Franse regering wankelt na noodgreep rond begroting
De Franse premier Michel Barnier grijpt naar een noodmaatregel om zijn plan voor de financiering van de sociale zekerheid zonder stemming door het parlement te duwen. Met de demarche maakt hij het voortbestaan van zijn regering erg onzeker.
Haalt de Franse minderheidsregering het einde van de week? Die vraag weerklinkt steeds luider in politieke, economische en financiële kringen nu premier Michel Barnier naar een noodmaatregel gegrepen heeft om een eerste deel van zijn begrotingsontwerp voor 2025 - dat draait rond de financiering van de sociale zekerheid - door het parlement te rammen.
Na dagenlang overleg met de verschillende fracties in het parlement, waaronder het radicaal-rechtse Rassemblement National, maakte Barnier maandagnamiddag in de Assemblée Nationale bekend artikel 49.3 van de grondwet in te roepen. Dat maakt het mogelijk bepaalde wetsontwerpen - zoals over de begroting - door te duwen zonder de verkozenen erover te laten stemmen.
- In Frankrijk hangt het voortbestaan van de regering van Michel Barnier aan een zijden draadje.
- De conservatieve premier zette zijn regering op losse schroeven door een tekst rond de financiering van de sociale zekerheid zonder stemming door het parlement te duwen.
- Daarop diende het radicaal-linkse La France Insoumise een motie van wantrouwen in.
- Als het radicaal-rechtse Rassemblement National die later deze week steunt, valt de regering en wacht Frankrijk een periode van onzekerheid en instabiliteit.
'Het moment van de waarheid is aangebroken', stelde de conservatieve politicus. 'Het is nu aan u, volksvertegenwoordigers, om te beslissen of ons land verantwoordelijke, onontbeerlijke financiële teksten krijgt die van nut zijn voor de burgers. Of dat u ons op onbekend terrein stuurt. Ik roep u op de toekomst van de natie boven het eigenbelang te plaatsen.'
Het is nu aan u, volksvertegenwoordigers, om te beslissen of ons land verantwoordelijke, onontbeerlijke financiële teksten krijgt. Ik roep u op de toekomst van de natie boven het eigenbelang te plaatsen.
Het is de eerste keer sinds zijn aantreden op 5 september dat de premier artikel 49.3 activeert. Dat Barnier zich ondanks die demarche tot de parlementsleden richtte, is niet onlogisch. Zij kunnen zijn noodgreep ongedaan maken met een motie van wantrouwen. Als een meerderheid van de verkozenen zich daarachter schaart, verdwijnt de ontwerptekst niet alleen in de prullenmand, maar zou ook de regering vallen.
Houdinitruc
Sinds het begin van Emmanuel Macrons tweede termijn als president, in mei 2022, namen zijn vorige premiers, Élisabeth Borne en Gabriel Attal, verschillende keren hun toevlucht tot het beruchte grondwetsartikel om begrotingen of ambitieuze hervormingen door de Assemblée te jagen. Waarna links en radicaal-rechts meer dan eens een vertrouwensstemming uitlokten. Maar omdat beide kampen nooit elkaars motie steunden, overleefden Borne en Attal die steeds.
Of Barnier zo'n houdinitruc kan realiseren, is minder zeker. Zijn bestuursploeg leunt in het parlement op slechts 36 procent van de verkozenen. Op de steun van de linkse alliantie hoeft de premier niet te rekenen. Die is vastbesloten elke gelegenheid aan te grijpen om de regering te doen struikelen, omdat zij vindt dat haar het recht ontnomen is te besturen. Links kwam deze zomer als grootste blok uit de vervroegde parlementsrace.
Vrijwel meteen nadat Barnier artikel 49.3 ingeroepen had, diende het radicaal-linkse La France Insoumise (LFI) maandag dan ook een motie van wantrouwen in. De centrumrechtse regering kan die enkel overleven als het radicaal-rechtse Rassemblement National zich op zijn minst onthoudt.
Om de troepen van Marine Le Pen gunstig te stemmen deed Barnier de afgelopen dagen enkele toegevingen. Zo schrapte hij het plan om de taks op elektriciteit op te trekken en ging het mes in de overheidsfinanciering van medische zorg aan buitenlanders. Te elfder ure maakte Barnier ook bekend in 2025 niet te knippen in de terugbetaling van bepaalde geneesmiddelen.
Le Pen had die drie dossiers als een 'rode lijn' voor haar partij bestempeld. Op een vierde eis van radicaal-rechts - de indexering van de pensioenen op 1 januari 2025 - wilde Barnier tot nu niet ingaan. Waarop de radicaal-rechtse kopvrouw maandagnamiddag via X liet weten zich achter de motie van LFI te zullen scharen.
Twijfelachtig record
De debatten rond die motie beginnen ten vroegste woensdag. Slaagt Barnier er tegen dan niet in het RN alsnog op andere gedachten te brengen, wacht hem de twijfelachtige eer als eerste premier sinds Georges Pompidou in 1962 te sneuvelen tijdens een vertrouwensstemming in het parlement. En hij zou nog een record vestigen: dat van kortst besturende regering sinds het ontstaan van de Vijfde Republiek in 1958.
Als de regering valt, wacht Frankrijk een nieuwe periode van onzekerheid. Na de vervroegde parlementsrace - die uitmondde in een gefragmenteerde Assemblée - deed Macron er al twee maanden over om Barnier aan te stellen. Een stabieler kabinet is niet meteen in zicht. En nieuwe verkiezingen zijn pas volgende zomer mogelijk. Intussen dringen zich wel maatregelen op om de overheidsfinanciën van de tweede economie van de eurozone te saneren.
Het nieuwe Griekenland
Een demissionaire regering kan die niet nemen. In het beste geval krijgt die via een 'speciale wet' het fiat van het parlement om op basis van de begroting van 2024 de lopende zaken te beheren. Als de Assemblée een veto stelt, kan Macron als president 'uitzonderlijke bevoegdheden' - vastgelegd in artikel 16 van de grondwet - gebruiken om zelf begrotingsmaatregelen te nemen.
Al die onduidelijkheid maakt beleggers nerveus. De Franse tienjaarsrente tikte na het nieuws over de motie van wantrouwen 2,92 procent aan, terwijl de Duitse op 2,04 procent noteerde. Om geld te lenen op de markten moet Parijs zowat dezelfde rente ophoesten als Griekenland, jaren het zorgenkind van de Europese Unie.