Redacteur Politiek

Federaal vicepremier Kris Peeters (CD&V) stak gisteren de hand uit naar de vakbonden en riep op tot sociale rust. Het biedt geen garantie op succes, maar het is de enige en juiste weg.

Blijkbaar is het het droeve lot van een Belgische regering dat ze twee maanden na haar aantreden een algemene staking van 24 uur moet trotseren. Het overkwam de regering van premier Elio Di Rupo (PS) in januari 2012. Het overkwam gisteren de regering van premier Charles Michel (MR).

Tegelijk - en ook dat zijn we ondertussen gewoon - kwam uit internationale hoek nog eens de boodschap wat de Belgische politiek moet doen. De statistici van Eurostat publiceerden gisteren een studie waaruit blijkt dat in geen enkel andere lidstaat van de Europese Unie de loonkosten in de industrie zo hoog liggen als in België. In geen enkel ander land wordt ook minder gewerkt.

Hetzelfde verhaal bij het IMF. Wanneer een land lid wordt van het Internationaal Monetair Fonds, aanvaardt het dat de internationale gemeenschap zijn economie van tijd tot tijd doorlicht. De experts die België bezochten, beginnen hun rapport met twee risico’s voor ons land: te weinig mensen werken en de overheid geeft te veel uit.

In het debat dat gisteren over het rapport losbarstte, ging het echter al snel opnieuw over een ander onderdeel van het rapport: de taxshift. Net als vorig jaar zijn de IMF-experts daar voorstander van. Via een hogere btw, milieulasten en belastingen op vermogen kunnen de lasten op arbeid volgens hen omlaag. Maar het is belangrijk waarom het IMF dat zegt: het ziet er een oplossing in om de arbeidslasten te verlagen en zo meer mensen aan het werk te krijgen. Dat is de prioriteit.

Het is een van de ingrediënten die federaal vicepremier Kris Peeters wil gebruiken om de besparingscocktail weer drinkbaar te maken voor de vakbonden. Hij stelde hen gisteren voor om tegen februari een akkoord te vinden over vier dingen: besparingen, taxshift, economische relance en een sociaal plan. Het is de oer-Belgische methode om iedereen in het bad te trekken. Door de deal groter te maken, kan je de moeilijker verkoopbare onderdelen ervan laten opgaan in een groter geheel, in de hoop dat niemand ze terugvindt.

Het is geen garantie op succes, maar het is wellicht de enige manier die tot succes kan leiden. De top van de drie vakbonden moet nu opnieuw om de tafel zitten met de werkgevers en de regering. De belangrijkste hoop van Peeters is nu dat de economische omstandigheden - de concurrentiehandicap met de buurlanden - een beetje beter beginnen mee te vallen zodat er ruimte ontstaat om een deal te smeren. Ook dat is oer-Belgisch.

De weg die Peeters bewandelt is de juiste. Het wordt tijd dat de regering haar beleid begint uit te voeren. Vorige week schrapte Philips in Turnhout 170 banen. Later deze week sluit Ford Genk finaal de deuren. Stilaan wordt het tijd dat ook de vakbonden die reality check doen. De leiding van de bonden zei gisteren tevreden te zijn over de staking. Dat zal dan wel, maar tevreden met de Belgische economie en werkgelegenheid kunnen ze niet zijn. Het wordt tijd dat regering, werkgevers én vakbonden proberen daar samen iets aan te doen.

Lees verder
Gesponsorde inhoud