'Links kan gewoon niet tegen zijn verlies'
De aanslag in Istanboel leidde deze week tot een stroom van racistische haatberichten op sociale media. 'Niet het racisme neemt toe', zeggen filosoof Maarten Boudry en opiniemaker Guillaume Van der Stighelen, 'maar wel onze gevoeligheid ervoor.'
Twee wat tegendraadse stemmen in het debat dat deze week losbarstte over racisme op het internet zijn die van de Gentse filosoof Maarten Boudry en ex-reclameman Guillaume Van der Stighelen. De eerste pleit er al langer voor om minder politiek correct te zijn, de tweede schreef een boek over de Verlichting waarin hij radicaal opkomt voor de vrijheid van meningsuiting.
'Racisme is van alle tijden,' zegt Boudry. 'En wellicht zie je nu inderdaad een opstoot door de schokgolven die het terrorisme en de vluchtelingenstroom veroorzaken. Maar ik denk dat vooral onze tolerantie verminderd is. Ik geloof niet dat racisme toeneemt, wel onze gevoeligheid ervoor.’
Van der Stighelen: ‘Dat klopt. We moeten het meer oneens kunnen zijn met elkaar. We moeten leren incasseren.’
Volgens sommigen neemt het racisme toe omdat het politieke debat verhardt. Kan het wel dat Bart De Wever en Liesbeth Homans beweren dat racisme relatief is?
'Nu ik mijn pijlen richt op de PVDA, krijg ik alle mogelijke bagger over me heen.'
Boudry: ‘De N-VA is een partij die met een democratisch alternatief stemmen afgepakt heeft van het Vlaams Belang. Maar zodra zich iemand binnen die partij uitspreekt over zulke thema’s, krijgt die de hele linkerzijde over zich heen. Net dat is gevaarlijk. We zijn te politiek correct geworden. Ook op de werkvloer bijvoorbeeld, dat merk ik zelf. Je durft geen opmerking meer maken die ook maar een beetje over de rand is. Terwijl je collega er misschien net zo over denkt. Wat krijg je dan? De gewone mensen hebben het gevoel dat ze voortdurend met het vingertje gewezen worden. Gevolg: nog meer opgekropte frustratie, zodat de toon inderdaad harder wordt.’
‘Die Maarten Boudry, ukkiefilosoofje, is niet meer dan een jankwezel met een hypocriete gluipkop’, kreeg u onlangs te horen op Twitter. Dat moet toch iets met u doen?
Boudry: ‘Dit kwam uit linkse hoek. Sinds ik mijn pijlen richt op de ongure banden van de PVDA met bijvoorbeeld Noord-Korea, valt het me op dat de reacties uit extreem-linkse hoek veel giftiger zijn dan ik verwacht had. Net omdat mensen aan de linkerzijde ervan overtuigd zijn dat zij vol goede bedoelingen wel de democratie ondersteunen, zijn er veel minder remmen als je hen aanvalt. Als ik de banden van Vlaams Belangers met neo-nazi’s aantoon, hoor ik geen piep. Maar als ik hetzelfde doe met de PVDA, krijg ik alle bagger over me heen die je je maar kan inbeelden.’
'We moeten het meer oneens kunnen zijn met elkaar. We moeten leren incasseren.'
Van der Stighelen: ‘Links claimt het monopolie op ethische waarden. En daardoor reageert het veel gemener als het verliest dan het rechtse kamp. Dat gebeurt nu ook met de winst van Donald Trump in de Verenigde Staten. De Democraten kunnen gewoon niet tegen hun verlies. Weet je wat mijn grote angst is? Dat we enkel nog oog hebben voor de sympathieke waarheden. We zijn onze samenleving aan het doodnuanceren. Rede komt niet door de discussie uit de weg te gaan. Maar wel door het oneens te zijn met elkaar, zonder geweld of dwang.’
Lees het volledige interview zaterdag in De Tijd.