Het Italiaanse Molteni&C lanceert in maart zijn eerste outdoorreeks, en die is grotendeels uitgetekend door Vincent Van Duysen. Sabato ging op zoek naar de geheimen van die buitenpremière.
1 | Molteni&C introduceert een nieuwe weeftechniek
Hout, kunststof, bamboe, aluminium, gietijzer: dat is zowat de top vijf van outdoormaterialen als het gaat om meubels. Naast vlechtwerk. Van rotan tot polypropyleen: een gevlochten stoel is duurzaam én comfortabel, want elastischer dan zijn collega’s. Ook Vincent Van Duysen zwichtte voor vlechtwerk. Zijn ‘Green Point’-stoel en ‘Phoenix’-fauteuil zijn gemaakt van een modernistisch ogend stalen kader, afgewerkt met fijn weefsel. ‘Geweven koord is natuurlijk niet nieuw. De techniek bestaat al sinds de steentijd, maar onze versie is wél nieuw’, vertelt Ambrogio Mauri, die bij Molteni&C de outdoorsectie en de stofferingsafdeling leidt. ‘We werken met een heel fijne polypropyleendraad, waardoor een extreem fijn weefsel ontstaat. Veel fijner dan normaal. Om een idee te geven: in één stoel kruipt driehonderd meter koord en vijftien uur handwerk.’
‘Ik koos voor deze weeftechniek als referentie aan de meubelproductie van de afgelopen eeuwen. Maar dan wel in een hightechversie’, licht Van Duysen toe. ‘Bovendien wilde ik een warm en comfortabel gevoel toevoegen aan de metalen structuur. Het is het weefsel dat het product vormt en verandert.’
Voor de productie wijkt Molteni&C uit naar Bosnië. Waarom hangen ze hun ‘made in Italy’-filosofie aan de haak? ‘Tot in de negentiende eeuw vond je het vlechtambacht ook in Italië, vooral op het platteland, waar ze manden maakten voor transport en opslag. Terwijl die traditie bij ons verdween, bleef ze in de Balkan springlevend’, aldus Mauri. ‘Er zijn geen grote fabrieken. Mensen weven thuis in familieverband, zowel mannen als vrouwen. Omdat wij een grote productie nodig hebben, brachten we verscheidene families samen in één atelier.’
Hoewel ze het vakmanschap in huis hadden, had het heel wat voeten in de aarde om het gewenste resultaat te bereiken, vertelt Mauri. ‘Aanvankelijk was het een ramp. Toen we vertelden wat we wilden, kwam – zoals verwacht – het antwoord: ‘Dat is onmogelijk’. Na veel praten en samen tijd doorbrengen kwam het tweede antwoord: ‘We zullen het proberen’. Zo zijn we uiteindelijk, na lange tijd, beland bij wat we wilden.’
2 | Een nieuwe vintagenaam om te onthouden: Luca Meda
Giò Ponti, Ettore Sottsass, Achille Castiglioni, Carlo Scarpa: als Italiaanse designlabels een re-editie lanceren, dan meestal van een klinkende naam. Molteni&C kiest in zijn outdoorcollectie voor Luca Meda, een nobele onbekende die dertig jaar lang hun artistiek directeur was. Ze diepen een ontwerp uit dat nooit in productie ging. ‘In de jaren 80 ontwierp hij bijna voor de lol een buitenbank, geïnspireerd op een mand. We vonden die terug en Van Duysen paste hem nog wat aan’, zei CEO Carlo Molteni onlangs in een interview in de Italiaanse krant Corriere della Sera.
‘In 1984 stonden er twee prototypes op het Salone, in kerselaar. Maar omdat geen enkele dealer interesse had, ging de bank nooit in productie. De remake was uitdagend, want de prototypes waren verloren. Wellicht zijn ze ooit verbrand. Zo ging dat vroeger: als de loods vol stond, staken we de oude stukken in de fik om plaats te maken. Het enige wat we nog hadden, waren twee foto’s’, vertelt Peter Hefti, marketeer bij Molteni&C die jarenlang nauw samenwerkte met Luca Meda. ‘Alles begon toen de Molteni’s me die foto toonden’, zegt Van Duysen. ‘Ik nam het idee over van het vlechtwerk, maar veranderde het materiaal. Het uitvergrote vlechtwerk op de rug is nu uitgevoerd in dunne stroken teak of een kunststof met de look van leer. Ook de formaten zijn anders, omdat ik verschillende versies maakte, zoals armfauteuils, tweezits, driezits enzovoort.’
‘De remake was uitdagend, want de prototypes waren verloren. Zo ging dat vroeger: als de loods vol stond, staken we de oude stukken in de fik.’Peter Hefti
Meda kwam in 1968 aan boord bij Molteni&C als artdirector, het jaar waarin het bedrijf omschakelde van klassieke naar moderne meubels. Hij bleef er tot zijn dood in 1998. ‘Meda was een heel discreet persoon die bekendheid schuwde’, aldus Hefti. ‘Hij kwam uit een bekende Milanese familie, zijn vader was een belangrijke industrieel, zijn oom politicus. Hij was heel bemiddeld en woonde op de Via Monte Napoleone. Daarom bleef hij liever onder de radar.’
Vorig jaar gaf Molteni&C een vuistdik boek uit over Meda, de eerste monografie over hem. Het lijkt erop dat ze zijn naam willen uitspelen. ‘Hij was een nauwe vriend van Aldo Rossi’, zegt Hefti. ‘Ze deelden dezelfde visie en werkten geregeld samen. Een innovatieve ontwerper was Meda eerlijk gezegd niet, liever greep hij terug op de traditie en op historische archetypes.’
De outdoorcollectie bevat nog een tweede re-editie. Opnieuw een onuitgegeven ontwerp, maar dan van Giò Ponti. Een chaise longue die hij in 1952 ontwierp voor het cruiseschip Andrea Doria. Ponti tekende het volledige interieur van het trans-Atlantische schip, samen met kunstenaar Piero Fornasetti. Deze lounge chair was bedoeld voor op het dek. Dankzij Molteni&C waan je je even op een glamoureuze cruiser op je eigen terras.
3 | Modeontwerpster Marta Ferri maakt de oversteek naar design
Schrijf deze naam maar op: Marta Ferri. Bekend van haar opvallende, kleurrijke couturejurken die ze maakt in haar atelier in de 5 Vie-wijk in Milaan. Voor de outdoorcollectie van Molteni&C ontwierp ze een buitentapijt, verkrijgbaar in rechthoekige of ronde versie. ‘Schoorvoetend stapte ik de designwereld binnen, nieuwsgierig en vol ontzag. Tot ik besefte dat mode en meubels eigenlijk hetzelfde zijn. Of je nu een mens of een ruimte aankleedt, het gaat allebei om schoonheid en mensen zich goed laten voelen’, aldus de Milanese ontwerpster.
De carrièrewending stond al wat in de sterren geschreven. Ze is de dochter van de bekende interieurontwerpster Barbara Frua De Angeli, die ook veel tapijten tekende. En sinds 2016 is ze al aan boord bij Molteni&C als textielconsultant. Daarvoor dook ze onder meer in het stoffenarchief. Tegelijk tekende ze voor hen een ‘kledingcollectie’, die alleen maar wordt gebruikt om de inloopdressings in de Molteni&C-showrooms aan te kleden. Letterlijk. ‘The Styling Closet’ is een set elegante tenues, gemaakt van meubelstoffen. ‘Stoffen zijn voor mij het allerbelangrijkste. Ze zijn het vertrekpunt van elk ontwerp. Voor mijn mode gebruik ik geregeld meubelstoffen.’
‘Mode en meubels zijn eigenlijk hetzelfde: het gaat telkens om schoonheid.’Marta Ferri
Ferri is er het type niet naar om bij haar leest te blijven. Voor ze in 2011 haar eigen merk oprichtte, was ze setdesigner in de New Yorkse studio van haar vader, de fotograaf Fabrizio Ferri. Later was ze visual merchandiser voor Prada en even stond ze op het punt haar eigen juwelenmerk te lanceren in Argentinië. Via haar man Carlo is ze deel van de adellijke Borromeo-familie. ‘Ik zie mezelf niet als een modeontwerpster, eerlijk gezegd. Trends zeggen me weinig. Elk project benader ik op dezelfde manier. Ik focus op kleuren, sferen, texturen en licht.’