Faalangst beleggers steeds groter na sombere beursweek
In de VS werden deze week massa's kwartaalresultaten gepubliceerd, terwijl in Europa Philips de aftrap gaf en vrijdag CMB als eerste Belgisch bedrijf aan de beurt komt. Het blijft merkwaardig dat de in internationale context kleine Belgische bedrijven er pas veel later in slagen met cijfers naar buiten te komen dan grote Amerikaanse mastodonten met wereldwijde vertakkingen.
Er zijn ook nauwelijks Belgische bedrijven, met tot nu toe Deceuninck als lovenswaardige uitzondering, bereid kort na het afsluiten van het kwartaal of het afsluiten van het halfjaar een eerste indicatie te geven over de voorbije periode. In het huidige beursklimaat is dat nefast. De beleggers lopen op de toppen van hun tenen en steeds meer onder hen geven er de brui aan. Kopers zijn nauwelijks te vinden. "Die hebben lijden aan faalangst", aldus een handelaar, "want telkens als zij iets kopen, blijkt het kort daarna opnieuw gedaald. Vooral fondsbeheerders blijven in die omstandigheden weg van de markt."
Het gevolg daarvan is dat een aantal aandelen daalt, hoewel daar waarschijnlijk geen reden toe is. Bedrijven die een, de zwakke marktomstandigheden in acht genomen, behoorlijk eerste halfjaar achter de rug hebben, worden toch tegen bradeerprijzen buitengegooid, omdat de beleggers het risico niet willen lopen dat de resultaten, die misschien pas binnen twee maanden gepubliceerd worden, zouden tegenvallen. Een betere communicatie van de bedrijven zou daar in vele gevallen een oplossing voor kunnen bieden.
In de VS was er nauwelijks een lijn te trekken in de resultatenstroom. De economische vertraging liet duidelijke sporen na. De farmabedrijven konden de storm weerstaan en legden goede cijfers voor. Maar voor het overige was er schade in vrijwel alle sectoren. Meestal hadden de bedrijven hun aandeelhouders daar al voor gewaarschuwd, maar soms vielen de cijfers toch nog zwaar tegen zoals bijvoorbeeld bij JP Morgan en American Express.
De halfgeleidersector kreeg het het zwaarst te verduren, meer nog in Europa dan in de VS. Intel had de markt al voorbereid en de resultaten waren uiteindelijk beter dan verwacht. "Beter dan we zelf hadden verwacht", zeiden ze bij Intel.
In Europa waren de resultaten bij Philips slechter dan verwacht, vermoedelijk ook slechter dan zij zelf hadden verwacht. En tekenen van herstel zag de Nederlandse multinational niet. ASML, de fabrikant van machines voor de chipsproductie, verwacht wel herstel en plakte er een datum op: het tweede kwartaal van 2002, van volgend jaar dus.
ASML was niet de enige om de datum van het verwachte herstel wat verder naar de toekomst te verschuiven. Waar begin dit jaar vaak gerekend was op een economisch herstel in het afgelopen kwartaal, verwacht nu vrijwel niemand nog dat de herneming al in de nu lopende driemaandsperiode zal beginnen. Meestal wordt het vierde kwartaal naar voor geschoven, maar steeds vaker heeft men het over "eind dit jaar".
Ook Greenspan liet in zijn toespraak voor het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden horen dat hij er nog niet gerust op is. "Als het moet, verlagen we de rente nog maar eens", zei hij. De meeste waarnemers hadden verwacht dat hij zich eerder positief zou uitlaten over de recente evolutie van de economie, maar dat viel even tegen.
Donderdag wisten Nokia en SAP voor zonniger weer te zorgen in Europa. Nokia, wiens resultaten uitkwamen aan de bovenkant van de verwachtingen, liet weten dat de verkoop dit kwartaal vlak zal blijven of met 5 procent zal stijgen en dat er weer meer winst te verwachten is vanaf het vierde kwartaal. Na de reeks winst- en omzetwaarschuwingen die het bedrijf het voorbije jaar de wereld had ingestuurd, was dat een verademing. SAP boekte een 78 procent hogere winst terwijl de analisten op 30 procent gerekend hadden.
Toch kwam er vrijdag al snel een einde aan dat optimisme, opnieuw na verontrustend nieuws uit de technologiesector. Een winstwaarschuwing van Microsoft en de teleurstellende kwartaalresultaten van het Zweedse mobilofoniebedrijf Ericsson zorgden voor een negatief klimaat op de markten. Bovendien kwam vrijdag ook de Britse telecomoperator Vodafone op de proppen met het bericht dat de bouw van geavanceerde netwerken uitgesteld wordt.
De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) bezorgde de bijna-naamgenoten IBA en IBt een goede week. De beide bedrijven houden zich bezig met kankerbestrijding en zij kregen van de Amerikaanse overheidsinstantie de goedkeuring om enkele van hun producten in de VS te commercialiseren. De Waalse bouwer van deeltjesversnellers Ion Beam Applications mag zijn protontherapiesysteem voor kankerbehandeling in de VS aan de man brengen. Het gaat om systemen van 35 tot 40 miljoen dollar per stuk. International Brachytherapy mag een nieuw radiotherapeutisch implantaat, InterStrand, op de markt brengen in de VS.
De berichten bezorgden beide aandelen op de dag van de bekendmaking een stijging van ruim 10 procent. Maar ook daar doken al snel verkopers op. "Winst is winst", redeneerden de beleggers, "en ze veiligstellen is de kunst." Het illustreerde de nervositeit in de markt.
Ook nieuwkomer DocPharma kon deze week zijn koersstijging hervatten. Het aandeel werd tegen 9 euro naar de beurs gebracht en schoot kort na zijn beursintroductie naar 19 euro, maar het trapte daarmee wel op zijn adem en moest een stuk lager gaan. Nu gaat het aandeel dus opnieuw in stijgende lijn.
Real Software werkt hard aan zijn herstel. De bedrijfstop hoopt van de houders van de automatisch converteerbare obligatie (ACO) gedaan te krijgen dat die ermee akkoord gaan hun coupon voor dit jaar door te schuiven naar volgend jaar en de ACO's al volgend jaar om te zetten in aandelen Real Software. Dat zal niet zonder slag of stoot aanvaard worden, zo kan opgemaakt worden uit het feit dat enkele obligatiehouders al naar de rechtbank stapten om de vergadering uit te stellen.
Nog deze week liet de Real Software-top weten van de Amerikaanse molensteen rond zijn nek te zijn verlost. Real Enterprise Solutions, de Amerikaanse dochter die voor de overname door de Kontichse softwarefabrikant door het leven ging als Tava, wordt door het Amerikaanse management overgenomen voor 1 symbolische dollar. Daarmee wordt de cashdrain naar de VS tenminste gestopt. Maar de scheve balansverhoudingen die het gevolg zijn van die overmoedige overname wegen nog steeds loodzwaar op het bedrijf.
Guido Vanlinthout