Militair einde
Met de val van Raqqa, de Syrische ‘hoofdstad’ van het kalifaat van Islamitische Staat, lijkt de terreurgroep militair uitgeteld. Maar de IS-dreiging is niet weg. En het Syrische conflict woedt onverminderd.
Nu de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) Raqqa hebben ingenomen, valt de tweede grote stad die IS controleerde. Drie maanden geleden werd de Iraakse stad Mosoel al bevrijd. IS heeft nu geen stedelijk bolwerk meer en is teruggedrongen naar een smalle strook aan de Eufraat.
IS gebruikte Raqqa als uitvalsbasis voor buitenlandse terreuraanslagen. Dat die uitvalsbasis weg is, betekent niet dat het gevaar op aanslagen is afgenomen. Dat geldt ook voor Europa. De val van de ‘hoofdstad’ van het zelfverklaarde kalifaat is een grote symbolische klap, maar de terreurbeweging beschikt nog over een buitenlands netwerk van teruggekeerde jihadstrijders en digitaal blijft de boodschap van Islamitische Staat circuleren. Ook de ‘filialen’ elders, meestal bestaande terreurbewegingen die zich aansloten bij IS, zijn nog niet verslagen.
Voor het Syrische conflict is de val van Raqqa helemaal geen doorbraak. De stad werd heroverd door de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF). Vooral de Koerdische vleugel YPG ging het gevecht aan en ruimde uiteindelijk de laatste resten van verzet op. De Koerden kregen de steun van een internationale coalitie onder commando van de VS. Nu ze de Arabische stad hebben veroverd, lijkt het uitgesloten dat ze ook het politieke bestuur overnemen.
Voorlopig hebben de Koerden bondgenoten gezocht bij lokale stamleiders om een nieuwe vorm van bestuur te installeren. Tot nu is de Koerdische militie er altijd in geslaagd het herwonnen gebied te controleren.
De val van Raqqa is een grote symbolische klap voor IS.
De val van Raqqa toont nog eens hoe complex de strijd in Syrië is geworden. YPG werd door de Verenigde Staten gefinancierd en uitgerust met wapens, terwijl Turkije de Koerdische militie als terroristen beschouwt. De Turken zullen alles doen om te voorkomen dat het veroverde gebied een soort autonoom Koerdisch gebied wordt. Hier botsen de regionale en internationale belangen frontaal.
De aanval van het Iraakse leger op Kirkoek, waarbij de troepen van de centrale regering de Koerdische milities uit de oliestad verdreven, toont bovendien aan dat de kiemen voor een voortdurend conflict in de regio aanwezig zijn en blijven.
Noch in Irak noch in Syrië zullen de Koerden een onafhankelijke staat kunnen uitroepen. In Syrië hopen ze op een confederaal model waarbij ze een belangrijke mate van autonomie kunnen binnenhalen. De vraag is of dat lukt.
Raqqa, volgens een VN-waarnemer ‘de ergste plek ter wereld’ , moet worden heropgebouwd. Dat wordt een immense taak, want de bombardementen door de internationale coalitie hebben de stad volledig in puin gelegd. En dan zwijgen we nog van een politieke heropbouw. Zolang het in Syrië onrustig is, is die onmogelijk. Daarvoor zijn ernstige onderhandelingen nodig.
Nu IS militair verslagen is, is het moment aangebroken om opnieuw diplomatiek overleg op te starten. Dat zal niet eenvoudig zijn, want de gemeenschappelijke vijand is weg. Nu moet een uitweg worden gezocht uit een oorlog die al meer dan zes jaar duurt en tal van burgerslachtoffers heeft gemaakt, in Syrië en door toedoen van IS ook elders.