Achter de schermen in de fabriek van de Italiaanse pianobouwer Fazioli

Pianist Boris Giltburgs vingers kriebelen als hij er een ziet, net als die van de Belgische Marie François. In veertig jaar tijd kreeg Paolo Fazioli zijn handgemaakte piano’s op de internationale podia.

Op enkele minuten van het centrum van Sacile, een slordige zestig kilometer van Venetië, verdringen muziekliefhebbers zich in concertzaal Fazioli. Het is 10 maart, en ze zijn niet alleen gekomen voor de jonge Belgische pianiste Marie François en haar Canadese collega Tony Yike Yang, maar ook voor Paolo Fazioli. Achtenzeventig jaar is hij. Veertig jaar geleden richtte hij vanuit het niets een fabriek op die vandaag niet moet onderdoen voor Steinway, waarvan de piano’s al meer dan zeventig jaar dé referentie zijn in concertzalen.

Op het podium van het kleine auditorium, naast de fabriek, staan twee piano’s met de rug tegen elkaar. Het exemplaar dat François bespeelt, heeft een imposant gouden frame dat vol staat met handtekeningen. De eerste werd in 2005 gezet en is van Aldo Ciccolini, die de piano meteen een bijnaam gaf: ‘Mago Marlino’, Merlijn de Tovenaar. Omdat de piano alles wat de beroemde Italiaanse pianist uit zijn magische handen liet komen, in een perfecte klank kon vertalen.

Advertentie

Het was trouwens Ciccolini die als eerste in Fazioli geloofde, toen de kleine onderneming nog door velen werd afgedaan als een waanzinnig initiatief. In het begin van de jaren 80 kwam hij er vaak langs om de werkplaats van Paolo te bezoeken, toen nog in de fabriek van diens vader, die kantoormeubilair maakte. En natuurlijk was het Ciccolini die de allereerste piano van Fazioli bespeelde op het podium van de Milanese La Scala.

Die piano, de ‘N°1’, bestaat trouwens nog altijd. Ze staat naast een gloednieuw concertmodel in de stem­kamer, achter het podium, en is makkelijk herkenbaar aan het messing rond de pedalen en de basis van de drie poten, maar ook aan de zeven schreefloze letters die de naam van het Italiaanse merk vormen. En niet het minst aan de prachtige, populierenhouten fries aan de binnenkant van het instrument. ‘Daar was het dat ik Paolo Fazioli voor het eerst ontmoette’, vertelt François.

‘Ik was gekomen om hier een piano te helpen kiezen voor de eigenaars van Quatre Mains Piano’s, een pianowinkel in Gent. En neen, ik had echt geen idee dat Paolo Fazioli achter mijn rug meeluisterde toen ik op deze ‘No. 1’ speelde’, lacht ze. ‘Na een mazurka van Chopin hoorde ik hem zeggen: ‘Ongelooflijk!’, en hij vroeg me om op alle piano’s in de fabriek te spelen, vijf uur lang, waarna hij me inhuurde voor zijn veertigste-verjaardagsconcert. Voor mij is het altijd interessant om een pianobouwer te ontmoeten en te zien hoe het er in de fabriek aan toe gaat.’

Advertentie
Advertentie
‘Wij bouwen piano’s die zingen als de Italiaanse taal: briljant, vol kleur, helder en duidelijk.’
©Fazioli

Filmen verboden

Via een andere deur komen we samen met Paolo meteen in de fabriek, die intussen zowat achtduizend vierkante meter bestrijkt. Ze werd in gebruik genomen in 2000, naast de oude meubelfabriek van vader Fazioli. Vijftig gespecialiseerde werknemers zijn druk bezig en verdiepen zich in het geluid dat de piano’s produceren. ‘Ik hoop dat je niet probeert te filmen’, zegt Paolo Fazioli plots met een strenge blik. We treden inderdaad binnen in het heiligdom van het bedrijf, de werkplaats waar de kostbare klankbodems worden gemaakt, het trillende hart van de piano.

Hier zitten dé grote fabricagegeheimen. Met die imposante zwarte gordel, glimmend als een spiegel, maar ook het glanzende frame van gietijzer en de snaren die erover liggen en alles lijken te verstoppen, zou je denken dat er een gewone klankbodem in zo’n piano zit. Maar een piano resoneert volgens hetzelfde principe als een viool: de trilling van de snaren wordt versterkt door de dunne, gebogen houten tafel en zo doorgestuurd naar het oor van de mensen in de zaal.

In het geval van Fazioli gaat de vergelijking met de viool trouwens perfect op. Het resonantiehout dat hij gebruikt voor de zangbodem is precies hetzelfde als het hout dat Stradivarius vroeger ging kopen in Val di Fiemme, in het hart van de Dolomieten: rode spar, bekend om zijn elasticiteit en sterkte. De beroemde vioolbouwer koos die houtsoort voor de diepe bas en de briljante hoge tonen. De rode spar groeit heel langzaam in de schaduw, maar reikt loodrecht naar de hemel, als een speer die perfect in de grond staat. Als de randen en het hart van de stam worden weggesneden, is er dan ook geen risico dat je op een onregelmatige ader botst, of erger, een knoop die het geluid zou beletten om zich voort te planten.

‘We hebben zeer veel onderzoek gedaan’, zegt Paolo, die niet alleen werktuigbouwkundig ingenieur en ondernemer is, maar ook als pianist afstudeerde aan het conservatorium van Pesaro. ‘Toen we klankbodems begonnen te maken, gebruikten we een ultrasone sonde om de voortplantingssnelheid van de geluidsgolf in het hout te berekenen. Hoe hoger de snelheid, hoe beter het geluid, dachten we. Maar zo werkt het niet. Het hout dat we gewoon op het zicht kozen, gaf veel betere resultaten. Zodat we die sonde maar in de kast lieten.’

Zevenhonderd uur zijn er nodig om één Fazioli-vleugelpiano te maken. Per jaar verlaten er maar 150 exemplaren de fabriek.
©Fazioli

Ingenieur-kunstenaar

Noem het gerust de ‘Fazioli-methode’: ‘Ik analyseer altijd alles vanuit een fysisch standpunt. De ingenieur in mij wil een resultaat neerzetten dat daarna wordt beoordeeld door de artiest in mij. En als die artiest het maar niets vindt, kunnen we nog altijd opnieuw beginnen’, zegt Fazioli. ‘We hebben de piano natuurlijk niet uitgevonden. Die eer komt toe aan de Italiaan Bartolomeo Cristofori, meer bepaald in 1709. Maar we observeerden wel andere pianobouwers, en bekeken de traditie heel kritisch. We vroegen ons altijd af waarom de anderen het zus of zo deden. Waarna we keken hoe we zelf het beste resultaat konden bereiken.’

Het is met die aanpak dat Fazioli een compromisloze productie van maar 150 exemplaren per jaar in stand houdt – ter vergelijking: Yamaha bouwt er 20.000 per jaar – en in veertig jaar tijd een internationale reputatie opbouwde die vandaag niet alleen liefhebbers van prestigieuze piano’s prikkelt, maar ook de grootste pianisten ter wereld. Van Angela Hewitt tot Herbie Hancock, van Boris Giltburg tot Daniil Trifonov. Fazioli biedt een alternatief voor de Steinway en de typische klankesthetiek van dat huis: krachtige bassen, ronde middentonen en zinderend hoge tonen. Precies datgene waarover Paolo niet helemaal tevreden was toen hij aan het conservatorium studeerde. ‘Wij bouwden een piano die zingt als de Italiaanse taal’, lacht hij. ‘Briljant, vol kleur, helder en duidelijk. Ja, een piano die op ons lijkt.’

Het glanzende frame van gietijzer. Opmerkelijk: het resonantiehout dat Fazioli gebruikt voor zijn piano’s is precies hetzelfde als dat wat vioolbouwer Stradivarius vroeger bezigde: rode spar.
©Fazioli

François bevestigt: ‘Toen ik de percussieve muziek van Bartók begon te spelen, zei Paolo onmiddellijk dat ik in plaats daarvan iets met belcanto voor hem moest spelen. Want dat klinkt hemels perfect op zijn piano’s.’ Een piano kan trouwens alleen ‘zingen’ als ze een ruime klanklengte heeft. ‘We probeerden dus een riem, een structuur en een klankbodem te ontwerpen die samen de trilling van het geluid konden verlengen’, pikt Paolo in.

Terwijl hij het uitlegt, stopt de pianobouwer bij een stapel planken van Canadese esdoorn, zes millimeter dik. Ze liggen te wachten om aan elkaar te worden gelijmd en daarna in een zware pers te verdwijnen, om daar opnieuw uit te komen in de vorm van… een piano. ‘Het resultaat is iets wat bijzonder sterk is’, zegt hij. ‘Hoe stijver, hoe minder energie er verloren gaat. Dat is immers de regel: als de klankbodem trilt, mag absoluut niets van die trilling verloren gaan in de structuur van het instrument.’

Hetzelfde geldt voor het indrukwekkende vergulde frame van gietijzer, sterk genoeg voor de twintig ton druk die door de 220 snaren wordt gegenereerd. ‘Aanvankelijk maakten we die een beetje te dik, opdat ze niet zouden barsten bij de klant, wat trouwens nog nooit is gebeurd. Maar vandaag proberen we de massa metaal in het instrument zo licht mogelijk te maken.’

Fazioli is obsessief in het elimineren van wrijving: het geluid is onwaarschijnlijk zuiver en de mechaniek reageert onmiddellijk.
©Fazioli

Rolls-Royce of Maserati?

Het resultaat is een kwaliteitsniveau waar je volgens François ‘even aan moet wennen. In het begin vond ik het moeilijker om op een Fazioli te spelen dan op een andere piano. Het instrument reageert heel snel, en dat ben je van andere merken niet gewoon. Zodra je een accent maakt, springt het geluid eruit. Op een Steinway is het alsof je met een Rolls-Royce rijdt: altijd comfortabel. Maar een Fazioli is een Maserati: je moet ermee leren omgaan, want heel responsief, gevoelig en delicaat. Ja, net als… muziek.’

Ons bezoek zit er bijna op. De meester heeft ons met een rotvaart doorheen de zevenhonderd uur geloodst die, verspreid over twee jaar, nodig zijn om een Fazioli-piano te maken. We komen in het laatste gedeelte van de fabriek. Hier, ver weg van het lawaai, wachten de geassembleerde piano’s op hun mechaniek. De exemplaren waarin die mechaniek al gemonteerd zit, wachten verderop en staan geparkeerd als luxeauto’s onder een dekzeil. Een voor een moeten ze nu nog naar de intonatiestudio. ‘De final touch’, zegt Ortwin Moreau, een technicus uit Antwerpen die de fabriek bezoekt om zijn kennis bij te spijkeren. Hij heeft niet graag dat we hem observeren als hij met een klein ijzer over elke hamer strijkt om de wolvezels aan te spannen en de ideale textuur te geven. Zodat ze bij contact met de snaren die typische, beroemde Fazioli-klank kunnen produceren, helder en zingend.

Veertig jaar geleden richtte de Italiaan Paolo Fazioli vanuit het niets een pianofabriek op die intussen niet moet onderdoen voor Steinway.
©Fazioli

Verlengstuk van de arm

‘Iedere pianist heeft zijn idee over hoe een piano moet klinken’, zegt Paolo Fazioli. ‘Maar voor mij is de klank van een piano niet meer dan het resultaat van een natuurkundige formule.’ En hij citeert het fundamentele dynamicaprincipe van Newton: kracht is gelijk aan massa maal versnelling. Dat gebruikte hij immers om de werking van de vijfduizend bewegende onderdelen in het mechanisme te optimaliseren.

De Israëlische pianist Boris Giltburg, winnaar van de Koningin Elisabethwedstrijd in 2013 en al meer dan tien jaar een fan van Fazioli, was formeel toen we hem in New York contacteerden tijdens zijn Amerikaanse tournee: ‘Je kunt discussiëren over persoonlijke voorkeuren als je het over instrumenten hebt, maar de mechaniek van Fazioli is gewoon de beste. Je moet maar de helft van de energie gebruiken voor dezelfde hoeveelheid geluid. Als je verandert van kleur of karakter, dan reageert de mechaniek meteen: het instrument wordt zo een verlengstuk van je arm, maar ook van je verbeelding. Het geluid komt voort uit dezelfde obsessie die Paolo heeft voor het elimineren van wrijving: het is onwaarschijnlijk zuiver.’

Die vrijdag observeert Paolo zijn kostbare instrumenten. Je ziet zo dat hij geniet van zijn veelbelovende jonge artiesten, van zijn trouwe publiek en van zijn zoon Luca, die er ook is, in de Fazioli-concertzaal. De volgende generatie staat al klaar.

| Prijs | Van 117.000 euro voor een kleine kwartvleugel tot 224.000 euro voor de grote F308 in standaardkleur
| Website | fazioli.com
| Erkende dealer | Gent: quatremainspianos.be

Advertentie
Gesponsorde service

Lees Meer