In de nieuwe collectie ‘60’ van Glenn Sestig zijn geen betonnen potten te bespeuren. Wel donkere, sculpturale houders van mondgeblazen glas. Ze zijn verkrijgbaar in vier verschillende formaten en als diffuser. ‘60 One’, de allereerste drop van de collectie, heeft alvast een zwoele, elegante geur. Met hints van leder, bergamot en rozen. ‘Ik bewonder Glenn Sestig al heel lang’, vertelt D’Haenens. ‘Dus trok ik mijn stoutste schoenen aan en contacteerde hem via Instagram om te vragen of hij een collab zag zitten. Hij bleek gecharmeerd door ons verhaal en geïnteresseerd in een samenwerking.’
Telefonisch laat Sestig weten dat hij D’Haenens persistentie bewondert. ‘Ze heeft een paar keer aan mijn mouw moeten trekken voor ik toezegde. Wat me overtuigde, is dat ze ons op creatief vlak volledig carte blanche gaf. Hoe hoog onze eisen ook waren, Pauline zorgde ervoor dat het lukte.’
Het idee om een kaarsenlabel te lanceren kreeg D’Haenens in New York, waar geurkaarsen van natuurlijke kokosnoot- en sojawas – waarmee ze al haar interieurkaarsen maakt – al langer een hype zijn. Ze woonde vier jaar in de Big Apple. ‘Ik werkte daar als brandmanager voor Domaine Select Wine & Spirits, een Amerikaans bedrijf dat wijn importeert. Ik deed die job heel graag en was een echte workaholic. Ik was altijd de eerste op kantoor en de laatste die vertrok.’
Dat veranderde toen de Trump-administratie besloot ‘O-1’-werkvisums, voor gespecialiseerde professionals, af te schaffen. ‘Ik kon niet anders dan terugkeren naar België. Plots was ik dertig, had ik geen baan meer en woonde ik weer bij mijn ouders.’
‘Ik speelde al langer met de idee om een bedrijf op te richten. Om een ‘ladyboss’ te worden, zoals ze dat in de VS noemen. Met 5000 euro spaargeld ben ik begonnen. Natuurlijk was het eerste jaar zwaar. Ik keerde mezelf geen loon uit. Elke verdiende cent stopte ik weer in Mon Dada.’ Intussen staat ze er niet meer alleen voor. Haar team is nu acht personen groot. ‘Dat het allemaal vrouwen zijn, is toevallig. Maar het geeft wel een fijne, gemoedelijke sfeer.’
Ook op privévlak heeft D’Haenens geleerd om meer te investeren in vrienden en familie. ‘Toen ik terugkwam van New York moest ik mijn sociaal leven helemaal opnieuw opbouwen. Tijdens het eerste jaar van Mon Dada was dat moeilijk, omdat er zoveel werk was. Nu let ik erop dat ik ’s avonds en in het weekend echt stop met werken, en tijd neem voor mezelf en mijn omgeving.’