De-industrialisering is geen noodlot
De beslissing van Volvo Cars om ook de nieuwe generatie van het model V40 in zijn fabriek in Gent te bouwen is een signaal dat er nog wél toekomst is voor de industrie in Vlaanderen.
Volvo zal ook de komende jaren nog auto’s bouwen in Gent. Daar was de voorbije maanden twijfel over ontstaan door het bekende pijnpunt: de hoge loonkosten in ons land. Geely, de nieuwe Chinese aandeelhouder van Volvo Cars, had laten verstaan dat dat toch wel een probleem vormde. De Vlaamse en de federale regering hebben echter enkele pakketjes lastenverlagingen in elkaar geknutseld, op maat van Volvo Gent. Daardoor - maar ook omdat de Volvo-bazen niet zoveel alternatieven hadden - kon het gevaar worden bezworen, voor enkele jaren althans, dat de fabriek in Gent het zelfde lot beschoren zou zijn als Opel in Antwerpen en Ford in Genk: de sluiting.
De beslissing van de Volvo-top bewijst dat er nog wel plaats is voor een industriële activiteit zoals auto-assemblage in onze contreien. De loonkosten zijn hier inderdaad hoog, maar gelukkig is dat niet het enige dat in rekening wordt genomen. Maar we moeten met beide voeten op de grond blijven: om de industrie hier te houden en nieuwe activiteiten aan te trekken moeten nog meer inspanningen worden geleverd. Een volgende doelstelling dient zich al aan: Volvo Cars ervan overtuigen ook de opvolger van de S60 en de XC60 in Gent te laten bouwen. De V40 tekent immers maar voor de helft van de huidige productie.
De grootste uitdaging zijn de loonkosten. Volvo blijft herhalen dat arbeid hier 15 procent te duur is in vergelijking met andere landen waar het kan produceren. We moeten dus proberen die handicap weg te werken.
Dat volstaat echter niet. We moeten ook inzetten op een verhoging van de productiviteit, de vorming van technisch geschoolde werknemers, een flexibele arbeidsorganisatie, een efficiënte logistiek en een vlotte verkeersmobiliteit.
De voorbije week werden weer enkele bedrijfssluitingen aangekondigd: Solenis in Beringen en FrieslandCampina in Sleidinge. De de-industrialisering in Vlaanderen is echter geen onafwendbaar noodlot. Die trend kan worden gestopt, en gekeerd. Maar we moeten er wel iets voor doen. We moeten vechten om de industrie hier te houden en nog meer om nieuwe industriële bedrijven aan te trekken.
Het is de moeite om daarvoor te vechten. Want de industrie verschaft de economie een stevige basis en biedt een meerwaarde op meerdere vlakken: de kwaliteit van de jobs, de toegevoegde waarde die geproduceerd wordt, de mogelijkheid de producten uit te voeren en de diensten die erop geënt kunnen worden. De opportuniteiten bestaan. Maar we moeten ze grijpen. We moeten ervoor willen gaan.
Meest gelezen
- 1 85-jarige chirurg Jules Hayen koopt Antwerpse Stadsfeestzaal voor 50 miljoen
- 2 Tot 0 procent rente tijdens Autosalon: leen ik bij bank of autodealer?
- 3 Magnette: 'Er zijn alternatieven, en dat gaan we tonen'
- 4 Raymond Cretskens, van beenhouwer tot supermarkttycoon: ‘Met een goeie biefstuk kan je klanten binden’
- 5 Vakbonden verwachten tienduizenden betogers in Brussel, grote hinder in de maak