Natuurlijk is economie iets voor u
Economie niets voor u? Toch wel hoor. Economie helpt ons betere persoonlijke keuzes te maken, denk aan de aankoop van een huis. Economie verdient beter dan een karikatuur.
Een goede twintig jaar geleden, in de zomer van 2000, stapte ik voor het eerst de redactie van toen nog De Financieel-Economische Tijd binnen, in een gebouw aan de achterkant van het station Antwerpen Berchem. Ik was pas afgestudeerd aan de rechtenfaculteit van de Universiteit Gent en droeg het pak en das dat ik tot enkele weken daarvoor voor mijn mondelinge examens gebruikte.
Een vrije markt wordt te makkelijk gezien als een jungle waarin alleen het recht van de sterkste of de rijkste geldt. Dat is ze niet.
Ik bleek overdressed. Een van de collega’s naast wie ik plaatsnam, zat in een wollen gilet en een pet op zijn hoofd, omdat de airco boven zijn hoofd te veel koude lucht blies. Een halfuurtje later kwam de chef eindredactie me het computersysteem uitleggen. Hij droeg een short, liep op blote voeten en droeg een T-shirt met een grote tekening van Snoopy. Het duurde niet lang of ik ging discreet naar het toilet om mijn das uit te doen. Mijn kostuumvest liet ik op de stoel hangen en liet ik volgende dag thuis.
Net zoals de redactie van De Tijd vestimentair veel dichter bij mijn dagelijkse leven bleek te staan dan ik had verwacht, bleek hetzelfde met de thema’s waarover de krant sinds 1979 bericht. Ze bleken grappiger, spitsvondiger en onvoorspelbaarder dan ik had verwacht. Ze bevatten betere verhalen dan ik had vermoed. En ze stonden dichter bij me dan ik had kunnen denken.
Wat me in de loop der jaren almaar harder is gaan verwonderen, is hoeveel mensen zeggen dat economie niets voor hen is. Te ingewikkeld. Te veel cijfers. Niet geïnteresseerd in aandelen. Terwijl het gewoon overal rondom hen is. Ze kennen het. Ze weten hoe het werkt. Ze kennen het kantoorleven, weten dat hun nieuwe telefoon voor dezelfde prijs meer kan dan de vorige en zien dat niemand spontaan het voetpad veegt omdat het van iedereen is. En toch blokkeren velen zodra het plots officieel over economie moet gaan.
Het is een immense gemiste kans, omdat economie belangrijk is om het leven te begrijpen. Ze legt uit hoe we omgaan met schaarse middelen: van onze tijd en onze aandacht tot ons budget. Ze helpt ons persoonlijk betere keuzes maken, van het aankopen van een huis tot het nemen van verzekeringen of het sparen voor later.
Economische kennis doet ertoe. Een van de frappantste conclusies over financiële geletterdheid in Vlaanderen is de immense correlatie tussen armoede en het gebrek aan die kennis. Onze welvaart is nu eenmaal sterker dan ooit gebouwd op een complex financieel systeem en op een economie waarin arbeidsspecialisatie heel ver is doorgedreven. ‘Het verschil tussen zij die het financieel systeem snappen en zij die het niet begrijpen, is wellicht nog nooit zo belangrijk geweest’, schrijft Niall Ferguson in ‘The Ascent of Money’.
Ook als je het breder bekijkt, is economische kennis cruciaal. Ze helpt ons als burger beter geïnformeerde keuzes te maken als we gaan stemmen of deelnemen aan het politieke debat. En uiteraard voelt het gewoon goed aan om vol verwondering de wereld in al haar facetten beter te begrijpen. In plaats van na te denken vervelen de meeste mensen zich, schreef de Nederlandse dichter en romancier Remco Campert daarover.
Zo rijpte het idee om vanuit de alledaagse wereld die iedereen kent de economische wereld te beschrijven die iedereen zou moeten kennen. Het heeft me gesterkt in de overtuiging dat in het publieke debat te vaak een karikatuur van economie wordt gemaakt. Een vrije markt wordt te makkelijk gezien als een jungle waarin alleen het recht van de sterkste of de rijkste geldt. Dat is ze niet. Een vrije markt is een geraffineerd stukje beschaving. Er moeten veel dingen goed zitten om alles te doen lukken.
Om te beginnen is arbeidsverdeling nodig. Zo veel mogelijk mensen moeten doen wat ze het best kunnen en vervolgens de vruchten van hun arbeid met elkaar uitwisselen. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Daarom is iets anders nodig: een combinatie van vrijheid en een zekere onverbiddelijkheid. De Britse econoom John Kay noemde dat ‘gedisciplineerd pluralisme’: een vrijemarkteconomie laat toe dat iedereen die met een idee rondloopt dat idee ook kan uitproberen, maar dwingt het experiment ook te stoppen als het niet werkt.
Waarom is dat zo belangrijk? Om de simpele reden dat de meeste beslissingen die we nemen, fout zijn. Het is verleidelijk te denken dat we onze toekomst kunnen toevertrouwen aan de juiste topmanagers, de beste beursgoeroes of de meest beslagen politici. Wie daarvan uitgaat, komt vaak bedrogen uit. De meeste uitvindingen van Thomas Edison werkten niet. Het militaire genie Napoleon eindigde verbannen in Sint-Helena. Bill Gates zag veel te laat hoe het internet werkte.
Voor het gesofisticeerde stukje beschaving dat de economie is, is wel degelijk een overheid nodig. De politie moet garanderen dat het veilig is langs wegen goederen te transporteren. Rechtbanken moet waarborgen dat conflicten beschaafd worden uitgevochten. De diensten voor mededinging moet bewaken dat bedrijven niet te groot worden en de markt afsluiten voor concurrenten met betere ideeën. De centrale bank moet de munt stabiel en betrouwbaar houden om transacties te kunnen doen.
Er is een gemeenschappelijke taal nodig. Een kadaster of notaris moet juridische zekerheid kunnen bieden dat de verkoper wel degelijk over de eigendomsrechten beschikt van wat hij verkoopt en dat recht ook mag overdragen op de koper. Er is een sfeer van vrede en vertrouwen nodig en bescherming tegenover derden die de transactie onwettig proberen te verhinderen. Er zijn regels nodig waar de markt iets níét regelt, zoals milieuschade en de opwarming van de aarde.
Het merkwaardigste aan de vrije markt is zelfs dat de centrale speler een creatie van de overheid is: een bedrijf, georganiseerd in een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Het betekent dat het parlement heeft beslist dat wie in de aandelen van zo’n bedrijf investeert, hoogstens zijn volledige investering kwijt is maar nooit daarbovenop zal moeten betalen voor de schulden van de onderneming.
Markt en staat worden vaak als elkaars tegenpolen gezien. Dat zijn ze niet. Hoe sterker je de markt wil maken, hoe sterker je de overheid moet maken. Maar die mag niet om het even wat doen. Het is complex. Er zijn veel verhalen nodig om het goed uit te leggen. Maar het is belangrijker dan ooit om het goed te begrijpen.
‘Economie - en wat het alledaagse leven ons daarover leert’ is uitgegeven bij Pelckmans, telt 320 pagina’s en kost 22,50 euro.
Meest gelezen
- 1 De must-reads van het weekend
- 2 Vlaams minister Annick De Ridder: 'Ik zit hier niet om de Vlaming cadeaus te geven'
- 3 Faillissement voor Lunch Garden en gedeeltelijke overname door CIM Capital
- 4 Ondernemer Marc Coucke: ‘Politici vragen me soms om advies. Maar of ze luisteren, weet ik niet’
- 5 Nieuwe supernota van formateur De Wever valt niet overal even goed