Evenwicht
Brussel houdt voortaan zijn begroting in evenwicht. Goed zo. Maar de echte opdracht bestaat erin de bevolking in evenwicht te krijgen door meer jongeren aan een job te helpen.
Het is moeilijk vertrouwen te krijgen in een businessplan zonder dat je behalve de ambitieuze doelstellingen ook de harde cijfers hebt gezien. Zo is het maar net met het Brusselse regeerakkoord dat de onderhandelaars van PS, cdH, FDF, Open VLD, sp.a en CD&V gisteren hebben voorgesteld in de parmantige Spiegelzaal van het Brussels Parlement.
De klemtonen die de Brusselse regering legt, zijn de juiste. Ze wil investeren in een betere mobiliteit, ze droomt van betere tram- en metroverbindingen, ze wil een afgezonderd fietspad rond de vijfhoek, ze verschuift de lasten van arbeid naar vastgoed en ze maakt werk van de strijd tegen jongerenwerkloosheid. Dat zijn correcte klemtonen in een hoofdstad waar het verkeer dagelijks uren compleet vastloopt en waar een op de vijf Brusselaars die kan werken geen job heeft.
Het belangrijkste cijfer dat die ambities moet ondersteunen, is een nul. De Brusselse regering belooft dat ze de komende jaren voor nul euro in het rood gaat en haar begroting in evenwicht houdt, net zoals dat in 2014 gepland is en in 2013 gebeurde. Iedere euro die wordt uitgegeven, moet ook binnenkomen.
Maar omdat daar de cijfers ophouden, is het moeilijk die ambitie in te schatten. In de zesde staatshervorming kreeg het Brussels Gewest er - als pasmunt voor de splitsing van BHV - een pak extra geld bij. Op kruissnelheid - en daar zijn we volgend jaar al - loopt dat extraatje op tot 461 miljoen euro. Op een budget dat nu rond 3,5 miljard euro schommelt, is dat een grote slok op de borrel.
Zo is het niet zo’n huzarenstukje om het budget in evenwicht te houden. En toch is de belofte belangrijk, omdat de uitdagingen die Brussel te wachten staan ieder jaar groter worden. Terwijl de rest van België vergrijst, vergroent Brussel. De bevolking groeit er snel. Verwacht wordt dat ze de komende tien jaar met 160.000 mensen toeneemt tot 1,3 miljoen Brusselaars.
Zoiets zou een zegen moeten zijn in een land waar de pensioenuitgaven jaar na jaar aantikken. Maar dat is het niet, omdat Brussel kampt met een immens werkloosheidsprobleem, dat vaak al begint in het onderwijs. Een werkloosheidsgraad van 20 procent, een nog hogere jeugdwerkloosheid en een groeiende jonge bevolking: dáár ligt het grote onevenwicht van Brussel.
De noden worden er niet minder op: in het Brussels regeerakkoord wordt geschat dat er komende jaren scholen moeten worden gebouwd voor 45.000 extra leerlingen en scholieren.
De volgende Brusselse regering legt juiste klemtonen om dat onevenwicht aan te pakken. Maar als ze echt ambitieus is en een breed vertrouwen wil krijgen voor haar plannen, moet ze nu meer details en cijfers geven. Dan bewijst ze dat het extra geld dat Brussel van de rest van de Belgen krijgt, goed besteed is. En bewijst ze dat haar aanpak van de jongerenwerkloosheid verder gaat dan vrijblijvende goede bedoelingen.
Meest gelezen
- 1 De must-reads van het weekend
- 2 Vlaams minister Annick De Ridder: 'Ik zit hier niet om de Vlaming cadeaus te geven'
- 3 Aan verlaagde registratierechten van 2 procent hangen strikte voorwaarden
- 4 Ondernemer Marc Coucke: ‘Politici vragen me soms om advies. Maar of ze luisteren, weet ik niet’
- 5 Nieuwe Belgische topman ArcelorMittal: 'We mogen de groene omslag niet te snel willen maken'