Logo
Partner Content biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.

Is ons elektriciteitsnet klaar voor meer groene mobiliteit?

Volgens Anne Delanote, expert duurzame mobiliteit bij Fluvius, hoeven we ons de komende jaren geen zorgen te maken over de capaciteit van het Vlaamse elektriciteitsnet.

De elektrische wagen staat op de rand van de grote doorbraak, maar kan ons elektriciteitsnet die stijgende vraag naar stroom aan? En hoe zorgen we ervoor dat ook de laadinfrastructuur volgt? ‘De grootste uitdaging ligt niet in de stijgende vraag, maar wel in het slimme gebruik van het net en de beschikbare stroomcapaciteit’, zegt Anne Delanote, expert duurzame mobiliteit bij Fluvius.

Autoproducenten en grote leasingmaatschappijen luidden de voorbije maanden regelmatig de alarmbel. Kan ons elektriciteitsnet de extra vraag naar stroom verwerken als de elektrische wagens ons wegennet veroveren?

‘We monitoren permanent de elektriciteitsnetten en we moeten ons de  komende jaren op dat vlak zeker geen zorgen maken’, klinkt het bij Anne Delanote. ‘De Vlaamse elektriciteitsnetten zijn goed uitgebouwd. Er is dus nog voldoende capaciteit van waardoor we het komende decennium goed in staat zijn om een grotere stroomvraag op te vangen. Wij gaan uit van een groei van het aantal elektrische voertuigen tot ongeveer 1 miljoen exemplaren in Vlaanderen tegen 2030. Het is niet onmogelijk dat het net op specifieke plaatsen onder druk kan komen te staan, maar dit valt perfect op te vangen met gerichte aanpassingen. Wie een elektrische auto wil laden, zal dat kunnen. Daar zorgen we voor.’

Advertentie

Slim laden

Op langere termijn – vanaf 2030 – zal de capaciteit van het stroomnet wel moeten worden opgedreven. Met het oog daarop werkt Fluvius nu al nieuwe investeringsplannen uit.

Een auto wordt meer dan een vervoersmiddel. Het wordt een volwaardig onderdeel van ons bredere energienetwerk.

Anne Delanote
expert duurzame mobiliteit Fluvius

Anne Delanote: ‘Onze toekomstvisie steunt op twee belangrijke pijlers. Enerzijds zijn er zeer gerichte investeringen. Anderzijds is er het laadgedrag van de klanten. Op termijn zal de consument zijn elektrisch voertuig slim moeten opladen. Dat wordt een brede maatschappelijke uitdaging. Wij als netbeheerder – maar net zo goed andere schakels in de ketting zoals de autodealers of de elektrische installateurs – hebben daar een grote rol in te spelen.’

Digitale meter

Advertentie

De consument zit zelf mee aan de knoppen van de energietransitie, en daarin zal het oplaadgedrag van groot belang zijn. Een geautomatiseerd en laagdrempelig systeem moet de consument daarbij helpen, en daarin speelt de nieuwe digitale meter een sleutelrol.

‘Zodra zo’n meter gekoppeld wordt aan een slim laadsysteem kan die op basis van een aantal parameters beslissen wat het optimale moment is om je voertuig op te laden. Zo zal jij als gebruiker bijvoorbeeld kunnen aangeven dat je auto tegen 7uur ’s ochtends opgeladen moet zijn’, legt Anne Delanote uit.

Een slim laadsysteem houdt rekening met andere parameters, zoals het weer, de beschikbaarheid van goedkope groene stroom en de algemene vraag op het net. ‘Dankzij die digitale meter kunnen wij onze klanten op termijn maximaal ontzorgen en ervoor zorgen dat ons net niet overbelast geraakt.’

Vehicle-to-grid

Uiteindelijk zal de elektrische wagen deel uitmaken van een breder ecosysteem en verdienmodel, benadrukt Delanote. ‘Een auto wordt meer dan een vervoersmiddel. Het wordt een volwaardig onderdeel van ons bredere energienetwerk.’

Een voorbeeld daarvan is de vehicle-to-grid technologie. Dankzij slimme bidirectionele laadpalen – die dus in twee richtingen werken – kunnen de batterijen van elektrische wagens ook gebouwen van elektriciteit voorzien. Dat werkt als volgt: als de auto’s een tijd niet gebruikt worden, sturen ze de opgeslagen elektriciteit naar een batterij die stroom levert aan het gebouw.

Wij gaan uit van een groei van het aantal elektrische voertuigen tot ongeveer 1 miljoen exemplaren in Vlaanderen tegen 2030.

Anne Delanote
expert duurzame mobiliteit Fluvius

‘We moeten realistisch zijn: de doorsnee consument is hier vandaag niet mee bezig, en dat is ook logisch. De verdienmodellen die dit ondersteunen, maken deel uit van de bredere energietransitie. Daarvoor zijn dynamische tarieven nodig. Ook technologisch is nog niet alles in kannen en kruiken. Als netbeheerder is het wel onze taak om die transitie volop voor te bereiden.’

Meer laadpalen

Een forse groei van het aantal elektrische voertuigen jaagt ook de vraag naar publieke laadpalen en private laadinfrastructuur de hoogte in. In 2020 bediende elk publiek laadpunt in Vlaanderen gemiddeld 18 elektrische voertuigen. Dat is behoorlijk. Europa mikt op gemiddeld tien wagens per publieke laadpaal.

‘Dankzij de vele privé-garages en opritten beschikt Vlaanderen overigens over een groot potentieel om elektrische wagens privaat op te laden. De komende jaren moet het aantal publieke laadpalen uiteraard toenemen. Fluvius plaatst in de toekomst zelf geen laadpalen meer, maar wij engageren ons om openbare besturen en commerciële spelers daarbij te helpen. Zo kunnen we samen bekijken waar die nieuwe laadpalen best geïnstalleerd worden, en passen we waar nodig het net aan’, zegt Anne Delanote.

Particulieren die geen laadinfrastructuur kunnen installeren, omdat ze geen oprit of garage hebben, kunnen volgens het paal-volgt-wagen-principe een publieke laadpaal aanvragen in de buurt van hun woning.

Geen zware aansluiting

‘Beschik je thuis over voldoende plaats, dan wil ik benadrukken dat je voor het opladen van een elektrisch voertuig vaak geen enorm zware aansluiting nodig hebt. Wie niet meer dan honderd kilometer per dag rijdt, heeft meestal genoeg aan een gewoon stopcontact’, zegt Anne Delanote.

Intussen tonen ook steeds meer bedrijven interesse in grootschalige laadinfrastructuur. En ook daar baart de capaciteit de grootste zorgen. ‘Ook voor bedrijven is slim laden cruciaal. Je spreidt het extra vermogen best over zoveel mogelijk laadpalen. Tien laadpalen van 11 kilowatt resulteren in theorie in 110 kilowatt extra vermogen. De praktijk leert dat die tien laadpalen haast nooit allemaal tegelijk gebruikt worden. Meestal volstaat de helft van het extra vermogen dat je in theorie denkt nodig te hebben. Ik ben altijd tevreden als ik dergelijke onterechte bezorgdheden de wereld uit kan helpen.’

Advertentie
Lees verder
Logo
Partner Content biedt organisaties toegang tot het netwerk van De Tijd. De partners zijn verantwoordelijk voor de inhoud.