Seth Berkley: De volle waarde van het inenten van kinderen
Als je de waarde van inentingen wilt leren kennen, moet je maar eens een tijdje doorbrengen in een Afrikaans ziekenhuis. De gezichten van de moeders en vaders vertellen je het hele verhaal: inentingen voorkomen ziekten en redden levens.
Maar wat deze ouders waarschijnlijk niet beseffen, is dat het verhaal daar niet ophoudt. Als zij het ziekenhuis verlaten en naar huis gaan, hebben ze al stappen gezet om niet alleen de gezondheid van hun kind te verbeteren, maar ook zijn of haar vooruitzichten op onderwijs en een toekomst op de langere termijn. Bovendien zullen ze er ook toe hebben bijgedragen hun eigen leven te verbeteren en de economische vooruitzichten van hun bredere gemeenschap te bevorderen.
De redenen zijn eenvoudig. We weten dat kinderen die gezonder zijn geen medische behandeling of zorg nodig hebben, die allebei tijd en geld kosten. Door ziekten te voorkomen hebben kinderen dus een grotere kans om gezond te blijven, naar school te gaan en productieve leden van de samenleving te worden.
Intussen hoeven de ouders niet te zorgen voor een ziek kind en kunnen ze werken, zodat ze hun vermogen om geld te verdienen kunnen uitbreiden. In plaats van dat geld aan medische rekeningen te spenderen geven ze hun inkomen en hun capaciteit om geld uit te geven een impuls, waardoor de economie kan groeien.
Stemmen voor de toekomst
De Tijd presenteert u onder de noemer 'Stemmen voor de Toekomst' en in samenwerking met Project Syndicate een verzameling bijzondere opiniestukken.
Over de toekomst van onze economie, onze voedselvoorziening, onze gezondheid en ontwikkeling. Bekijk het volledige overzicht op www.tijd.be/toekomst
Dit lijkt intuïtief allemaal te kloppen, en er komen steeds meer wetenschappelijke bewijzen die deze stelling schragen. Er is bijvoorbeeld aangetoond dat ingeënte kinderen het niet alleen beter doen op school, maar ook lijken te profiteren in hun cognitieve ontwikkeling, dankzij het verijdelen van de schade die kan worden veroorzaakt door infectieziekten en de daaruit voortvloeiende onevenwichtigheden op het gebied van de voeding.
Vaccinatie blijkt ook te leiden tot een hogere inkomens onder de bevolking, terwijl een verbetering van de overlevingskansen van kinderen in verband wordt gebracht met een lager vruchtbaarheidscijfer. In termen van de bredere winsten is uit één onderzoek gebleken dat een verbetering van de levensverwachting met vijf jaar zich kan vertalen in een stijging van de inkomensgroei per hoofd van de bevolking van 0,5 procent op jaarbasis.
Wat dit alles betekent, is dat door de effectiviteit van inentingen louter te meten in termen van “geredde levens” we de volledige omvang van de voordelen die zij bieden ernstig zouden onderschatten. Zoals de zaken er nu voor staan, worden inentingen – in termen van de kosteneffectiviteit van gezondheidszorginterventies – nu al beschouwd als een van de “beste opties” van het overheidsbeleid.
Er is berekend dat het werk dat door mijn organisatie, de GAVI Alliance, wordt verricht om de dekking door vaccinaties in de ontwikkelingslanden uit te breiden, in 2020 een rendement van 18% op de geïnvesteerde middelen moet opleveren. Maar nu steeds meer bewijsmateriaal wordt vergaard lijkt het waarschijnlijk dat zelfs dit wel eens geen recht zou kunnen doen aan de volledige waarde van inentingen.
Gezien de vooruitgang die is geboekt bij de uitbreiding van vaccinatieprogramma's de afgelopen jaren, biedt dit nieuws de wereldgemeenschap een unieke kans, vooral nu we eindelijk een einde lijken te kunnen maken aan polio. Nu het poliovirus nog maar in drie landen aanwezig is, beginnen we al het momentum, dat de uitroeiingsinspanningen zo ver heeft gebracht, te gebruiken om het bereik van routinematige inentingen te verbreden, zodat we meer van de armste kinderen kunnen bereiken. Dezelfde gezondheidszorgsystemen en krachtige inentingsdiensten kunnen nu ook fungeren als platform ter bestrijding van de armoede.
Maar nu de huidige schattingen erop wijzen dat in 2030 slechts de helft van alle kinderen in de wereld volledig ingeënt zal zijn met de elf vaccins die wereldwijd door de Wereldgezondheidsorganisatie worden aanbevolen, hebben we nog steeds een hele weg te gaan. Wij helpen daar verandering in te brengen.
Sinds zij in 2000 werd gevormd, heeft GAVI al geholpen ruim 370 miljoen kinderen in te enten tegen een breed scala dodelijke ziekten. Als gevolg daarvan hebben we 5,5 miljoen sterfgevallen kunnen voorkomen. We mikken erop nog eens 245 miljoen kinderen te kunnen inenten en in 2015 vijf miljoen levens extra te zullen hebben gered.
Tegelijkertijd weten we nu dat de waarde van inentingen veel verder gaat dan het aantal geredde levens. De investeringen in vaccins gaan niet over kortetermijnbesparingen, noch in temen van geredde levens, noch in termen van de economische kosten; het gaat om het bieden van levenslange bescherming aan kinderen, en om hun vermogen al hun mogelijkheden te verwezenlijken. Dus hoewel het terugdringen van het aantal sterfgevallen al reden genoeg is om ieder kind op de planeet in te enten, hebben we nu de extra motivatie dat we niet alleen levens redden, maar tegelijkertijd ook veel meer levens helpen verbeteren.
Vertaling: Menno Grootveld
Seth Berkley is CEO van de GAVI Alliance.