In de bagage van Nasser Nadjmi steken chirurgische apparatuur en een bouwplan voor een nieuwe ziekenhuisvleugel. Ongeveer tachtig kinderen zitten op hem te wachten. Met zijn foundation, die we met Sabato willen steunen, geeft hij hun letterlijk opnieuw een gezicht. Een verslag van drie dagen Iran op adrenaline. ‘Wat ik in België doe in een jaar, doen we hier in een week.’
De betogingen van de voorbije weken lijken stilgevallen. Maar op straat in Teheran en Shiraz blijft de sfeer geladen. Nu ja, ik woon in België, ik werk in Brussel. Ik ben wel een en ander gewend.
Maar terwijl er in Brussel twee centimeter sneeuw valt en onze regering de bevolking oproept zich thuis te barricaderen, valt hier letterlijk een meter sneeuw. Het leven gaat gewoon zijn gangetje, al worden op de luchthaven meer en meer vluchten geannuleerd. Dat zal het al volgepropte werkschema van Nasser Nadjmi in de war sturen.
Het enige wat we bezitten, is datgene wat we weggeven. Hoe meer we weggeven, hoe rijker we worden. Uit die gedachte is mijn foundation geboren.Nasser Nadjmi
Nadjmi is een in ons land werkende topchirurg van Iraanse afkomst die in Teheran, de stad waar hij opgroeide, fundamenteel onderzoek doet naar ‘tissue engineering’. In Shiraz, 684 kilometer ten zuiden van Teheran, bouwt hij met het geld van zijn foundation een universitair ‘center of excellence’ voor de behandeling van kinderen met een hazenlip.
Het is halfdrie ’s nachts wanneer we in het hotel aankomen. Al van op het vliegtuig heeft Nadjmi behalve zijn Belgische gsm ook zijn Iraanse gsm bij de hand. En afgaand op het aantal pings is zijn thuisland op de hoogte van zijn komst. Het wordt een kort nachtje. ‘De taxi komt jullie morgen om 7.45 uur ophalen. Afspraak om 8 uur in het ziekenhuis van de universiteit’, luidt een van de laatste berichten.
De volgende ochtend zit de wachtzaal uren op voorhand al behoorlijk vol. Toch zullen zij nog even moeten wachten op de chirurg, want er staat eerst nog een werfbezoek op de agenda. ‘Wij hebben van de universiteit een eigen ruimte gekregen. Een Iraanse architect heeft de plannen voor de verbouwing getekend. Behalve een ontvangstruimte voor de patiënten komen er ook twee ultramoderne orthodontieruimtes, zodat de patiënten ook verder begeleid kunnen worden als ik er niet ben. Ik voer hier niet alleen operaties uit, maar leid ook chirurgen op.
Het uiteindelijke doel is dat ik vervang baar ben’, vertelt Nadjmi als we door de volledig gestripte ruimte lopen. ‘De afbraakwerken zijn achter de rug, vanaf volgende week begint de herinrichting. Tegen eind maart moet alles af zijn’, vertelt orthodontiste Shabnam Ajami, Nadjmi’s rechterhand ter plaatse.
Marathon
Na het werfbezoek haast Nasser Nadjmi zich naar een klein auditorium dat vandaag dienst doet als consultatieruimte. Meer dan tachtig raadplegingen staan er ingepland. Nieuwe patiënten en kinderen die al operaties achter de rug hebben. Schisis is een van de meest voorkomende aangeboren afwijkingen. In het Nederlands heet het een hazenlip. In het Perzisch een suikerlipje. De afwijking begint al bij het embryo. Je ziet de ‘fout’ optreden tussen de vijfde en de achtste week van de zwangerschap: een spleet in het gezicht van het embryo die niet sluit. Baby’s met schisis missen niets. Alle spieren en ‘onderdelen’ zijn in hun gezicht aanwezig, maar ze zitten niet op de juiste plaats. De taak van de shisischirurg is niet het gat te dichten, maar de abnormale situatie zo natuurlijk mogelijk te herpuzzelen. Volgens Nadjmi’s protocol gebeurt dat door vijf operaties, waarvan de eerste al plaatsvindt wanneer de baby drie maanden oud is. ‘De laatste ingreep plannen we net voor ze met het eerste leerjaar beginnen. Ik wil dat mijn patiënten ongeschonden aan die stap in het leven kunnen beginnen.’
Benefiet
Ik probeer ondanks het uurverschil nog de laatste afspraken rond te krijgen voor de benefiet in Brussel over enkele weken. De opbrengst van de veiling gaat integraal naar de stichting van Nadjmi, om de extra ziekenhuisvleugel te financieren. Bovendien betaalt de foundation de ziekenhuiskosten terug voor de armste kinderen. De consultaties lopen die avond uit tot 20 uur. En dan zit zijn dag er nog niet op. ‘Ik moet nog een uur lopen. Ik ben ingeschreven voor de marathon van Tokio over drie weken. Ik heb een trainingsschema te volgen.’
‘Iedere keer als ik terugkom, verheug ik mij op ash sabzi shirazi. Dat is een ontbijtsoep die ze alleen in deze streek maken. Je moet die zeker eens proeven’, raadt Nadjmi mij de volgende morgen tijdens het ontbijt aan.
Na de twaalfurige werkdag van gisteren dient dag twee zich even gevuld aan. ‘Ik schat ongeveer tien operaties. In België behandel ik tot veertig nieuwe schisispatiënten per jaar. Hier in Iran doen we dat in een week. Hier kan ik blijven doorgaan. Ik werk puur op adrenaline. Een gezicht geven aan kinderen met een faciale handicap: dat is de grootste passie in mijn leven. Als je die drive niet hebt, kan je niet zoveel uren kloppen.’
Boete
De cirkel is daarmee rond. Het was diezelfde drive die hem naar België bracht. ‘Als kind al was het mijn grote droom om geneeskunde te studeren’, blikt hij terug. Al zag hij die droom als tiener in rook opgaan. ‘Ik was dertien toen de Iraanse revolutie begon in 1978, een jaar nadien brak de oorlog uit. We woonden wel op 1.500 kilometer van het front, maar als een land ten oorlog trekt, voel je dat tot in de kleinste uithoeken. In Teheran bleven de universiteiten drie jaar dicht. Toen ze opnieuw opengingen, kwamen alleen voldoende ‘gerevolutioneerde’ studenten door de toelatingsproef. Ik maakte geen kans. Een drama. Ik was 18 en rot - ambitieus, maar ik kon geen kant uit.
Tot bij toeval zijn oog in de krant viel op een advertentie voor een toelatingsproef voor de Hogere Zeevaartschool in, jawel, Antwerpen of all places. ‘We waren met 6.000 kandidaten voor amper 24 plaatsen. Ik had nog nooit een schip vanbinnen gezien en zeevaart interesseerde mij helemaal niet, maar ik rook een exitscenario. De opleiding was een legale manier op het land te verlaten. Ik sprak geen Nederlands, had geen familie of vrienden in het land, maar het was mijn enige kans. Dus studeerde ik keihard voor het toelatingsexamen en slaagde. Ik 1987 studeerde ik af. Ik mag mij officier ter lange omvaart noemen!’
In België behandel ik tot veertig nieuwe shisispatiënten per jaar. Hier in Iran doen we dat in een week. hier kan ik blijven doorgaan, puur op adrenaline.Nasser Nadjmi
Dat diploma was echter geen vrijgeleide naar het buitenland: na hun opleiding moesten de afgestudeerden terugkeren naar Iran. Maar op een Iraans cargoschip van de ene naar de andere haven varen, was niet Nadjmi’s ambitie. ‘Ik ben in België gebleven, want ik wou arts worden, al bracht ik daarmee mijn ouders in de problemen. Zij moesten niet alleen de opleiding terugbetalen, maar ook nog eens een flinke boete wegens contractbreuk. Zij hebben dat gedaan op voorwaarde dat ik mijn verdere studies zelf betaalde. Dat maakte mij extra gemotiveerd. Ik was het ze verschuldigd te slagen. Ik heb toen de studies geneeskunde en tandheelkunde gecombineerd: geneeskunde in eerste zit, tandheelkunde in tweede zit, of omgekeerd.’
‘Inderdaad geen evidentie keuze. Ik heb heel moeilijke momenten gekend in Leuven. Maar er was geen weg terug. Ik wou en zou de beste zijn in mijn vak. Excelleren is erin gedrild bij ons thuis en bij veel Iraniërs. Dat competitieve zit er nog altijd in.’
De twee medische opleidingen kwamen samen in een zeer specifieke specialisatie: maxillofaciale heelkunde, dat is mond-, kaak- en gezichtschirurgie, een discipline die tandheelkunde én geneeskunde combineert. Vandaag staat Nadjmi aan het hoofd van de afdeling maxillofaciale heelkunde aan het universitair ziekenhuis van Antwerpen. Met een team van veertien maxillofaciale chirurgen (de ZMACK-associatie) bedient hij de ruimere Antwerpse regio in diverse ziekenhuizen.
Spoor trekken
Drie jaar geleden, in 2015, richtte hij zijn eigen Nasser Nadjmi Foundation op. De belangrijke aanleiding was een schok in zijn privéleven. ‘Ik heb mijn beste vriend verloren na een auto-ongeval. Hij was 44, politiek vluchteling uit Iran en oprichter van een van de grootste fiduciaires in Antwerpen. Uit het niets had hij in twintig jaar tijd een enorme rijkdom opgebouwd. En dan dat ongeval. Niets kon hij nalaten, zelfs geen testament.
Het zette mij aan het denken. Welk spoor wil ik trekken? Ik realiseerde me dat het enige wat we uiteindelijk kunnen bezitten, datgene is wat we weggeven. Hoe meer we weggeven, hoe rijker we worden. Uit die gedachte is de foundation geboren.’
In Shiraz opereert Nadjmi zowel in het universitair ziekenhuis als in een privéziekenhuis, opgericht met geld van een Iraanse mecenas en ondersteund met privégiften. De voormiddag van dag drie zit erop. Na het eten is het duidelijk gsm-tijd. Zowat de hele equipe zit druk te tokkelen op de smartphone. Vooral de posts over de aanhoudende protesten van vrouwen zonder hoofddoek leiden tot geanimeerde discussies over het regime.
Voor Europeanen blijft dit een mysterieuze combinatie van openhartige discussies en rigide rechtspraak. Dezelfde dag bevestigt het hof in Teheran de doodstraf voor de Iraanse arts en VUB-gastdocent Ahma dreza Djalali, wegens spionage in opdracht van de Israëlische geheime dienst Mossad.
Statement
Even stoom aflaten om er daarna weer helemaal tegenaan te kunnen. Drie kinderen moeten vandaag nog onder het mes, waarvan een complexe dubbele schisis. Gelukkig is dokter Behzad Rahsepar, vriend en collega, ondanks de problemen op de luchthaven van Teheran, toch nog gearriveerd om te assisteren. Een andere collega ontbreekt op het appel. Hij is in Miami aan het werk. De jongste tijd wijkt veel Iraans talent opnieuw uit naar de States.
‘Er is een enorme Iraanse braindrain aan de gang. Het beste talent vloeit weg naar het buitenland en komt zelden terug’, zucht Nadjmi. ‘Mocht ik minister van Onderwijs zijn in Iran, dan zou ik faciliteiten scheppen zodat lokaal talent zich hier maximaal kan ontwikkelen. Ik zou mogelijkheden creëren om buitenlandse kennis te delen en zo de internationale samenwerking te stimuleren.
In afwachting daarvan probeer ik toch een beetje een statement te maken, een voorbeeld te zetten. Ga naar het buitenland, doe zoveel mogelijk kennis op, maar kom ook terug naar je geboorteland en deel. Geef seminaries of voordrachten. Doe iets terug voor je land van herkomst.’