Hoorzitting
De hoorzittingen van kandidaat-commissarissen in het Europees Parlement zijn poli tiek zoals het hoort. Ook in de Belgische en de Vlaamse politiek zouden ze een goed idee zijn.
Euro-obligaties? Ik heb daar niet meteen een goed geïnformeerd oordeel over’, sprak de Brit Jonathan Hill, nochtans kandidaat-commissaris voor Financiële Dienstverlening gisteren. Maar hij was uiteraard bereid zich er de komende weken en maanden in te verdiepen.
De hoorzittingen van de 27 kandidaat-leden van de commissie-Juncker zijn Europese politiek op haar best. Het volk kiest een parlement, en dat parlement test vervolgens of de politici die straks veel macht krijgen hun job wel aankunnen en over de juiste instelling en waarden beschikken.
Ook anderen werd gisteren het vuur aan de schenen gelegd. De Spanjaard Miguel Arias Canete mocht uitleggen waarom hij zich ondanks zijn banden met de oliesector geschikt vindt als commissaris van Leefmilieu. En de Hongaar Tibor Navracsics moest duidelijk maken waarom hij verantwoordelijk wil worden voor Cultuur, terwijl hij in de Hongaarse regering wetten steunde die de media aan banden legden en die door velen als antidemocratisch werden gezien.
Maar niet alle hoorzittingen verliepen agressief. CD&V-politica Marianne Thyssen reed een vlekkeloos parcours en legde vooral uit waar haar accenten liggen. Ze wil dat de Europese Commissie de EU-landen niet alleen aanbeveelt hoe ze hun begroting gezond en hun economie stabiel moeten maken, maar ook hoe ze sociaal beleid moeten voeren. Tegelijk leerde de hoorzitting ook de beperkingen van Thyssens mandaat: heel vaak moest ze uitleggen dat niet zij bevoegd is voor Sociale Zaken, maar in de eerste plaats de Europese lidstaten zelf.
Om al die redenen zijn hoorzittingen een goed idee. Ze zijn educatief, schetsen het beleid, testen politici en filteren de onbekwamen weg. Ook de Belgische en de Vlaamse politiek zouden er deugd van hebben. Waarom niet alle ministers en staatssecretarissen laten uitleggen wat ze van plan zijn. Nu gebeurt die oefening al in de bespreking van beleidsbrieven, dus een groot probleem kan dat niet vormen. En waarom hen ook niet laten uitleggen dat ze losstaan van belangenconflicten? En waarom hen niet laten bewijzen dat ze kaas hebben gegeten van de bevoegdheid die ze ambiëren?
Voor alle duidelijkheid: zulke hoorzittingen dienen niet om democratie te herleiden tot een schietkraam waarbij het parlement naar hartelust kandidaat-ministers naar huis kan sturen. Ze dienen net het omgekeerde doel: mensen meer vertrouwen geven in democratie en politiek.
Nu barst bij de start van een regering vaak een discussie los over de vraag of een minister wel bekwaam is. Zo verging het Joke Schauvliege (CD&V) vijf jaar geleden. Via een hoorzitting heeft de politicus in kwestie ten minste een verweer. En de burger kan zien en horen dat wie bestuurt, ook iets moet kunnen of anders naar huis wordt gestuurd. Het kan het vertrouwen in politiek alleen maar vergroten.