Begroting slechts 1,8 miljard uit koers

Het Federaal Planbureau heeft donderdag de Economische Begroting gepubliceerd. Dat zijn de vooruitzichten voor de Belgische economie die de basis vormen voor de begrotingscontrole van volgende maand.

De turbulentie op de financiële markten en de groeivertraging van de wereldeconomie hebben slechts een beperkte negatieve invloed op de groeivooruitzichten in ons land. De economische denktank van de federale regering verlaagde zijn groeiprognose voor 2016 met 0,1 procentpunt naar 1,2 procent, omdat de overheidsconsumptie en de netto-uitvoer lager zijn dan verwacht.

Uit de statistische bijlage van de economische vooruitzichten is af te leiden dat een bijsturing van de begroting 2016 noodzakelijk is. Bij ongewijzigd beleid zijn de begrotingen van alle overheden samen op weg naar een tekort van 2,42 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat is 0,42 procentpunt of 1,8 miljard euro meer dan de doelstelling van 2 procent.

De Europese Commissie kijkt echter niet naar het nominaal begrotingstekort maar naar het structureel deficit. Dat is het tekort gezuiverd voor de invloed van de conjunctuur en eenmalige maatregelen. Het monitoringcomité zal in de komende weken berekenen hoeveel de federale overheid en de sociale zekerheid extra moeten saneren. Ook Vlaanderen moet een extra inspanning doen.

Het valt op dat het Federaal Planbureau duidelijk optimistischer is dan Europa. De Europese Commissie voorspelde vorige week dat de begroting 2016 afstevent op een nominaal tekort van 2,8 procent van het bbp.

Voorts verwacht het Planbureau dat er dit jaar 29.900 banen bijkomen. Daardoor zal de werkloosheidsgraad met 0,4 procentpunt dalen naar 7,9 procent. De koopkracht van de gezinnen stijgt met 0,8 procent dankzij de taxshift en de toename van de werkgelegenheid.

Vicepremier en minister van Economie Kris Peeters (CD&V) noemt de vooruitzichten van het Planbureau een opsteker. 'De cijfers tonen aan dat we op goede weg zijn. De uitdaging blijft de omzetting van groei in jobs.'

De cijfers wijzen volgens Peeters op een duidelijke verbetering van de concurrentiekracht. 'De uitvoer stijgt sneller dan de invoer, met een opnieuw sterk positieve handelsbalans tot gevolg. Dit toont aan dat onze economie weer aantrekkelijk wordt.'