verkozen tot de 13de voorzitter van de Europese Commissie. Dé verrassing kwam uit Londen, waar premier David Cameron in het vooruitzicht van de Britse verkiezingen van volgend jaar zijn kabinet grondig dooreen schudde.

Vanuit het standpunt van België en de Europese Unie vallen twee dingen daarbij op. De - naar Britse normen - eurofiele William Hague vertrekt op Buitenlandse Zaken. Hij wordt vervangen door de uitgesproken eurosceptische Philip Hammond. Die werd gisteren vooral omschreven als de man die vorig jaar zei dat als de EU in haar huidige vorm blijft bestaan, de Britten eruit moeten stappen.

Ook opmerkelijk is dat Cameron geen politiek zwaargewicht naar de Europese Commissie stuurt, maar de volslagen onbekende Lord Hill. Zelfs heel wat Britse europarlementsleden wisten gisteren niet meteen wie dat is.

Beide beslissingen geven aanleiding tot argwaan. De minister van Buitenlandse Zaken weegt dan misschien niet heel zwaar op de Europese besluitvorming - de premier zelf doet dat veel meer -, hij is wel een van de uithangborden in het Britse publieke debat over Europa. En dat debat doet er toe: Cameron heeft een referendum over een brexit, een Britse uitstap uit de EU, beloofd.

Waarom doet dat er toe voor ons? Omdat België een klein land is dat zijn buurlanden nodig heeft. Hoe stabieler hun politiek en hun economie, hoe beter voor ons. Die stabiliteit nastreven is altijd een rode draad geweest voor de Belgische diplomatie. Van onze munt tot de defensieafspraken: grote delen van het Belgische beleid zijn uitbesteed aan de EU, de NAVO of andere internationale instellingen. We hebben zelfs wetten die bepalen dat onze lonen niet sneller mogen stijgen dan die in de buurlanden.

Daar is reden toe: de helft van onze buitenlandse handel doen we met Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. En die buitenlandse handel is goed voor 80 procent van het Belgisch bruto binnenlands product. Hij is de voedingsbodem voor de Belgische welvaart.

Net daarom is het zorgwekkend dat de Britten zich beetje bij beetje meer isoleren in de Europese Unie. Het begon door zich af te scheuren van de Europese Volkspartij, die nu met Juncker opnieuw de Commissievoorzitter levert. Er was Camerons belofte voor een referendum. Er was het veto tegen Jun­cker, dat niets opleverde. En nu hebben de Britten een uitgesproken eurosceptische minister van Buitenlandse Zaken.

Misschien hoeft het niet zo’n vaart te lopen, maar de signalen die uit Londen komen, veroorzaken argwaan. Het lijkt er op dat Cameron niet bij machte is het belang van de EU aan de Britten uit te leggen en het te verdedigen. Nochtans is niemand gebaat met een Europese Unie zonder de Britten. Niet de Britten zelf. En ook België niet.

Advertentie
Gesponsorde inhoud