Zeemonster klaagt plasticvervuiling aan
Het mysterieuze vijf meter lange dier dat in de nacht van woensdag op donderdag aanspoelde op het strand van Oostende blijkt een kunststoffen diepzeemonster te zijn. Dat heeft het Vlaams Instituut voor de Zee bevestigd. Bedoeling is de aandacht vestigen op de vervuiling van de oceaan en jongeren inspirerende oplossingen te helpen zoeken voor een duurzamer gebruik van kunststof.
Dierenliefhebbers en buurtbewoners waren de voorbije uren in de ban van een reusachtige diepzeevis maar toen het zeemonster uiteindelijk op de oosteroever aanspoelde, werd al snel duidelijk dat het om een ludieke communicatie-actie ging van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ).
Het dier kreeg als doopnaam "Plastic Mer-trans", een kwinkslag naar het doembeeld van door de mens veroorzaakte genmutatie bij zeedieren en het ontstaan van nieuw leven ten gevolge van doorgedreven plastic vervuiling.
Met deze actie komt de plasticvervuiling van de wereldzeeën nog eens onder de aandacht. De globale jaarlijkse productie aan plastic is sinds 1950 exponentieel gestegen tot bijna 300 miljoen ton, waarvan Europa ongeveer 50 miljoen ton voor zijn rekening neemt. Naar schatting 10 procent hiervan belandt in zee.
Voor de Noordzee wordt de jaarlijkse input van plastic geschat op 20.000 ton, wat overeenkomt met de hoeveelheid verwerkt in 200.000 "Plastic Mer-trans"-vissen of, achter elkaar geplaatst, een afstand van Oostende tot Zuid-Frankrijk.
Omdat de afbraaktijd van plastic honderden jaren duurt, dreigt een toenemende opstapeling van dit afval in zee.
Met de scholencompetitie "Planeet Zee" wil het VLIZ jongeren uitdagen om creatiever en duurzamer om te gaan met kunststofafval. Via dat project wordt aan scholen een digitale leeromgeving aangeboden waarbinnen ze kunnen werken aan actuele zeethema's met een hoog duurzaamheidsgehalte. De klas die het meeste originele project indient, kan een wetenschappelijke expeditieweek aan boord van het onderzoeksschip RV Simon Stevin winnen.