Senior writer

Meer protectionisme is volgens sommigen het middel om Europa te redden en er opnieuw een hechter blok van te maken. Maar protectionisme, ook in een lightversie, heeft een economisch prijskaartje.

De Vlaamse socialisten congresseren dit weekend over Europa. In een aantal resoluties pleit de partij voor een Europees protectionisme. Ze dringt erop aan dat de Europese Unie zich defensiever zou opstellen tegenover buitenlandse overnames van strategische bedrijven en tegenover buitenlandse investeringen in publieke infrastructuur. De sp.a gaat ook mee in het pleidooi van de pas verkozen Franse president Emmanuel Macron. Die vindt dat bedrijven die geen substantiële activiteiten in Europa hebben, geweerd moeten worden bij Europese openbare aanbestedingen. In het Verenigd Koninkrijk wordt die oproep gezien als een poging om Britse bedrijven te treffen als straf voor de brexit.

Het voorstel van Macron krijgt bijval van Europees commissaris Margrethe Vestager, bevoegd voor het mededingingsbeleid. Het bewijst dat ook in het Europese hoofdkwartier in Brussel de geesten kenteren. Dat bleek ook uit het feit dat de Europese Commissie haar strijd staakt tegen de wet-Major in ons land, die de concurrentie in de havenarbeid sterk aan banden legt.

Advertentie

Behalve bij de brexitstemming in het VK vorig jaar, hebben de anti-Europese partijen bij belangrijke verkiezingen in andere landen, zoals Nederland en Frankrijk, geen grote overwinningen geboekt. De PVV van Geert Wilders staat in Nederland buitenspel. Marine Le Pen van het FN delfde bij de Franse presidentsverkiezingen zwaar het onderspit tegen Macron. Maar hun gebeuk op Europa heeft wel een koerswijziging teweeggebracht.

Het gebeuk van Wilders, Le Pen en anderen op Europa heeft een koerswijziging op gang gebracht.

Want de beleidsmakers zijn plots minder uitgesproken voor vrijhandel en vrije concurrentie. In Nederland kant de overheid zich ongegeneerd tegen de overname van Nederlandse bedrijven door buitenlandse groepen, ook Europese. En Macron komt met de campagne ‘Buy European’, die geïnspireerd lijkt op de ‘Buy American’-kreten van de Amerikaanse president Donald Trump.

Het argument van Macron en van zij die op dezelfde trein springen is dat het sluiten van de Europese buitengrenzen, de economische en andere, de interne samenhorigheid in Europa kan versterken en van de Europese Unie een hechter blok zal maken. Het is het idee van ‘wij tegen de rest’, het zoeken naar een externe tegenstander.

Het kan helpen om het ongenoegen over ‘Europa’ bij een deel van de Europese bevolking te verminderen. Dat is een legitiem politiek doel. Maar het heeft wel een economisch prijskaartje. Het eisen van wederkerigheid in handelsrelaties, het weren van buitenlandse aanbieders en het opwerpen van barrières voor buitenlandse investeringen zullen goederen en diensten in Europa duurder maken, voor de consumenten én voor de overheden. Ze schaden de economische groei en hypothekeren de welvaart. Dat de burgers in Europa zich niet vergissen: het zijn zij die de prijs betalen.

Advertentie
Gesponsorde inhoud