In 2020 werd er Europa 1.400 keer aan de alarmbel getrokken met betrekking tot de voedselveiligheid van producten zoals vlees, melk en fruit. Aangezien de gevolgen voor de consument aanzienlijk kunnen zijn, maakt dat van voedselveiligheid ook voor verzekeraars een belangrijk topic.
‘De laatste jaren zien we steeds vaker berichten over supermarkten die producten uit de rekken halen omwille van voedselveiligheid’, zegt Geert Drieskens, Senior Underwriter Casualty bij AIG. De verzekeraar ziet de vraag naar bescherming voor dit soort scenario’s stijgen.
‘Het bewustzijn rond voedselveiligheid is gegroeid, zowel bij het publiek als bij de overheden’, knikt Koen Dupont, Casualty Manager Frankrijk, België en Luxemburg bij AIG. ‘We willen gezonde voeding en zijn ons bewuster van wat we eten. Niet alleen op het vlak van kwaliteit, maar ook van duurzaamheid.’
Via testing kunnen voedselagentschappen vervuilingen steeds verder terug traceren in de voedselketen.
Ook overheden buigen zich vaker over voedselveiligheid en verscherpen de regels. ‘Die strengere regels, het verhoogde bewustzijn, de grotere productievolumes en batch-groottes, leiden ook tot zwaardere schadescenario’s’, zegt Dupont.
Schade met acht cijfertjes
Wanneer een product uit de rekken moet, kijkt een bedrijf aan tegen aanzienlijke logistieke kosten. ‘De producten opsporen, de communicatie die erbij komt kijken, de distributie- en redistributiekosten, arbeidskosten, magazijnen die gehuurd moeten worden om goederen op te slaan, eventuele vernietigingskosten… Dat loopt snel op’, zegt Drieskens. ‘En daar stopt het niet. De vervangingskosten om opnieuw gezonde producten in de rekken te krijgen en het financieel verlies lopen snel op tot in de miljoenen.’
‘Veel mensen denken dat een productterugroeping altijd gaat om een besmetting’, zegt Dupont. ‘Die kan fysisch zijn, zoals stukjes glas of metaal in etenswaren, maar ook chemisch, zoals gewasbeschermingsmiddelen of reinigingsmiddelen die in de fabriek werden gebruikt, en zelfs micro-biologisch zoals een besmetting met salmonella of listeria. Maar ook verkeerd gelabelde producten kunnen teruggeroepen worden.’
Wanneer bijvoorbeeld na een listeria-uitbraak de bron van de besmetting niet meteen gevonden wordt, zit er voor een bedrijf vaak niets anders op dan een tijdlang de deuren te sluiten. Ook die kosten zijn aanzienlijk.
‘Een sluiting is gelukkig eerder uitzonderlijk’, zegt Dupont. ‘Maar het kan ook dat een gebeurtenis veel aandacht krijgt in de pers, waardoor het product minder verkocht wordt. Ook dan loopt het verlies op.’
Toen in 2011 een Franse jongen stierf nadat hij in een hamburgerrestaurant een besmette hamburger had gegeten, zag de restaurantketen zijn jaaromzet significant dalen.
Technologie voor voedselveiligheid
Via testing kunnen voedselagentschappen vervuilingen steeds verder terug traceren in de voedselketen. Ook voor bedrijven en verzekeraars heeft technologie een grote impact. De voedingssector past sinds kort Whole Genome Sequencing (WGS) toe. Daarbij zoeken ze een DNA-match tussen bacteriën van mensen die overleden of ziek zijn geworden na een besmetting en bacteriën die teruggevonden worden in voedselmonsters die de voedselveiligheidsautoriteiten afnemen.
De producten opsporen, de communicatie, de distributie- en redistributiekosten, arbeidskosten, vernietigingskosten… Dat loopt snel op.
‘Zo is er onlangs een zware listeriabesmetting aan het licht gekomen bij een producent van diepvriesgroenten. Hoewel de schade al groot was, hebben ze dankzij die techniek redelijk snel de bron gevonden en nog erger kunnen voorkomen’, aldus Dupont.
‘Wordt er vandaag in Duitsland iemand getroffen door listeria en duiken er morgen vijf gevallen op in Nederland, dan wordt er via staalnames en datatechnologie automatisch een match gevonden. En zo kan men de besmettingsbron traceren’, voegt Drieskens toe. ‘Die ligt niet noodzakelijk bij de fabrikant van het besmette product maar gaat vaak veel verder terug in de supplychain en ligt geregeld buiten Europa.’
Het constant verbeteren van kwaliteit en voedselveiligheid draait om technologie. Of het nu gaat over datatechnologie of over innovaties in robotica en verwerkingstechnieken.
‘Nieuwe technologieën die worden geïntroduceerd - zoals WGS - zijn in het begin soms pijnlijk, maar op langere termijn dragen ze bij tot betere kwaliteit en betere voedselveiligheid. Nieuwe technologieën verschaffen nieuwe inzichten die bedrijven toelaten om pro-actiever voedselveiligheidsproblemen te tackelen. Dat is goed voor producent en consument.’