Advertentie

De beurs in oorlogstijden

Politiek en militair bekeken was de aanslag op de VS er één zonder voorgaande. De reactie van de beurs verliep evenwel volgens het boekje, aldus de wetenschappelijke wereld. De aandelenkoersen kelderden en de prijzen van olie en goud veerden meteen op. Een vlucht naar veiligheid dus, zoals dat heet. En die vraag naar veilige beleggingen uitte zich ook op de obligatiemarkt. De koersen van de Amerikaanse overheidsobligaties stegen donderdag spectaculair waardoor hun rendement terugviel tot het laagste peil in 43 jaar.

En zo verliep het ook in het verleden meermaals. De eerste reactie op het uitbreken van een crisis is steevast een vlucht naar veiligheid met dalende aandelenkoersen en stijgende koersen op de goederenmarkten als gevolg (goud, olie, enzovoort). Daarvan zijn talrijke voorbeelden te vinden. Neem nu bijvoorbeeld de inval van Saddam Hoessein in Koeweit in augustus 1990, die de aanleiding vormde voor de daaropvolgende Golfcrisis. Naar aanleiding van de inval in Koeweit donderden de aandelenkoersen naar beneden en veerden de olieprijs en de goudkoers op.

En ook verder in het verleden ging het er al op dezelfde manier aan toe. "Bij de moord op aartshertog Francis Ferdinand op 28 juni 1914 bijvoorbeeld, het eigenlijke startschot van de Eerste Wereldoorlog, was de situatie vergelijkbaar", stelt Dr. Bryan Taylor in een recente studie (www.globalfindata.com). "In juli werden massaal aandelen gedumpt en stuikten de koersen in elkaar, tot de grote wereldbeurzen enkele weken later allemaal werden gesloten."

Advertentie

"En zelfs nog vroeger zagen we datzelfde fenomeen al", zegt professor Frans Buelens van de Universiteit Antwerpen. "Bij het uitbreken van de Krimoorlog in 1854 en ten tijde van de Belgisch-Nederlandse oorlog in 1839 was de eerste reactie er steevast één van paniek. En zo zijn er de voorbije 200 jaar nog tal van voorbeelden aan te halen." Paniek op de beurs en een vlucht naar veiligheid zijn diep ingewortelde reacties wanneer een politieke crisis uitbreekt.

"En ook het directe vervolg op die paniekreactie is vrij goed voorspelbaar", aldus Bryan Taylor. "Op een relatief korte tijd, van hooguit enkele maanden, volgt het herstel en keren de koersen terug naar hun niveau van voor de crisis. Neem nu de Eerste Wereldoorlog. Hoewel de grote wereldbeurzen vrij snel na het uitbreken van de crisis werden gesloten, konden de koersen op een relatief korte tijd herstellen van de klap. In de cafés rond het beursgebouw ontstond een parallelle handel en er werden toch weer koersen gevormd. In oktober 1914 bereikten die hun dieptepunt, maar tegen de tijd dat de markten opnieuw openden, in december, stonden de aandelen alweer op hun niveau van voor de oorlog. Eén belangrijke les hadden de financiële markten daarmee alvast geleerd: de beurzen sluiten, lost niets op. Het is beter de markten open te houden, zodat ze de beschikbare informatie kunnen verwerken en zodat de koersen zich kunnen aanpassen aan de veranderende marktomstandigheden."

Dit patroon, van ineenstortende beurzen gevolgd door een relatief snel herstel, werd tijdens de vorige eeuwen consistent gevolgd bij het uitbreken van tal van politieke en militaire crisissen, gaande van kleine veldslagen tot allesomvattende wereldoorlogen. Maar dat is slechts het begin van het verhaal. Hoe de markten voort evolueren tijdens de daaropvolgende periode, is minder voorspelbaar. Eenmaal de markten zich hebben neergelegd bij de situatie, evolueren de koersen voort op het ritme van de oorlog, met ups en downs in functie van wat er nog gebeurt.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog was die koersevolutie niet erg fraai. Na de oorlog vielen de koersen van de aandelen terug met ongeveer een derde. Het hele bedrijfsleven was toen aangetast door de oorlog. Vermits de industriëlen weigerden mee te werken met Duitsland, pikten de bezetters tal van bedrijven in. Die werden ontmanteld of ingezet voor de oorlogsproductie. Een situatie die niet vergelijkbaar is met wat we vandaag meemaken.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging het er helemaal anders aan toe. Hoewel de beurs aanvankelijk erg volatiel was, gingen de koersen doorheen de hele oorlog systematisch omhoog. Na de Eerste Wereldoorlog stond de beursindex ongeveer 300 procent boven de gemiddelde indexwaarde van de periode 1936-1938. Sterker nog : bij elk "slecht" oorlogsbericht, zoals de Duitse successen in Rusland en Afrika, gingen de koersen de hoogte in. En bij elke meevaller, zoals de Duitse nederlagen in Stalingrad en Rommels debacle in Afrika, gingen de koersen scherp naar beneden.

Advertentie

De verklaring heeft te maken met de enorme inflatie die toen woedde. Hoe langer de oorlog zou duren, hoe meer inflatie er werd verwacht. En de beste beveiliging tegen inflatie bleek in die tijden de beurs te zijn. Andere investeringsmogelijkheden voor de overtollige liquiditeiten (denk aan obligaties, enzovoort_) waren er niet of nauwelijks. Bovendien bleven de rentevoeten ondanks de enorme inflatie rond de 4 procent hangen. Wie zijn geld vastrentend bij de bank deponeerde, verloor meer aan koopkracht dan wat het geld aan rente opleverde.

De enige uitweg was dan ook de beurs. Rekening houdend met de inflatie stond de index na de oorlog op hetzelfde niveau als ervoor. Of met andere woorden: aandelen waren het enige middel om de inflatie het hoofd te bieden. Dat kon toen zelfs van goud niet worden gezegd. Goud had in die periode immers een vaste nominale waarde, zodat dit edele metaal na afloop van de oorlog heel wat aan koopkracht had ingeboet.

En zelfs rekening houdend met de scherpe koersval die de beurs kende tussen 1946 en 1948, waarin de index ongeveer 50 procent van zijn waarde weer kwijtspeelde, was de aandelenbelegger nog relatief goed af. Wie zijn geld gedurende de oorlog en de daaropvolgende jaren in deposito 's of goud had aangehouden, was er in elk geval een stuk slechter aan toe.

Maar ook dit scenario, waarin ons land bezet gebied was en deel uitmaakte van het strijdtoneel, is uiteraard niet vergelijkbaar met wat we vandaag meemaken. Misschien zouden we de situatie nu eerder kunnen vergelijken met de periode van de Vietnamoorlog of van de Golfcrisis. Dat waren voor aandelenbeleggers allerminst aangename periodes, die gekenmerkt werden door een stevige berenmarkt. Tussen 1964 en 1967 daalde de koersen op de Brusselse beurs gemiddeld met 23 procent. En tussen augustus 1990, toen Saddam Hoessein Koeweit binnenviel, en het dieptepunt van de beurs in oktober van dat jaar, verloren de beurskoersen in Brussel gemiddeld eveneens ruim 20 procent. Maar ook die vergelijkingen lopen op diverse punten helemaal mank. Elke oorlog heeft immers zijn eigen verhaal. En de financiële markten reageren telkens in functie van wat er zich op dat moment afspeelt, politiek, militair en als gevolg daarvan ook economisch.

Toch wijzen economen ons erop dat berenmarkten tijdens een oorlogsperiode vaak dieperliggende economische oorzaken hebben. Zo zou de terugval van de beurs in 1990, tijdens de Golfcrisis, er wellicht ook zonder die crisis gekomen zijn. Economisch was het ook zonder oorlog toen allemaal niet zo florissant. "Ook tijdens de oorlogsperiodes van de vorige eeuw valt dat telkens weer op", aldus professor Buelens. "De baissemarkten volgden toen perfect het verloop van de economische conjunctuur. Wél valt op dat de koersen op de beurs meestal dieper of steiler naar beneden vallen wanneer ze samenvallen met een oorlogsperiode."

En dat is ook vandaag weer het geval. De economische terugval had ook voor de aanslagen al zijn invloed laten gelden op de beurs. Als gevolg van de aanslagen van vorige week zal de conjunctuurverzwakking dan wellicht ook resulteren in een échte recessie, menen economen wereldwijd.

Maar hoe reageert u nu best in deze situatie? Verkoopt u uw aandelen liefst zo snel mogelijk of houdt u ze beter nog een tijdje bij? Uw aandelen meteen allemaal van de hand doen, is op dit moment niet de verstandigste beslissing. Over enkele weken of maanden zijn de koersen wellicht weer hersteld tot het niveau van voor de aanslagen. Zo ging het in het verleden steevast bij het uitbreken van een politieke crisis, en zo zal het wellicht ook deze keer gaan.

Wat er voort gebeurt, wanneer de eerste paniek is weggeëbd, valt op dit moment onmogelijk te voorspellen. Staan we aan het begin van de Derde Wereldoorlog of is alles over enkele maanden vergeten? Dat verdere verloop moet bepalen hoe u uw portefeuille de komende maanden best herschikt. Houdt de onzekerheid lang aan en schakelen we stilaan over naar een oorlogseconomie, dan zou de inflatie wel eens kunnen stijgen de komende jaren. Vastrentende beleggingen zijn dan niet geschikt. Want loopt het echt de spuigaten uit, dan verdient u met de rente niet terug wat u aan koopkracht verliest. Vastgoed is traditioneel dan weer een uitermate gekipte belegging in periodes van oplopende inflatie (al loopt u tijdens een oorlog wel meer risico met gebouwen dan met gronden). En in principe moet ook goud u in staat stellen de muntontwaarding bij te benen. En misschien kan u zelfs met aandelen het hoofd bieden aan oplopende inflatie, net als tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar probeer dan wél aandelen te vinden van bedrijven die winnen bij de oorlog. En tracht zeker die bedrijven te mijden die er het slachtoffer van kunnen worden. Want elke oorlog maakt zijn slachtoffers.

Enkel beleggen in erg solide bedrijven met voldoende reserves is dan ook erg belangrijk in de huidige situatie.

Maar we zijn natuurlijk nog niet zover. Zolang het strijdveld ver van ons bed blijft en we niet overschakelen op een oorlogseconomie, mag u best nog even afwachten. Wél is het jammer voor de beurs dat het recessiescenario weer een stuk dichterbij is gekomen met de aanslagen van vorige week. Voor uw aandelenportefeuille is dat beslist geen goede zaak. Maar een reden tot paniek is dat evenmin. Bedenk trouwens dat paniek nooit een goede raadgever is.

Frida Deceunynck

Advertentie
Gesponsorde inhoud
Tijd Connect
Tijd Connect biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.
Partnercontent
Partner Content biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.