Meer privacy en minder isolatie voor jongeren in jeugdhulp

Mag de kamer van een jongere doorzocht worden? Kan een jongere afgezonderd of gefixeerd worden? Wat met vrije tijd en het bezoek van vrienden en familie? Hoe kan er gestraft worden?

Al die vragen krijgen een antwoord in het nieuwe decreet over de rechtspositie van jongeren in de jeugdhulp. Het regelt de verhouding en de afspraken tussen de minderjarigen, hun ouders, de diensten en de voorzieningen die jeugdhulp aanbieden. Omdat het oude decreet meer dan 20 jaar oud was, was het tijd voor een opfrisbeurt, oordeelde bevoegd minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V).

Jongeren in jeugdhulpvoorzieningen krijgen meer recht op privacy. Dat is al jaren een pijnpunt, ook in de jaarverslagen van de Commissie van Toezicht voor jeugdinstellingen (CVTJ). Daarom werd het recht op een eigen kamer, eigen spullen en eigen kleding ingeschreven. 

Fixatie

Ook het fixeren en isoleren van jongeren was een pijnpunt. Het CVTJ drong er in zijn jongste jaarverslag opnieuw op aan om 'van afzondering de uitzondering te maken'. Het aangepaste decreet maakt de regels strenger. Jongeren mogen niet meer als sanctie afgezonderd of gefixeerd worden, maar alleen als 'laatste redmiddel' en 'zo kort mogelijk'. Het kan ook alleen als er een ernstig en acuut gevaar is voor het kind of de jongere zelf of de omgeving.

Er is ook al jaren een probleem met een gebrek aan officieel onderwijs. Het nieuwe decreet bepaalt dat elk kind en elke jongere recht heeft op onderwijs. Dat gebeurt het best in de school die de jongere al kent. Maar als dat niet kan, moet dat in de voorziening geregeld worden. 'Het is belangrijk dat onderwijs en jeugdhulp hier samen op inzetten, want onderwijs is de beste manier om opnieuw aansluiting te vinden bij het gewone opgroeien en een toekomst uit te bouwen', aldus Crevits.