Danken we de comeback van de speedo aan Gert Verhulst?

Over de speedo, de spannende zwemslip, vloeit heel wat inkt. Is Gert Verhulst persoonlijk verantwoordelijk voor de comeback ervan? Of toch Cristiano Ronaldo?

Het is aangenaam heet buiten. Het soort weer waarbij de geluiden de dikte krijgen van honing. Er zindert iets in de lucht dat het verstand verlamt en de verbeelding op hol doet slaan. Het overkomt mij bij het monsteren van een schaars geklede medemens. Ik vraag meteen maar om verschoning. Het ligt aan mij. ‘Op hol’ is amusant. Gelukkig worden lijven vergeeflijker als men ze bekijkt vanachter zonnebrilglazen. Lijven in bikini’s, lijven in zwembroeken. Het zijn de geruststellende bakens van de zomer. Tot iemand er weer eens, in komkommertijd, een precaire zaak van maakt. Meer bepaald: van de kleine zwembroek, de speedo. We slaan meteen mea culpa.

Zonder gêne

Advertentie

De speedo is een hot topic. Dat wil men ons toch al pakweg tien jaar doen geloven. Bij nader onderzoek blijkt de brede opmars van de slip al járen aan de gang, sinds de nillies. De zwemslip ligt bijgevolg qua trendsnelheid mijlenver voorop op de heer Verhulst. Die werd nietsvermoedend gefilmd met een blauw exemplaar dat hij nota bene van vriend James cadeau gekregen had. De heer Verhulst stond meteen in alle kranten, als zou hij de persoonlijke aanvoerder van de speedotrend zijn.

Maar de heer Verhulst is helemaal geen trendtijger. Het siert hem dat hij er doodgewoon geen ruk om geeft dat de vermaledijde zwemslip meestal gezien werd/wordt als een verleidingstenue voor mannen die van mannen houden. Maar wie was er dan wél verantwoordelijk voor de retour van de vermaledijde speedo, als de heer Verhulst er niks mee te maken had?

We duiken het internet in. Het is er even warm. We krijgen het er nog warmer van. Voetballers zoals Cristiano Ronaldo en David Beckham vertonen zich blijkbaar al jaren in een dergelijke zwemslip. Zelfzeker, zonder de minste gêne. Wat wil je, met zo’n lijf. Als trendgevoelige voetballers waren Ronaldo en Beckham ook véél vatbaarder voor de capriolen van fashiondesigners zoals Calvin Klein, Armani en Bikkembergs. Die ontwerpers promootten in de jaren 90 de man met een wasbord en aanpalende schootbult in zwemslip als nieuw schoonheidsideaal: fotomodel David Gandy, acteur Mark Wahlberg, acteur/model Tyson Beckford en een hele reeks anderen die in hun vrije tijd niet weg te slaan waren uit de gym. Daarom droegen Ronaldo en Beckham die nieuwe krappe zwemslips. Volledig on trend.

Naakt in de gym

Curieus genoeg werd het ‘nieuwe’ ideaalbeeld van Calvin Klein en Armani al sinds de jaren 80 in gay gymclubs in New York en Los Angeles gecultiveerd. De gespierde sexy man was daar nooit weg geweest. En de zwemslip had in de homo-iconografie een verheven status. Hoe minder textiel, hoe meer vel en vlees.

Advertentie
Advertentie

Trotse mannen streefden eigenlijk niets anders na dan het oude Helleense lichaams­ideaal. Wie snel even de beeldhouwwerken van Praxiteles, Polykleitos en Lysippos gaat opsnorren, kan vaststellen dat Atheense jonge mannen zo’n 2.500 jaar geleden al met hetzelfde wasbord konden prijken. Die gingen toen ook al trainen in een gym, zij het dan wel naakt, en hadden een persoonlijk maatje om zich te laten inoliën en assisteren in de training. Bovendien deelden ze ook in andere geneugten. Het getrainde mannenlichaam was doel, middel en reden.

De zogenaamde ‘wealthy body’, waarover men het tegenwoordig heeft (het ideale gespierde lijf waarmee de zwemslip wordt geassocieerd), is dus oeroud. Niets nieuws onder de zon en op het strand. Een simpel teken van sportiviteit en van baltsgedrag. Van man tot man, van man tot vrouw. Van man tot zichzelf, misschien. In ieder geval: het afgetrainde mannenlichaam, gehuld in minislip of niet, creëert steevast visuele prikkeling. Die prikkeling is voor velen een puur esthetisch genot, voor anderen is het niets anders dan de harde belofte voor een schier oneindig uithoudingsvermogen – in de gym, en ja, ook wel in bed. Of om het even waar. Afijn.

Olympisch goud

Even terug naar dat lapje textiel. De speedo zelf. De iconische gay zwemslip was eigenlijk geen bedenksel van de gay scene, maar wel van de zwemsport zelf, zo’n tien jaar eerder. Het was nota bene de schuld van de Australiërs dat het mannelijke lid en de balzak tijdens zwemwedstrijden middels een rekbare broek in het gelid werden gehouden. Speedo was down-under (jazeker) oorspronkelijk een merk van sokken en ondergoed. In 1927 maakte het merk furore met mannenbadpakken met een ‘racer back’, een open rug met bandjes, waardoor zwemmers sneller vooruitkwamen. Zo’n tien jaar later verschenen Australische zwemmers op de Olympische Spelen van Berlijn voor het eerst in een echte, doch immens grote, Speedo-zwembroek.

Door de zwembroeken uit nylon te vervaardigen en vanaf 1970 in spandex, werd de speedo almaar meer aquadynamisch. En kleiner. De Amerikaanse zwemmer Mark Spitz won zeven gouden medailles in zijn speedo op de Olympische Spelen van 1972 in München. Totdat zwempakken echt hightech werden in de jaren 90, droegen alle zwemmers, duikers en waterpoloërs standaard een speedo.

Gevolg: in de jaren 80 droeg welhaast elke zwemmende of strandwandelende man op deze aardbol ook een speedo. Vaders, grootvaders, kinderen. Niemand stond daar echt oprecht één minuut bij stil. Dikke buik of niet, groot geschapen of klein. De zwemslip was utilitair, er werden geen woorden aan verspild. De Australiërs verzonnen zelf de opmerkelijkste bijnaam voor hun slip: de ‘budgy smuggler’ of parkietensmokkelaar. Wegens wereldwijd succes werd Speedo vervolgens overgekocht door de Britten.

Platte komma, schuine streep

Het merk Speedo is nog steeds zowat de grootste zwemsportleverancier ter wereld. Ironisch genoeg maakt de verkoop van de iconische ‘speedo met kleine s’, vandaag nog slechts een heel klein deel uit van de totale omzet. Het assortiment is groot. De rijzende populariteit van de kleine zwemslip spekt tegenwoordig andere kassa’s. Zowat ieder luxemerk (dat vooral de markt respecteert en niet zozeer zichzelf) bood de jongste jaren opgeleukte versies van de oerspeedo aan, en de aanzwellende comeback veroorzaakte af en toe, in komkommertijd uiteraard, commotie in de pers.

Zo ontstond er stilaan een kleine controverse op de socials: de lichaamsbewuste, blije voorstanders van de speedo juichten. Een bende gekke en vooral knappe Amsterdamse jongens hield met @speedoclubamsterdam zowaar jarenlang een fotografische kruistocht voor de speedo, maar tegenstanders jammerden. Inclusief kon je zo’n minislip namelijk niet noemen, zegden ze. Want zo’n slip maakt elke relaxte, ongespierde buik meedogenloos afstotelijk. Dwing ons niet tot crossfit en pilates, nee, zeiden de haters. Maar was de zwemslip niet gewoon heel erg comfortabel, om vrij mee te bewegen of te zwemmen? Dat werd beaamd. Kortom, het protest tegen de speedo werd een flauw dispuutje waarbij nooit vrijuit gesproken werd. Want eigenlijk ging het om de eer.

Wie is er dan wél verantwoordelijk voor de retour van de vermaledijde speedo als Gert Verhulst er niks mee te maken heeft?

De zwemslip raakte vooral de ziel der mannen en niet zozeer het kruis. Het probleem was dat de zwemslip bezuiden de navel gewoonweg alles optisch minimaliseert. Vergelijk: met de klassieke onderbroek ofte Y-front krijg je door de snit een ‘package’. Helaas maakt de rechttoe rechtaan spandexzwemslip daar immer een gespannen punt van. Een paar knuddige nullen, een platte komma, een voorwaartse schuine streep, dot com, in een context waar geen typografische regels gelden. Krijg bovendien maar eens onverhoeds, zo slenterend op het strand met je speedootje aan, een bijzonder onverwachte gedachte door je hersenpan, die al het bloed naar lagere regionen stuurt. Schaamte op het strand.

Het kruis zit tussen de oren als je een speedo draagt. Er zijn er maar weinig, zoals Ronaldo, Beckham en inmiddels ook hun zonen, die er onbezwaard en onbezorgd het strand mee op gaan. Voor de meeste mannen zorgt de ondoeltreffende verhulling van hun pudendum voor ongemak. Voor verlies aan zelfvertrouwen. Een zwemslip werkt als een rode lap op een nieuwsgierige geest, een magneet voor onbesuisde ogen. Een badslip is de tegenhanger van de cleavage, die andere betwiste optische vrijhaven. We stellen ons voor wat het moet zijn als mensen abusievelijk tegen je kruis beginnen te praten, zo ergens tussen de parasols en de Berlijnse bollen, terwijl de gedempte geluiden van meeuwen en spelende kinderen de dikte hebben gekregen van honing. Het lijkt ons warempel nog iets onwerkelijker dan tegen je tepels.

Bevrijd de dij!

Wat trek je nu straks aan op het strand? De oplossing is deze week in onze mailbox beland. Dankzij de jongst gesignaleerde trend zijn we eindelijk klaar met alle commentaren op de heer Verhulst, met het speedodispuutje, met metaforen voor down-under in komkommertijd en met wrede gedachten aan komma’s en apenstaartjes. Trendwatchers hebben namelijk geponeerd dat niet de bermuda of de zwemslip, maar wel de korte zwemshort de meest modieuze keuze voor deze zomer is. ‘Free the thigh’, bevrijd de dij, zo wordt geroepen.

Het Britse merk Orlebar Brown is al jaren de lansbreker van de korte short, ook voor het strand en het zwembad. Ook het Franse retromerk Vilebrequin stuurt met zijn Côte d’Azur-surfseventiesvibe de trend aan. Houzee!

Wat is er hip aan zo’n korte zwem­short, die bovenaan de dij eindigt? Kenners beweren dat een dergelijke korte short, waar een wel zéér overdachte snit aan te pas komt, erg flatterend is voor tal van mannenlijven. Kleine, grote, dikke, dunne, gespierde of ongespierde. Want bovenal zal hij het gebronzeerde been wat langer laten lijken, waardoor de verhoudingen beter zullen kloppen.

Over de package geen woord. Die blijft onzichtbaar. Misschien is dat maar goed ook. Het wordt tijd dat we onze gedachten weer eens op iets zinnigs zetten.

Advertentie