Ze zijn burgerlijk ingenieur, econoom of diamantspecialist. Maar ze stapten onlangs in de tricky modesector, zonder enige voorkennis dan nog. Modieuze toptransfers of 'modemaker blijf bij je leest'?
'De grootste overstap? Niet zozeer van de farmasector naar de mode. Wel van een gigant naar een start-up', zegt Carl Mourisse, de ene helft van het duo dat sinds 2013 het modemerk Strelli weer in de markt zet. 'Het is gemakkelijker om een bedrijf van 500 naar 600 miljoen euro omzet te laten groeien dan van nul naar 1 miljoen. Strelli Homme is voor ons opnieuw een start-up.'
'Toen Strelli in 2012 de boeken neerlegde, zijn we benaderd door Paul Malingrau, een ex-medewerker van Strelli', vertelt Alain De Mol. 'Strelli is een Belgisch mode-icoon: het zou zonde zijn zo'n ruwe parel te laten teloorgaan. Dus besloten we samen met Paul de mannenlijn opnieuw te commercialiseren. Op dat moment waren Carl en ik niet specifiek op zoek naar een participatie in een modebedrijf. We zochten vooral naar sectoren waar we onze knowhow in intellectuele eigendom en licenties konden verzilveren. Strelli was de ideale kandidaat.'
- Herlanceerden in 2013 de mannenlijn van het failliete modemerk Olivier Strelli en herdoopten die tot Strelli Homme.
- Alain De Mol is econoom, Carl Mourisse burgerlijk ingenieur.
- Mourisse was senior vice-president Europa, Midden-Oosten, Afrika en Azië bij Capsugel, een divisie van de farmareus Pfizer. Hij werkte er 13 jaar lang samen met De Mol, director global supply chain & regional director IT and procurement.
- Partners bij Emulco, een Gentse producent van emulsies.
'Ons grote voordeel was dat we de mannencollecties meteen konden heropstarten met het oorspronkelijke designteam', zegt Mourisse. 'Jacky Franco, de originele ontwerper sinds de start van de herenlijn in 1979, was cruciaal voor de doorstart. Hij is een echte autoriteit in de mannenmode én vormt het DNA van Strelli Homme. Was dit een compleet nieuw merk geweest, dan hadden we er nooit in geïnvesteerd.'
'Veel ondernemers trekken hun neus op voor de mode', vindt De Mol. 'Akkoord, het is een heel kapitaalintensieve, onzekere en concurrentiële sector. Maar daarachter schuilt een prachtig metier: ontwerpers destilleren uit al hun indrukken en ervaringen één collectie, die ontstaat uit een paar lapjes stof en een moodbook. Pure kunst is dat. Wij houden ons niet bezig met de snitten, kleuren of modellen. Maar best, Strelli Homme zou er compleet anders uitzien.'
'Als je creatievelingen volledig hun ding laat doen, dan kan het financieel snel misgaan', aldus Mourisse. 'Honderd modellen één keer produceren is voor hen nog altijd aantrekkelijker en spannender dan één model honderd keer. Wij bespreken met hen de zakelijke richtlijnen, meer niet. Twee tot drie keer per week zijn we hier voor vergaderingen.'
'Het is niet de bedoeling om Strelli Homme op korte termijn te verkopen, nu het weer op de rails staat. Daarvoor heeft dit merk te veel potentieel. Wat we wél doen, is in andere sectoren nagaan of daar geen interessante participaties mogelijk zijn. Zo blijft het spannend.'
'Vandaag hebben we vier winkels geopend, en een vijfde is in aantocht', geeft De Mol nog mee. 'We willen gestaag en intelligent groeien, niks overhaasten. Elk seizoen is beter dan het vorige. Ons businessplan dat we vijf collecties geleden uitschreven, komt grotendeels uit. Onze kosten zijn onder controle en over de verkoop zijn we tevreden. De vroegere Strelli-fans komen terug en we winnen nieuwe zieltjes. Al beseffen we natuurlijk dat de modesector snel evolueert. Alleen maar verkopen in winkels in dure shoppingstraten volstaat niet langer. Mensen krijgen een hekel aan het traditionele winkelen. Alles moet sneller, persoonlijker en interactiever. Een gepersonaliseerde service in de boetieks gekoppeld aan internetverkoop: dat is een van de sleutels. Internet en klassieke retail moeten nauwer samenwerken en moeten de consument het leven makkelijker maken.'
'Met een vrouwencollectie beginnen we nog niet, puur omdat het vroegere ontwerpteam er niet meer is. En ook omdat we dan volledig de stijl zouden moeten definiëren. Eerst willen we in België en in het buitenland meer winkels openen. Pas daarna kunnen we een vrouwenlijn overwegen.'
'Kende ik iets van mode? Nee. Wist ik hoe een modebedrijf draaide? Nee. Had ik al een netwerk in de mode? Nee, maar door mijn internationale ervaring in human resources, communicatie en internationale relaties kan ik wel iets betekenen in deze sector. Ik had nooit gedacht dat ik ooit in de mode zou werken. Al kende ik de luxe-industrie natuurlijk wel al van binnenuit, dankzij mijn twaalf jaar in de diamantsector. Ik zat de helft van mijn tijd in fabrieken over de hele wereld, waar duizenden mensen de diamanten slijpen of verwerken in juwelen. Vliegtuig in, vliegtuig uit, dat was jarenlang mijn leven. Ik was afwisselend aan de slag in China, India, Armenië, Thailand, Sri Lanka en Zuid-Afrika. En nu dus fulltime in Antwerpen. Nee, dat voelt niet als een stap terug: ik ben nog elke dag met de hele wereld in contact, want we verkopen in 35 landen. Of de diamant- en modewereld allebei een imagoprobleem hebben? Mijn principe: zorg eerst dat je eigen tuin proper is, ga niet bij je buurman kijken. En werk vervolgens samen om verder de omgeving netjes te maken. Bij BVBA32 staan we sterk in onze schoenen qua duurzaamheid en ethiek. Anders had ik nooit voor deze job gekozen.'
- Is de nieuwe COO bij BVBA32 Ann Demeulemeester.
- Na studies in Antwerpen, Zwitserland en Washington DC liep ze stage bij het IMF.
- Werkte tweeënhalf jaar als hr-manager voor Real Software.
- Was 12 jaar aan de slag voor het diamantbedrijf Rosy Blue, eerst als hr-manager, later als manager corporate affairs global.
- Richtte het Global Compact Netwerk België op, een initiatief in samenwerking met de VN rond duurzaam produceren
'Heftig. Zo zou ik mijn eerste vier maanden bij BVBA32 omschrijven. Ik dacht dat de diamantbusiness snel ging, maar het tempo in de modesector ligt nog veel hoger. De collecties volgen elkaar supersnel op. De productie, de leveringen en de verkoop gebeuren allemaal in enkele weken tijd. En dat terwijl de nieuwe collecties tien maanden op voorhand geprefinancierd moeten worden. Cashflowmanagement is gigantisch in de modewereld. Gelukkig houdt CEO Anne Chapelle de financiële touwtjes stevig in handen. De eerste weken liep ik in haar kielzog mee om elk departement van het bedrijf te leren kennen. Ongelofelijk om te ontdekken hoe zo'n collectie ontstaat. Ik had echt geen idee. Nog nooit heb ik zo aandachtig naar kleding gekeken als nu. Kippenvel krijg ik als ik onze 'kunstwerken' zie. Want ik weet intussen hoeveel teken- en denkwerk en passie erachter zit. Toen ik voor het eerst op de patronen- en technische collectieafdeling was, begreep ik weinig van dat beroep. Maar toen ze me alles uitlegden, ging - net als tijdens mijn stage bij het IMF - een nieuwe wereld voor me open.'
'Veel mensen stappen in de modewereld voor de glamour, ik niet. Geloof me, in een miljardenbedrijf als Rosy Blue heb ik alle mogelijke glamour gezien. Ik ben niet meer gauw onder de indruk. En dat hoeft ook niet. Mijn motto is: mensen volgen mensen, niet bedrijven. Ik ben Anne Chapelle gevolgd. Haar ken ik al twaalf jaar. Haar BVBA32 was een van de eerste leden die tot United Nations Global Compact Belgium toetraden: een netwerk dat ik in 2011 oprichtte voor ondernemers die duurzame productie, mensenrechten en eerlijke arbeidsvoorwaarden eerbiedigen. Zij steunde mij ook bij de oprichting van een commissie die bedrijven stimuleert de kinderrechten na te leven en te integreren in hun beleid. Het werk resulteerde in een deelname aan de VN Leaders Summit in 2013.'
'Anne vond dat BVBA32 nu klaar was voor een versterking van het team. Of het bedrijf met mij erbij nu een andere richting op gaat? Dat durf ik nog niet te stellen, ik wil gewoon mijn best doen om de onderneming en de mensen te versterken. Annes schoenen moet ik niet opvullen. Zij leidt het bedrijf en ik ondersteun haar daarin als chief operating officer: een post die voordien niet ingevuld was. Onze grootste uitdaging is nu: verder duurzaam groeien en trouw blijven aan onze authenticiteit. Veel grote groepen kopen merken op, met alle uitmelking en compromissen van dien. Wij blijven een Belgisch huis dat integriteit hoog in het vaandel houdt in alles wat het doet. Maar we moeten wel competitief kunnen blijven. Daarom is het zo belangrijk dat bedrijven in de mode ook zuurstof krijgen om te groeien. Bijvoorbeeld door Belgische mode nog meer te promoten.'