AB InBev gaat voor duurzaam. Tegen 2025 wil de biergigant 25% minder CO2 uitstoten tegenover 2017. Verpakkingen innoveren is een van de middelen om dat doel te bereiken. ‘De grootste CO2-impact van een flesje bier is niet het bier, maar het flesje’, aldus Frederik De Graaf, Senior Director Global Packaging Technology Development.
Van duurzaamheidsdroom tot realisatie
Het Global Innovation & Technology Center (GITEC), gelegen in het hoofdkantoor van AB InBev in Leuven, is het bolwerk van co-creatie, productontwikkeling en innovatie. Meer dan 120 wetenschappers en ingenieurs ontwikkelen er de dranken en verpakkingen van morgen. ‘Onze projecten gaan steeds meer hand in hand met onze duurzaamheidsdoelstellingen’, weet De Graaf, ‘Dat is ook een van de grootste drivers van onze professionals: kwalitatieve producten en verpakkingen opleveren en tegelijkertijd de impact op de planeet drastisch verlagen. Verpakkingen nemen een groot deel van onze totale CO2-voetafdruk in beslag. Om onze doelstellingen te behalen, moeten we inzetten op returnability, gerecycleerd materiaal en lichtere verpakkingen.’
Doel: flesje van 150 gram
‘Twee jaar terug woog ons meest courante alumininum blikje (355 ml) 10 gram. Op dit moment brengen we het 335 ml blikje met een gewicht van 9,5 gram op de markt en zijn we bezig met de industriële validatie van 9,3 gram. Zelf stellen we ons als doel om in de volgende jaren een blikje van 9 gram te lanceren, het lichtste aluminium bierblikje voor gecarboniseerde drank ter wereld! Dit lijkt misschien een kleine aanpassing, maar dit zal de CO2 impact significant reduceren ten opzichte van het initiële 10 gram blikje!’
AB InBev is de grootste consument van glazen flessen ter wereld. In dat opzicht hebben we een belangrijke verantwoordelijkheid.
De grootste uitdaging is het lichter maken van glazen bierflesjes: ‘Het meest courante bierflesje heeft een inhoud van 12oz, of 355 ml. Zo’n flesje woog in 1995 nog 230 gram, en dat gewicht is gezakt naar zo’n 190 gram in 2020. Maar we zien wel dat het gewicht stagneert sinds begin jaren ‘2000”, aldus De Graaf. ‘Ons doel is om dat gewicht op 5 à 10 jaar tijd terug te dringen tot 150 gram.
En dat is geen eenvoudige uitdaging: ‘We willen het aantrekkelijk merkdesign voor de consument behouden én voldoen aan onze hoge kwaliteits-en veiligheidseisen. Het flesje moet het bier beschermen tegen CO2-verliesen lichtinval. Het moet efficient geproduceerd kunnen worden. Het moet ook weerstaan aan de hoge impacten tijdens het afvullen (tot 60000 flessen per uur) en aan de hoge binnendruk tijdens opwarming. Tot slot moet het alle transporten weerstaan, veilig zijn tijdens consumptie en het recycleren niet negatief impacteren.’
Innoveren betekent agile werken
Het is AB InBev intussen gelukt om in industriële omgeving een 30g lichter bierflesje te maken – zonder het design aan te passen - dat voldoet aan alle criteria. Dit levert een reductie van de CO2-impact van het flesje met 17%.’
‘Je kan onmogelijk met één oplossing een bierflesje lichter maken’, vertelt De Graaf. ‘We gaan dus niet wachten op de heilige graal, maar implementeren stap voor stap. Het laat ons ook toe om met verschillende teams op eenzelfde uitdaging te werken, om vervolgens alles samen te brengen.’
‘We werken agile en multidisciplinair. Vroeger werd het gewichtsverlies vooral gerealiseerd door het ontwerp te optimaliseren’, weet De Graaf. ‘Dat doen we nog altijd, maar we werken ook op de chemie van de coatings op het glas, geavanceerde procescontrole, state of the art afvullijnen en zelfs op de manier van glasblazen.’
Open source innovatie
‘We zijn gespecialiseerd in bierproductie, maar we ontwikkelen tevens technologieën voor glasproductie’, aldus De Graaf. ‘Het is heel belangrijk dat wij dat als bedrijf driven ook al is de duurzaamheidsgedachte bij glasproductenten steeds meer ingebakken.’
‘AB InBev is de grootste consument van glazen flesssen ter wereld. In dat opzicht hebben we een belangrijke verantwoordelijkheid. Daarom stellen we onze technologie na lancering vaak open voor andere bedrijven waar onze producenten aan leveren’, vertelt De Graaf. ‘Zo bouwen we onrechtstreeks ook mee aan de duurzaamheidsdoelstellingen van onze concurrenten.’