We vroegen vijf levensgenieters waar ze zich ook het komende jaar graag mee omringen. Vandaag: multisterrenchef Alain Ducasse over zijn zwak voor vintage reiskoffers en Japanse ryokans.
Wat betekent luxe voor jou?
‘Het is de harmonie tussen tijd en ruimte, zoals het perfecte gerecht dat niet te weinig of te veel is.’
Wie is je favoriete kledingmaker?
‘Ik draag vaak Anderson & Sheppard. Ik hou van de sfeer in die Londense winkel die volledig uit donker hout is opgetrokken. Alle kleding wordt er op maat gemaakt.’
Welke architecten bewondert u?
‘Er is een link tussen architectuur en gerechten. Ik hou veel van Jean Nouvel, Tadao Ando en Ieoh Ming Pei. Ik prijs me gelukkig dat ik een restaurant, Les Ombres, heb in Nouvels Musée du Quai Branly in Parijs en een ander restaurant, IDAM, in het Museum of Islamic Art van Pei in Doha.’
Wat is je favoriete hotel?
‘Hotel Gajoen in Tokio. De kamers ademen de sfeer uit van een ryokan, een traditioneel Japans pension.’
Wat verzamel je?
‘Reiskoffers uit de periode tussen 1880 en 2010. Bentleys, op Lower Sloane Street in Londen, is mijn favoriete adres voor reisvoorwerpen.’
Welke designklassieker doet jouw hart sneller slaan?
‘Ik heb een boekenrek van Mario Bellini uit de jaren 60, maar ben ook dol op de ‘Plume’-tas van Hermès en op de Bugatti-tas.’
Wat is het favoriete stuk uit jouw collectie?
‘Modellen van de Saint James-stoel die Jean Nouvel dertig jaar geleden ontwierp voor een restaurant in Bordeaux. Ze staan ook in mijn restaurant in het Palace Hotel in Tokio. Het lijkt net alsof je op een wolk zit.’
Zonder welke luxe kun je niet leven?
‘Ik ga vaak naar de rommelmarkt van Saint-Ouen in Parijs, de ideale plek om oud glas- en aardewerk op de kop te tikken. Echte luxe is mooie oude voorwerpen gebruiken en ermee leven.’