Passieve beleggingen zijn de voorbije jaren in volume en bekendheid gegroeid. Toch zijn er voor beleggers goede redenen om voor actief beheer op de vastrentende markten te kiezen.
In het decennium na de financiële crisis zijn de rentevoeten op bijna alle obligaties naar historisch lage niveaus geduwd. Dat komt door de voortdurende zoektocht naar rendement. Er zijn tekenen dat die achtergrond eindelijk verandert.
Ten eerste is er een sterke en gesynchroniseerde wereldwijde economische groei. Daarnaast zeggen de centrale banken dat zij voorzichtig opschuiven naar een ‘genormaliseerd’ monetair beleid. Deze omgeving suggereert dat de markt- en obligatierendementen de komende jaren mogelijk stijgen.
Klassieke internationale obligatiefondsen volgen passief een benchmark. Dat is een referentie-index om een obligatie te vergelijken met andere effecten van dezelfde soort. ‘Die werkwijze is niet zonder gevaren. Zeker niet gezien de huidige obligatieomgeving met lage rendementen’, zegt Stacey Notteboom, Sales Director Benelux M&G Investments.
‘Als er bij passief obligatiebeheer een rentestijging ontstaat, komt de hele portefeuille onder druk te staan. Er is met andere woorden geen ruimte om bij te sturen. En dat kan erg belangrijk zijn. Daarom is een actieve beheermethode zo interessant. Zij staat los van een obligatie-benchmark en ze probeert een positieve return te genereren, afhankelijk van de marktevoluties.’
‘Passieve obligatiefondsen zijn doorgaans marktgewogen. Hoe hoger de uitstaande schuld van een bedrijf, hoe groter het gewicht in het fonds’
‘Wie twintig jaar geleden blootstelling kocht aan een passieve index van wereldwijde bedrijfsobligaties, haalde een rendement in de buurt van 6%. Toen had de index een rentegevoeligheid in de buurt van 5 jaar. Vandaag levert diezelfde index minder dan 2,5% op terwijl de rentegevoeligheid steeg naar bijna 7 jaar. Daaruit kunnen we lessen trekken. Ten eerste was een ‘kopen-en-houden-’strategie pakweg 20 jaar geleden zeker zinvol vanuit het oogpunt van de risico-rendementsverhouding. Dat risico-rendementsprofiel ziet er tegenwoordig al veel minder aanlokkelijk uit. Daarom durven we te stellen dat actieve, flexibele vastrentende strategieën een betere manier zijn om rendementen te genereren.’
‘Ten tweede. Bij een plotselinge of onverwacht scherpe stijging van de rentevoeten kunnen beleggers met een blootstelling aan dergelijke indexen tegenwoordig potentieel grotere verliezen lijden. De index werd gevoeliger voor renteschommelingen dan 20 jaar geleden. Actieve beheerders kunnen daarentegen de duratie verlagen, en dus de rentegevoeligheid, om hun portefeuille te beschermen tegen rentestijgingen.’
Actieve benadering
Als er meer inefficiënties op de markten ontstaan – bijvoorbeeld rentevoorspellingen, economische groei, inflatie, activiteit van centrale banken, enzovoort – hebben beheerders meer kansen betere rendementen te halen dan een index of een passief beheerinstrument dat zo’n index tracht te dupliceren.
Notteboom: ‘Bij een actieve benadering kan de fondsbeheerder altijd kiezen om niet te investeren in een activaklasse, een bedrijf of een land. Bijvoorbeeld als hij ervan overtuigd is dat de marktomstandigheden, cijfers en analyses onvoldoende interessant en rendabel zijn. Bij een passieve benadering zijn beleggers zo goed als volledig overgeleverd aan de bewegingen van de index.’ Bovendien zijn passieve obligatiefondsen doorgaans marktgewogen. Met andere woorden, hoe hoger de uitstaande schuld van een bedrijf, hoe groter het gewicht in het fonds.’
Opsporen van marktopportuniteiten
Een cliënt die kiest voor een actief internationaal obligatiebeheer, weet dat de fondsbeheerder voor hem voortdurend marktopportuniteiten opspoort, zegt Notteboom. ‘En marktopportuniteiten, die zijn er áltijd. De voorbije maanden zagen we bijvoorbeeld dat de rente op tien jaar in de Verenigde Staten relatief snel steeg in de richting van 3 procent. Een actieve beheerder moet daarop in durven te spelen, want daar zitten rendementskansen.’
‘Of neem nu de voorbije Franse presidentsverkiezingen met een mogelijke finale tussen Mélenchon en Le Pen. Dat scenario deed de financiële markten huiveren. Dan moet je als actieve fondsbeheerder de risico’s analyseren en vervolgens een standpunt innemen. Zo kunnen we het rendement overtreffen van een klassiek obligatiefonds, dat traditioneel bestaat uit een derde staatsobligaties, een derde bedrijfsobligaties en een derde high-yield-obligaties.’
De aanhouder wint
Het is ook belangrijk de actieve beleggingsstrategie aan te houden voor de vooropgestelde duurtijd, van bijvoorbeeld drie tot vijf jaar. ‘Laat je nooit ontmoedigen door tijdelijke marktschommelingen’, zegt Notteboom. ‘Je moet obligatiefondsen op de middellange termijn bekijken. We moeten weg van het snel verhandelen van dergelijke producten alsof het aandelen zijn. Dat zien we soms gebeuren. Een algemene vuistregel? De actieve aanhouder wint.’
Meer weten over flexibele internationale obligatiefondsen?
Bezoek onze website voor meer info.
De meningen in dit artikel mogen niet worden beschouwd als een aanbeveling, advies of voorspelling.