Bedrijfsleider moet zichzelf minstens 45.000 euro betalen
Een bedrijfsleider moet voortaan 45.000 euro verdienen opdat zijn bedrijf minder winstbelasting zou betalen. Die maatregel moet vermijden dat te veel eenmanszaken zichzelf omvormen tot een vennootschap.
Door de hervorming van de vennootschapsbelasting, die de regering-Michel heeft vastgelegd in haar zomerakkoord, betalen kmo’s vanaf volgend jaar 20 procent belastingen op de eerste 100.000 euro winst. Voor kleine en middelgrote bedrijven is dat een belastingverlaging, want vandaag betalen ze 25 procent op de eerste schijf van 25.000 euro en meer op bijkomende winst.
Door de belastingverlaging wordt het voor de 520.000 zelfstandigen met een eenmanszaak, bakkers en slagers bijvoorbeeld, fiscaal aantrekkelijk om een vennootschap op te richten. Wie via een eenmanszaak werkt, betaalt net zoals werknemers personenbelasting op zijn inkomsten. Dat betekent dat ze al snel meer dan 40 procent aan belastingen betalen op hun inkomen.
Groei vennootschappen voorkomen
Om te vermijden dat zelfstandigen met een eenmanszaak massaal een vennootschap zouden oprichten, zijn er in het verleden een aantal drempels opgeworpen. Er zijn heel wat administratieve lasten en een reeks financiële verplichtingen. Voorts geldt tot nu toe de vereiste dat een bedrijfsleider elk jaar minstens 36.000 euro bruto aan zichzelf uitkeert als loon, waarop personenbelasting en sociale bijdragen moeten worden betaald.
Wat is een kmo?
Kmo’s betalen vanaf volgend jaar slechts 20 procent belasting op de eerste schijf van 100.000 euro aan winst die ze maken. Een bedrijf is een kmo als het minder dan 50 mensen in dienst heeft, een omzet heeft onder de 9 miljoen euro en een balanstotaal van maximaal 4,5 miljoen euro. Kmo’s mogen maximaal een van die criteria overschrijden.
De verlaging van de vennootschapsbelasting zou veel eenmanszaken evenwel over de streep kunnen trekken om toch een vennootschap op te richten, waardoor de overheid minder belastinginkomsten zou binnenkrijgen. Om dat te vermijden heeft de regering beslist de bestaande drempels te verstrengen. Een zaakvoerder zal voortaan 45.000 euro bruto moeten verdienen om aanspraak te kunnen maken op de verlaagde vennootschapsbelasting.
De drempel ligt dan wel iets hoger, maar volgens het kabinet van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) worden de extra te betalen personenbelasting en sociale bijdragen ruimschoots gecompenseerd door de verlaging van de vennootschapsbelasting. ‘Op 90.000 euro winst betaalt een vennootschap tegen het verlaagd tarief vandaag ongeveer 27.000 euro belasting, na de hervorming is dat nog 18.000 euro.’
Volgens Van Overtveldt is de belastingverlaging, in dit geval 9.000 euro, twee keer zo groot als wat extra wordt betaald aan personenbelasting en sociale bijdragen. ‘Wat privé extra wordt betaald, wordt dubbel en dik bespaard in de vennootschapsbelasting’, luidt het.
Wat privé extra wordt betaald, wordt dubbel en dik bespaard in de vennootschapsbelasting.
Bovendien is er een uitzondering voor bedrijven die weinig winst maken. De verplichting om 45.000 euro uit te keren geldt enkel als de winst van het betrokken bedrijf - voor de aftrek van het salaris van de baas - minstens 90.000 euro bedraagt. Als de winst lager is, moet de helft van de winst worden uitbetaald worden als loon.
De werkgeversorganisaties vinden de maatregel te verantwoorden. Te meer omdat de opgelegde sanctie beperkt blijft tot een boete van 10 procent op het loon dat te weinig werd uitgekeerd. Zelfs als de boete moet worden betaald, zullen bedrijven meer overhouden dan voor de hervorming van de vennootschapsbelasting.
De verplichting om 45.000 euro uit te keren geldt enkel als de winst van het betrokken bedrijf - voor de aftrek van het salaris van de baas - minstens 90.000 euro bedraagt.
Naast het optrekken van de verloningsgrens heeft de federale regering nog een aantal andere maatregelen genomen om het statuut van eenmanszaken aantrekkelijk te houden. Zo daalt het belastingtarief dat eenmanszaken bij een verkoop of stopzetting moeten ophoesten tot 15 procent. Nu schommelt die belasting tussen 16,5 en 50 procent.