column

Paleis der Natie | De januskop van Europa

De EU ziet zich graag als een kosmopolitisch tegengif voor het destructieve nationalisme. Volgens de Britse analist Hans Kundnani ontwikkelt de EU een eigen Europese versie van het nationalisme.

In 1996 voorspelde de Brits-Amerikaanse historicus Tony Judt, die via zijn vader Belgische banden had, dat de naden van het korset rond de Europese mythes het gingen begeven. In ‘Een grenzenloze illusie’ profeteerde Judt dat de uitbreiding van de EU het Europese project zou doen kapseizen door de ongelijke economische niveaus van de nieuwe lidstaten en hun verschillende belangen. Pogingen tot een hechtere unie te komen, zouden op praktische bezwaren stuiten. Daarbij beloven dat de integratie een alles helende panacee is, was in Judts ogen een grote onvoorzichtigheid.

Precies een jaar eerder had president François Mitterrand bij de aanvang van het Franse voorzitterschap het Europees Parlement in Straatsburg gewaarschuwd. Hij deed dat in een veelgeciteerde toespraak, die eindigde met het bekende: ‘Le nationalisme c’est la guerre!’ Hij had eraan toegevoegd: ‘De oorlog, dat is ons verleden, maar het kan ook onze toekomst worden.’

Advertentie

Ruim een kwarteeuw later woedt opnieuw een oorlog in Europa. En sinds de uitspraak van Mitterrand heeft het nationalisme samen met ultrarechts in de hele Europese Unie een opmerkelijke opmars gekend. In die mate dat de Britse analist Hans Kundnani de totstandkoming van een uiterst rechtse EU niet uitsluit.

Ongerustheid

Kundnani is geen praatjesmaker. Hij is een kenner van de Europese zaak, verbonden aan het Britse Royal Institute of International Affairs, beter bekend als Chatham House. Voorheen was hij aan de slag bij de denktank European Council on Foreign Relations (ECFR) en het German Marshall Fund in Berlijn. Zijn vader was een Indiër, zijn moeder een Nederlandse. Hij werd geboren in het Duitse Landau in der Pfalz en groeide op in het Verenigd Koninkrijk met een groot geloof in de kracht van Europa. Maar dat geloof is gevoelig getaand.

Eerder dit jaar publiceerde Kundnani een opgemerkt denkstuk in International Politics and Society, een blad dat in Brussel wordt uitgegeven door de Duitse Friedrich-Ebert-Stiftung, die gelieerd is aan de sociaaldemocratische SPD. Daarin had Kundnani het erover dat een verschuiving naar een uiterst rechtse EU niet ondenkbaar is. Zijn bijdrage klinkt als een waarschuwing voor de komende Europese verkiezingen.

Kundnani baseert zijn uiteenzetting op de vaststelling dat in de Europese Unie al een aantal radicaal-rechtse regeringen aan de macht zijn. Niet alleen in Centraal- en Oost-Europa, zoals in Polen, dat door de oorlog in Oekraïne invloedrijker dan ooit is geworden. Er is de opmars van Alternative für Deutschland (AfD), dat in de peilingen gelijke tred houdt met de SPD van kanselier Olaf Scholz. Terloops herinnert Kundnani er fijntjes aan dat de Duitse christendemocratische Ursula von der Leyen tot Europees Commissievoorzitster werd gekozen met de hulp van Fidesz, de partij van de Hongaarse premier Viktor Orbán, die vandaag in Brussel wordt gemeden.

In Italië, een van de zes stichtende landen van de Europese Unie, regeert Giorgia Meloni. Zij militeerde in haar jonge jaren voor de Movimiento Sociale Italiano (MSI), de naoorlogse opvolger van de fascistische beweging van Benito Mussolini. Toen ze aan de macht kwam, was er in Brussel wat ongerustheid over haar Europese gedrag in kwesties als Oekraïne en de eurodiscipline. Haar ideeën over migratie leken minder storend. Over haar fascistisch verleden wordt niet meer gerept.

Advertentie

Het echte Europa

Het echte Europa is voor uiterst rechts het Europa der naties. Maar van het verlaten van de EU is bij de uiterst rechtse partijen zelden nog sprake.

Het valt Kundnani op dat nogal wat van die Europese uiterst rechtse partijen zich niet langer anti-Europees opstellen. Integendeel, ze werpen zich op als de behoeders van de Europese beschaving en identiteit en van het sociaal model, die onder druk komen door de ongecontroleerde immigratie. Daarom moet de EU sterven om het echte Europa te doen leven, zegt Björn Höcke, een van de ultra’s onder de AfD-kopstukken. Het echte Europa is voor uiterst rechts het Europa der naties. Maar van het verlaten van de EU is bij de uiterst rechtse partijen zelden nog sprake.

Ook Meloni is daar na haar installatie als Italiaans premier nooit meer op teruggekomen. Het is Kundnani opgevallen dat de centrumrechtse partijen opschuiven in de richting van extreemrechts, vaak in naam van het hogere Europese belang. Daarom is de Brusselse weerstand tegen de Poolse en Hongaarse regeringen merkelijk milder geworden.

Pro-Europeanen doen het graag voorkomen alsof de Europese identiteit het resultaat is van een gedeelde geschiedenis van het oude Griekenland tot de vorming van de EU, waarbij amper sprake is van de invloeden vanuit het Midden-Oosten en Afrika. De EU stelt het integratieproject, dat staat voor openheid en inclusie, graag voor als een kosmopolitisch tegengif voor het destructieve nationalisme. Maar volgens Kundnani heeft de EU een januskop en heeft ze met haar eurocentrisch denken een eigen Europese versie van het nationalisme ontwikkeld.

Vrij verkeer

Het vrij verkeer van kapitaal, goederen en mensen binnen de Unie, waar het aanvankelijk om ging, is alleen maar toegenomen. Maar terwijl ook de meeste barrières voor de instroom van kapitaal en goederen van buiten de EU werden weggewerkt, worden nieuwkomers sinds de eurocrisis in toenemende mate angstvallig en vaak hardhandig buiten het fort gehouden.

Het Europese kosmopolitische project, dat gepaard zou gaan met het ontgrenzen van economie, samenleving en cultuur, was volgens sommigen zelfs een voorafspiegeling van een nieuwe wereldgemeenschap. Maar de jongste jaren is de Europese Unie geëvolueerd naar een regionalistisch project – en regionalistisch staat voor Kundnani voor nationalistisch, het weze dan in een Europese versie.

De zogenaamde ‘witheid’ - hij heeft het over etnoregionalisme -  van het steeds minder inclusieve Europa heeft Kundnani beschreven in ‘Eurowitheness: Culture, Empire and Race in the European Project’. Het boek leverde al polemiek op door de voorpublicatie van het eerste hoofdstuk in The New Statesman. Want Kundnani laat weinig heel van de Europese mythes. De Britse historicus Charles Emmerson bestempelde onlangs in Financial Times ‘Eurowhiteness’ als een update van het boek van Tony Judt.

De verrechtsing, die Kundnani benadrukt, had Judt voorvoeld. In ‘Een grenzenloze illusie’ merkte hij al op dat bij de Franse presidentsverkiezingen van 1995 de extreemrechtse kandidaat Jean-Marie Le Pen 30 procent van zijn stemmen haalde bij voormalige socialistische kiezers. De socialistische kandidaat Lionel Jospin, die het finaal aflegde tegen de rechtse gaullist Jacques Chirac, haalde amper 21 procent van zijn stemmen bij de arbeidende klasse. Vier jaar eerder had een peiling aangegeven dat maar liefst 50 procent van het electoraat van Chirac instemde met het Front National-programma van Le Pen.

Die verschuiving werd bevorderd door de neoliberale modellen die de EU ging uitwerken en die de sociale bescherming uitholden. Zelfs de Europese sociaaldemocraten gingen mee met de bewering dat het Europese sociale model op termijn onbetaalbaar werd, door onder meer de ongecontroleerde migratie.

De Duitse centrumlinkse SPD voerde onder kanselier Gerhard Schröder een ronduit rechtse politiek met de Hartz-hervorming, die het Duitse sociale model fors terugdraaide. Kundnani vraagt zich af of de Europese sociaaldemocraten in naam van de Europese integratie bereid blijven hun principes op te offeren in de hoop de opkomst van uiterst rechts te counteren. Van alle verkiezingen in 2024 kunnen de Europese weleens de belangrijkste worden.

Advertentie
Gesponsorde inhoud