Nog twee weken speuren naar vermiste oorlogsslachtoffers in Ieper.
John Lambert, een Canadese soldaat, sneuvelde op 16 augustus 1917 in Langemark tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij was amper 17. Zijn stoffelijk overschot werd pas in 2016 opgegraven in de Westhoek. Maar aan de hand van persoonlijke objecten en DNA-onderzoek konden archeologen hem toch identificeren. Honderd jaar na zijn dood kon hij, in het bijzijn van zijn familie, toch nog begraven worden.
Er liggen nog zo’n 55.000 vermiste ‘John Lamberts’ in de West-Vlaamse kleigrond. Af en toe komt er nog eens een lichaam boven, waar archeologen - met wat geluk - een naam of gezicht op kunnen plakken. Zoals van de Nieuw-Zeelandse officier Henry John Innes Walker, wiens verrekijkertas zijn initialen droeg: hét spoor naar zijn identificatie.
De Eerste Wereldoorlog maakte 9 miljoen slachtoffers. Maar de expo ‘Vermist aan het front’ in het In Flanders Fields Museum zoomt in op het verhaal van de opgespoorde vermiste soldaten. Met persoonlijke voorwerpen en brieven van wanhopige ouders. Menselijker en tastbaarder wordt de oorlogsgruwel niet.
