Niels Hendriks doceert interaction design aan de LUCA School of Arts Campus C-mine in Genk. ‘Wat we maken, lijkt soms vreemd, maar dat was een verkeersdrempel twintig jaar geleden ook.’
Een interaction designer ontwerpt producten en diensten met het oog op hoe die interageren met hun gebruiker. Om die ontwerpen nuttig, bruikbaar en betekenisvol te maken, werkt hij of zij een vast patroon.
‘Een interaction designer bestudeert eerst de gebruikers en de context. Daarna onderzoekt hij hoe bestaande technologie een oplossing biedt. Tot slot volgt de esthetiek. Hoe kan hij alles samenbrengen in een aantrekkelijk product of een aantrekkelijke dienst?’
Betekenis en bruikbaarheid spelen een grote rol. ‘Is de navigatie duidelijk? Is de inhoud aantrekkelijk gepresenteerd? Draagt de technologie bij aan de doelen van de organisatie?’
Wie wil creëren, mag zich niet opsluiten.
De Nutri-Score waarmee Delhaize sinds deze zomer uitpakt, is een voorbeeld. Vijf kleuren en letters (van A tot E) op verpakkingen informeren de consument over voedingswaarden. Zo wil Delhaize ons aanzetten om gebalanceerd te eten.
Slimme winkelkar
‘De volgend stap kan een slimme winkelkar zijn. We hebben zo’n prototype enkele jaren geleden ontwikkeld. Hoe meer ongezonde producten je koopt, hoe lastiger het wordt om ze voort te duwen. Dat lijkt misschien vreemd, maar dat was een verkeersdrempel die je aanzet om trager te rijden 20 jaar geleden ook.’
‘Dat is wat een interaction designer doet: reflecteren en ontwerpen om technologie op een andere, slimme manier in te zetten, met een blik op de toekomst.’
Onderzoekende geest
Wie interaction designer wil worden, moet willen creëren. ‘Een idee omzetten in een design, het vormgeven. Daarvoor heb je een onderzoekende geest nodig. Je vindt geen creatieve ideeën als je jezelf opsluit. Je moet naar mensen toe durven te stappen, met hen praten en je empathisch opstellen. Werk je aan een project in de zorg? Dan moet je weten wat een zorgverlener en een patiënt bezighoudt. Je moet ook kritisch zijn en het nut van wat je maakt in vraag durven stellen.’
Tegelijk moet je op de hoogte zijn van de meest recente technologie. Dat betekent dat je het web afspeurt naar VR-demo’s, dat je weet welke start-up welk snufje gelanceerd heeft. Het kaf van het koren scheiden doe je in overleg met andere ontwerpers op workshops of designfestivals.’
‘Dit is echt een beroep van de toekomst’, besluit Niels. ‘Je verbetert en ontwerpt technologie, hanteert een kritische blik en stelt vragen over het hoe en waarom. En dat speelt zich allemaal af op het snijvlak van multimedia, design en kunst.’