Hemeltergend lichtzinnig

De lichtzinnigheid waarbij de Vlaamse coalitiepartners in Michel I elkaar de gracht in rijden, is hemeltergend. Nog geen vier maanden zit deze regering in het zadel, en al veel illusies liggen aan diggelen.

Dit weekend mag tot dusver het dieptepunt van de regering-Michel genoemd worden. Vrijdagavond was er nochtans een sprankje hoop dat 'de tijd van nodeloze confrontaties en venijnige opmerkingen' (die openlijke terechtwijzing van zijn coalitiepartners kwam van Michel op de nieuwjaarsreceptie bij de Koning) voorbij zou zijn.

Na een hete sociale herfst, sloten acht van de tien sociale partners – zonder het ABVV/FGTB – vrijdagavond toch een akkoord. Een akkoord dat weliswaar zeer ver gaat in het tegemoetkomen aan de eisen van de vakbonden, maar niettemin: een akkoord. En dus belangrijk voor een begin van sociale vrede en het uitvoeren van de geplande sociale en economische hervormingen.

Het had het momentum kunnen en moeten zijn voor Michel I om eindelijk serieus uit de startblokken te schieten met datgene waarvoor dit kabinet gekozen is: dit land economisch weer op de rails zetten.

Niet de Franstalige partner met een minderheid achter zich zorgt ervoor dat dit land niet vooruit kan, het zijn de Vlaamse keetschoppers die dit momentum vergooien om eindelijk een meerjarenbeleid uit te zetten waarvoor ze zelf zo hard gepleit hebben.

Helaas. Zaterdagochtend publiceerde Het Laatste Nieuws een ontstellende interne mail van CD&V Antwerpen, waaruit blijkt dat het kabinet van vicepremier Kris Peeters CD&V-militanten had opgeroepen om te klagen over militairen op straat. Daarmee mobiliseert hij zijn partij tégen een regeringsbeslissing. Kris Peeters ging dus niet zomaar een kilo beuling kopen op de Meir in Antwerpen, de partij-afdeling zou die actie nu consequent gaan herhalen en het verzet tegen een maatregel die Peeters zelf heeft mee goedgekeurd, 'warm' houden. Veel gekker moet het niet worden.

Waarop Bart De Wever alle registers opentrok in zijn reactie (‘geschokt’ en ‘achterbaks’). Waarop Kris Peeters de mail waarmee CD&V zich de facto distantieert van het regeringsbeleid, afdeed als ‘een ludieke actie’ en er zich niét voor excuseerde. Waarop Alexander De Croo als ‘lachende derde’ net iets te triomfantelijk dit tafereel afschilderde als een ‘vuile politieke oorlog’.

Eensklaps gaat het helemaal niet meer over hoe deze regering nu eindelijk de sociaal-economische motor aan de praat kan krijgen. Alles gaat over twee coalitiepartners die niet door één deur kunnen.

Dat is te gek voor woorden. Kris Peeters is vicepremier en is lid van het kernkabinet. Wie als lid van een ploeg een maatregel goedkeurt, verdedigt die. Erover zwijgen is al deloyaal, laat staan er op een sluikse manier het verzet tegen organiseren. Peeters moet weten wat hij wil: ofwel neemt hij volop zijn rol op als vicepremier in dit kabinet dat sociaal-economisch nog bijzonder heikele klussen te klaren heeft. En dan praat hij binnenskamers de meningsverschillen met N-VA (en met Open VLD, over andere dossiers) uit. En laat hij eindelijk zijn rancune over het gemiste minister-presidentschap, over het gemiste premierschap achterwege.

Ofwel trekt Peeters voor zichzelf het besluit dat hij zich met de beslissing(en) van deze ploeg niet kan verzoenen. Dat hij zich niet kan verzoenen met deze ploeg tout court en zijn rol daarin. Dan weet hij zelf wel dat een exit de logische gevolgtrekking daarvan is.

Het probleem reikt verder dan Kris Peeters alleen. Nog geen vier maand zit de centrumrechtse regering Michel I in het zadel, en al veel illusies liggen aan diggelen.

De twee Vlaamse partijen die voor de verkiezingen een akkoord hadden om samen een Vlaamse as te vormen in de Vlaamse regering, gingen ook in de federale regering zogenaamd een sterk, eensgezind Vlaams blok zijn. Met te elfder ure Open VLD erbij had men bovendien een symmetrische formule in de federale en Vlaamse regering, van partijen bovendien die sociaal-economisch niet zo heel ver van elkaar liggen. Dat zag er allemaal zo slecht niet uit.

Bij de start van de onuitgegeven formule van deze centrumrechtse coalitie, rezen er vooral veel vragen rond de MR als enige Franstalige partij in de regering. Een Franstalige partner die slechts een minderheid van zijn landsgedeelte vertegenwoordigt, ging dat geen constante factor van politieke instabiliteit zijn? zou die partij niet voortdurend wankelen als ze vanuit Wallonië en Brussel voortdurend met man en macht – de PS, CDH en de vakbonden – bestookt zou worden?

Niks van dit alles. Michel en zijn MR-ministers willen regeren, en willen dat vijf jaar doen. Uit peilingen van dit weekend blijkt ook dat ze daar voorlopig bij de Franstalige kiezer ook voor beloond worden. Van een kamikaze-effect omdat ze als enige Franstalige partner in een regering met N-VA gestapt zijn, is voorlopig geen sprake.

De Vlamingen in deze coalitie moeten toegeven dat zij, en niemand anders, voor een triest schouwspel hebben gezorgd. Zij die uitgerekend altijd benadrukten dat het wegwerken van de loonhandicap, het langer werken, het ontmijnen van het vergrijzingsprobleem, heel urgent was. Zo urgent dat de nationalistische partij in de regering er zelfs vijf jaar zijn communautaire eisen voor opborg. In realiteit is er een constant getouwtrek tussen CD&V en N-VA, en tussen CD&V en Open VLD – zij het meer achter gesloten deuren – ook al. Over de para’s op straat, jawel, maar ook over de taks shift, over een speculatietaks, over het verzachten van de maatregelen voor langer werken, over het optrekken van werkloosheidsuitkeringen, enzovoort enzovoort.

Niet de Franstalige partner met een minderheid achter zich zorgt ervoor dat dit land niet vooruit kan, het zijn de Vlaamse keetschoppers die dit momentum vergooien om eindelijk een meerjarenbeleid uit te zetten waarvoor ze zelf zo hard gepleit hebben. Dat is wraakroepend.

Gesponsorde inhoud