Vakbonden en werkgevers verdeeld over uitbetaling premie tijdkrediet

Het plan wekt inmiddels grote wrevel bij het VBO en het VEV. Het VBO stuurde een brief met vraag om uitleg naar de minister. "We zijn tegen de maatregel. Zowel om technische als om meer principiële redenen", stelt Olivier Vanbellinghen, bij het VBO belast met het dossier. "Naar aanleiding van de discussie over het tijdkrediet tussen de sociale partners is er nooit sprake geweest van deze vraag van de vakbonden. Als de bonden als uitbetaler willen fungeren, dan moeten ze dit opnieuw op de tafel van de Nationale Arbeidsraad brengen."

Het VBO wijst er voorts op dat de uitbetaling van de premie voor loopbaanonderbreking door de RVA "gesmeerd loopt". "De vakbonden moeten het wiel niet opnieuw uitvinden. Dat is strijdig met het principe van administratieve vereenvoudiging. Bovendien vragen we ons af wat de financiële implicaties zijn." Het VEV en de Kamers voor Handel en Nijverheid hekelen dat Onkelinx "een staaltje weggeeft van oude verzuilde Belgische politiek". Ze wijzen erop dat de vakbonden en de Hulpkas vandaag een jaarlijkse onkostenvergoeding van 133,9 miljoen euro ontvangen voor de uitbetaling van de werkloosheidsvergoedingen. "Door de gedaalde werkloosheidscijfers komt niet alleen de administratieve vergoeding maar ook het tewerkstellingspeil binnen de vakbonden zelf in gevaar. De nieuwe opdracht die Onkelinx aan de vakbonden wil toevertrouwen, past daar snel een mouw aan", luidt het.

De vakbonden begrijpen het werkgeversverzet niet goed. "Het is logisch dat we de premies voor tijdkrediet uitbetalen, zoals we ook de werkloosheidsuitkeringen betalen. De premies worden gefinancierd door de sociale zekerheid en wij willen onze rol als uitbetalingsinstelling activeren", stelt Rudy de Leeuw, federaal secretaris van het ABVV. Hij herinnert eraan dat bij de invoering van de loopbaanonderbreking ook al gedacht werd aan de vakbonden voor de uitbetaling van de premies.

"Dat is niet doorgegaan. De vervangingsplicht noopte immers tot een zekere controle door de RVA. Maar de vervangingsplicht valt bij het tijdkrediet weg." De Leeuw beklemtoont dat de bonden alleen de uitbetaling van de premies tijdkrediet opeisen. "De uitbetaling van de premies voor loopbaanonderbreking blijft in handen van de RVA, zowel voor het uitdovende systeem in de privé-sector als voor de ambtenaren." De kostprijsdiscussie doet De Leeuw als secundair af. "Het is het principe dat telt voor ons, niet de administratieve vergoeding.

EvH