Wat heeft een juwelier als Slaets te zoeken op de Meir in Antwerpen? Een verhaal over een vergeten ‘Prins Diamant’ met een immens fortuin à la Empain, een audiëntie bij Rolex en een beveiligingssysteem dat rechtstreeks uit het scenario van de volgende ‘Mission: Impossible’ lijkt te komen.
Wellicht de grootste sprong in het 117-jarige bestaan van de Antwerpse familie Slaets. Eind oktober verhuisde ze naar de hoek van de Meir en de Leysstraat. Een ‘triple A’-locatie, zoals dat in het jargon heet, die normaal verhuurd wordt aan internationale highstreetketens. Karen Millen en Damart hadden tot voor kort elk een winkel in het hoekpand. Het is best verrassend dat een Antwerps familiebedrijf zich nog wil (en kan) komen vestigen op de Meir.
‘Iedere Belg is al wel eens op de Meir geweest. Hier passeren zo’n 16 miljoen mensen per jaar. Met al die etalages heeft zo’n hoekpand optimale visibiliteit. We wilden ook niet te ver verwijderd zijn van de diamantbuurt, omdat we vaak samenwerken met ambachtslui uit die wijk. Daarom kozen we voor deze locatie’, zegt Jan Slaets, die het bedrijf leidt met zijn echtgenote Kristien en hun kinderen Maarten en Karlien.
‘Door zich hier te vestigen, maakt Slaets een statement. Als familiezaak wil ze de grandeur en diversificatie van de Meir nieuw leven inblazen.’Kristof Goossens en Stefan Hommerin
Hoe mooi de belle-époquepanden ook zijn, de Meir straalt vandaag niet meteen een luxegevoel uit. Passen Slaets’ topmerken als Rolex, Pomellato, Breguet, Omega en Chopard wel tussen Zara Home, Nespresso, Guess en Urban Outfitters? ‘Op de Meir staan inderdaad prachtige monumentale panden die een kwalitatieve invulling verdienen. Er zou een opwaardering mogen komen. De retail op de Meir is nu te eenzijdig. Er zijn signalen dat die kentering op komst is. Slaets zou wel eens de voorbode kunnen zijn van een reeks nieuwe en meer gepersonaliseerde retailconcepten’, zeggen Kristof Goossens en Stefan Hommerin, die met hun architectenbureau Anversa de renovatie aanpakten. ‘Door zich hier te vestigen, maakt Slaets een statement. Ze willen als familiezaak de grandeur en diversificatie van de Meir nieuw leven inblazen.’
Rubens-collectie
Om die ambitie te realiseren, had de familie Slaets inderdaad geen betere plek kunnen kiezen. Ze huurt voortaan drie verdiepingen in een pand waar diamantgeschiedenis is geschreven. Het gebouw draagt niet alleen de naam ‘Huis Lodewijk van Bercken’, het werd in 1906 ook ontworpen voor diamantair Louis Coetermans.
‘Lodewijk van Bercken was een 15de-eeuwse Brugse diamantair die een revolutionaire slijpmethode ontwikkelde waarop diamantairs zich nog altijd baseren. Van Bercken heeft hier nooit gewoond, maar zijn gigantische beeld siert wel de monumentale gevel op de eerste verdieping. Wij zullen Van Bercken opnieuw een glazen ‘diamant’ geven die hij ook origineel in zijn rechterhand vasthad’, zegt Maarten Slaets, vierde generatie in het familiebedrijf.
De toenmalige bouwheer en eigenaar was Louis Coetermans (1855-1925), bijgenaamd ‘Prins Diamant’. Hij had een imperium dat niet moest onderdoen voor dat van Solvay of Empain. Coetermans was een van de grootste diamantairs van zijn tijd en stelde zo’n 3000 mensen te werk in eigen ateliers. Zonder zijn inspanningen was Antwerpen nooit de diamantmetropool geworden die het nu is.
De machtige zakenman – die zelf niet op de Meir, maar in een kasteel op het platteland woonde – had een internationaal vertakt imperium dat reikte tot in Afrika, China, Perzië en Amerika. Om de toevoer van diamanten te garanderen onderhield hij uitstekende relaties met de sjah van Perzië én de Duitse keizer Wilhelm II, die de diamantrijke kolonie Zuidwest-Afrika (het huidige Namibië) bezat. Coetermans was niet alleen diamantair, hij investeerde ook fors in de aanleg van elektriciteits-, tram- en spoornetten in Amerika, Afrika, het Midden-Oosten en Europa.
In Antwerpen was Coetermans bekend om zijn collectie Rubens-doeken, waarmee hij de basis legde voor het Rubenshuis. Hij financierde met zijn immense fortuin gigantische stadsfeesten, sociale bouwprojecten en koloniale tentoonstellingen in de Scheldestad. Daarnaast verfraaide hij de Antwerpse Meir: hij liet er naar Amerikaans model winkels, een rolschaatspiste en een bioscoop bouwen. En hij had er dus ook zijn eigen pronkpaleis, waarin de familie Slaets de juweel- en diamanttraditie nu voortzet.
Discretie verzekerd
‘Begin 20ste eeuw, toen Antwerpen nog geen echte diamantwijk had, waren er hier en daar ruimtes waar diamantairs discreet stenen verhandelden. Onder meer in een salon op de tweede verdieping van Coetermans’ pand’, vertelt Maarten Slaets terwijl hij ons dat ‘appartement’ toont. Bij ons bezoek was de ruimte, met haar indrukwekkende plafondhoogtes van 5,50 meter en neoklassieke ornamenten nog niet bemeubeld. ‘We hopen de salons in december in gebruik te nemen. Ze zijn ideaal voor events of besprekingen met topklanten die een exclusief stuk willen zien of laten maken. En mooi in lijn met de oorspronkelijke functie van de ruimte.’
Dat neoklassieke salon meegeteld tikt Slaets’ nieuwe boetiek af op een indrukwekkende 900 m². De verbouwing vergde dan ook een forse investering. Al zien Jan en Kristien Slaets dat vooral als de kickstart voor de volgende generatie. ‘Waren wij het eindpunt, dan hadden we deze moeite niet meer gedaan. We hebben de kinderen heel actief betrokken bij dit project. Ze komen uit een andere generatie en hebben een andere kijk op de toekomst van het bedrijf en de sector.’
‘We streven naar architectuur die meerdere generaties kan overleven’, zegt Kristof Goossens. ‘Of die een nieuwe invulling kan krijgen. Ook dat is duurzaamheid. We deden in het verleden al veel ervaring op met projecten voor familiebedrijven. De modetempel Princess is een van die realisaties in de Antwerpse Lange Gasthuisstraat. Via dat project heeft Slaets ons trouwens gevonden.’
Rolex en Chopard
Toch was voor anversa deze opdracht ongewoon. Als architectenbureau brengt het graag ‘sereniteit en stilte in een wereld waar (te) veel prikkels zijn’. Maar probeer dat maar eens in een drukke winkelstraat zoals de Meir én in een multibrandboetiek, waar elk luxemerk zijn eigen huisstijl vertaald wil zien. ‘Als je de parfumafdeling van een luxewarenhuis binnenstapt, weet je niet meer wat je ruikt of wat je ziet. Dat effect wilden we hier niet’, zegt Jan Slaets.
Dé architecturale uitdaging was om eenheid te brengen in de merkenverscheidenheid. Orde in de chaos. Daarom tekende anversa een ingetogen, huiselijk en luxueus winkelinterieur met details in terrazzo, brons, kamerbreed tapijt, glas en notelaar. Daarbinnen kregen vijf topmerken – Rolex, Breguet, Omega, Chopard en Pomellato – hun eigen gepersonaliseerde corner. ‘Normaal richten die merken hun corners helemaal zelf in, met eigen meubilair, presentatiemodules en een desk. Maar het risico op visuele overkill is groot. Terwijl wij net de winkelarchitectuur zo coherent en klassevol mogelijk wilden houden.’
‘Dus vroegen wij die merken om zich in te passen in ons interieurontwerp. Binnen het Slaets-format konden ze hun corner wel minimaal personaliseren in hun ‘huisstijl’, maar de afwerkingsmaterialen moesten op hun beurt blenden met het geheel. Rolex hanteert extreem strakke guidelines, met kasten in messing en een ‘aquawall’ in groen glas. Terwijl Pomellato een corner met zachtroze muren en een grafisch tapijt wilde’, zegt Goossens.
Dat atypische en gewaagde concept moest anversa gaan verdedigen op de internationale hoofdkwartieren van al die grote merken, onder meer bij Rolex in Genève. ‘Gelukkig werd ons concept overal bijzonder enthousiast onthaald. Ja, we namen zeker een risico. Voor hetzelfde geld knapten die grote merken af op onze aanpak. En dan was Slaets die in het slechtste geval kwijt.’
Mission Impossible
‘Hoe we erin geslaagd zijn de merken over de streep te trekken? De sleutel zit in 56 winkelzuilen, onze zogenaamde ‘smart sculptures’. Die uniforme ‘driedimensionale’ kolommen herbergen de vitrines van de juweel- en horlogemerken op de twee verdiepingen. Maar ze bieden ook verticaliteit, diepte en visuele rust. Tegelijk creëren ze spanning, want je bent best benieuwd wat er achter elke zuil te zien is’, zegt Hommerin. ‘In die zuilen zitten de constructieve kolommen, de ventilatie, de verwarming en andere technische snufjes verstopt. De state-of-the-artbeveiliging bijvoorbeeld. Die gaat zo ver, dat het soms leek alsof we een scenario voor ‘Mission: Impossible’ aan het schrijven waren.’
Nog zo’n mission impossible: hoe krijg je verstilde, maatvolle architectuur in een V-vormig pand, vol storende draagbalken en schuine lijnen? ‘In het begin kregen we er een punthoofd van. Maar die balken hebben we elegant kunnen wegwerken achter een systeem van verdiepte en gelaagde sierlijsten. Die zijn qua vorm geïnspireerd op facetten van edelstenen, net als onze vijfhoekige glazen lichtkokers’, zegt Goossens.
Gapen aan het atelierraam
Opmerkelijk: de familie Slaets trok het architectenbureau anversa vanaf dag één mee in het bad. Zelfs bij de zoektocht naar een geschikt pand, intussen zo’n drie jaar geleden. ‘Net toen we de beslissing hadden genomen over het pand en de renovatiewerken begonnen waren, sloeg corona toe’, zegt Jan Slaets. ‘Een ongelukkige timing, want onze winkels moesten dicht op het ogenblik dat we zo’n gigaproject aanvatten. De renovatie in de koelkast stoppen zagen we niet zitten. Ook al wisten we helemaal niet wanneer de pandemie ietwat opgelost zou raken.’
Uiteindelijk hernam de business sneller dan corona kalmeerde. Sinds eind oktober overheerst de opluchting. Al blijft het voor de familie Slaets en haar twintigkoppige team toch nog even wennen. Omdat ze voor het eerst juwelen én horloges onder één dak verkopen (Slaets behoudt wel nog zijn kleinere boetiek in de Schuttershofstraat). En omdat het horlogeatelier prominent te zien is. ‘Op de eerste verdieping kun je door een venster de vier fulltime horlogemakers van Slaets live bezig zien met onderhoud of herstellingen, ook voor Rolex. Binnenkort worden de eigen juwelencollecties vervaardigd in een atelier dat aansluit op het vipappartement.’ Kwestie van de vijfde generatie Slaets al warm te maken.