Experts buigen zich over pensioenen
Twaalf experts gaan in opdracht van minister van Pensioenen Alexander De Croo (Open VLD° en zijn collega van KMO's en Zelfstandigen Sabine Laruelle (MR) op zoek naar manieren om het Belgische pensioensysteem werkbaar te houden. eEN Opvallend lid van de ‘Expertencommissie Pensioenhervormingen 2020-2040’ is voormalig sp.a-minister Frank Vandenbroucke.
De vergrijzing in ons land is volop aan de gang. Terwijl ons land per gepensioneerde nu nog zo'n 2,5 actieven telt, zullen dat er in 2040 nog slechts 1,5 zijn, waarschuwde minister Laruelle. De financiële houdbaarheid van het Belgische pensioensysteem komt daardoor zwaar onder druk. Tegen 2060 zouden de uitgaven stijgen van 9,9 naar 14,5 procent van het bbp.
‘De analyses kennen we’, benadrukte De Croo. Van de experts wordt dan ook geen zoveelste doorlichting of een nieuw groenboek verwacht, maar wel een reeks zeer concrete hervormingsscenario's op maat van het specifieke Belgische systeem. Liefst tegen het voorjaar van 2014, zodat de volgende regering er meteen op voort kan bouwen.
De sociale partners worden echter niet buitenspel gezet, onderstreepte de minister van Pensioenen voorts. ‘Na de academische consensus zal het immers aan de politieke en de economische wereld zijn om een maatschappelijke consensus te bouwen. Er komt dus nog een zeer ruime discussie met de sociale partners en andere belanghebbenden’, klonk het.
Geen politieke consignes
Politieke consignes kregen de experts niet mee. Ze moeten volledig autonoom kunnen werken, aldus de ministers. De twaalf commissieleden zijn elk expert in hun eigen vakgebied, die allemaal aan de pensioenproblematiek raken. Behalve om de voormalige minister van Pensioenen Frank Vandenbroucke (KU Leuven) gaat het onder meer om de Antwerpse professor Bea Cantillon, haar Leuvense collega's Erik Schokkaert en Jos Berghman en voormalig RVP-topman Gabriel Perl.
Langer werken lijkt in elk geval onvermijdelijk. ‘Er zijn al maatregelen in die zin getroffen en er zullen er nog komen die in het verlengde daarvan liggen’, verwoordde De Croo het voorzichtig. ‘Maar met deze oefening willen we net verder gaan. Dus ook kijken hoe we het werkbaar kunnen houden voor mensen en welke sociale veranderingen nodig zijn.’